Uitspraak
Gezagsuitoefening
Beschikking op het op 26 februari 2015 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
Procedure
Verzoek en verweer
Feiten
Beoordeling
2. Het bepaalde in lid 1 geldt onder voorbehoud van de artikelen 9, 10 en 12.”
enige persoon, instelling of ander lichaam die gezagsrecht bezit, in de overbrenging of het niet doen terugkeren heeft berust;
of
er is bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarheen het kind is overgebracht of waar het wordt vastgehouden, geen verzoek tot terugkeer ingediend binnen een jaar nadat de persoon die gezagsrecht bezit, kennis heeft gekregen of had moeten krijgen van de verblijfplaats van het kind;
een door de persoon met gezagsrecht ingediend verzoek tot terugkeer is ingetrokken en binnen de onder i. gestelde termijn is geen nieuw verzoek ingediend;
een voor een gerecht in de lidstaat waar het kind onmiddellijk voor de ongeoorloofde overbrenging of het niet doen terugkeren zijn gewone verblijfplaats had, dienende zaak is overeenkomstig artikel 11, lid 7, gesloten verklaard;
een gezagsbeslissing die niet de terugkeer van het kind met zich brengt, is uitgesproken door de gerechten van de lidstaat waar het kind onmiddellijk voor de ongeoorloofde overbrenging of niet doen terugkeren zijn gewone verblijfplaats had.