ECLI:NL:RBDHA:2015:15427
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op asielaanvraag met betrekking tot Iraakse nationaliteit
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 4 december 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Iraakse eiser en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser had op 28 november 2013 een asielaanvraag ingediend, maar de staatssecretaris had hierop niet tijdig beslist. De eiser heeft op 30 september 2015 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn, die was verlengd tot 4 juni 2016 vanwege een besluitmoratorium, inmiddels was overschreden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris op 27 augustus 2015 een besluit had moeten nemen, maar dit niet had gedaan. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen binnen twee weken alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De proceskosten van de eiser zijn vastgesteld op € 122,50, die door de staatssecretaris moeten worden vergoed aan de rechtsbijstandsverlener.