ECLI:NL:RBDHA:2015:15444
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot doorhaling huwelijksakte wegens gebruik van onjuiste persoonsgegevens
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot doorhaling van een huwelijksakte. Verzoeker, een man met de Nederlandse nationaliteit, heeft verzocht om de doorhaling van zijn huwelijksakte, omdat hij meent dat hij in werkelijkheid niet met de vrouw, maar met haar moeder is getrouwd. De vrouw, die de Britse nationaliteit heeft, is niet verschenen op de zitting, maar zou op de hoogte zijn van het verzoek. Verzoeker stelt dat de moeder van de vrouw zich heeft voorgedaan als de vrouw en haar identiteitspapieren heeft gebruikt, waardoor de gegevens van de moeder in de huwelijksakte zijn opgenomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker en de vrouw op [datum] in Delft met elkaar zijn getrouwd, en dat verzoeker in de veronderstelling verkeerde met de juiste persoon te trouwen. De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft verweer gevoerd en betoogd dat er onvoldoende bewijs is dat de moeder het ja-woord heeft gegeven in plaats van de vrouw. De rechtbank heeft geoordeeld dat, hoewel er mogelijk sprake is van verkeerde persoonsgegevens, dit niet leidt tot de conclusie dat de huwelijksakte onterecht in de registers van de burgerlijke stand voorkomt. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker afgewezen, omdat hij daadwerkelijk is getrouwd met de persoon met wie hij wilde trouwen, ongeacht de onjuiste persoonsgegevens.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat verzoeker niet heeft verzocht om verbetering van de huwelijksakte, wat een mogelijke oplossing had kunnen zijn. De beslissing van de rechtbank is genomen na zorgvuldige overweging van de feiten en omstandigheden, en de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen grond is voor doorhaling van de huwelijksakte.