Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 23 december 2015
[de man] ,
[de vrouw] ,
De procedure
- de dagvaarding van 23 oktober 2014 tegen de eerste rolzitting van 12 november 2014, met de producties 1 en 2 van de man;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 25 maart 2015, met de producties 1 t/m 13 van de vrouw;
- het comparitievonnis van 29 april 2015 en de beschikking datumbepaling van 23 juni 2015 van de rechtbank;
- de op 18 september 2015 ter civiele griffie ontvangen conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 3 en 4 van de man;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 29 september 2015.
De feiten
bepaald op € 772,00 per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.In hoger beroep van de man heeft het gerechtshof te Den Haag bij beschikking van 23 januari 2013
de bestreden beschikking bekrachtigd, met dien verstande dat het door de rechtbank bepaalde totaal bedrag aan kinderbijdrage aldus zal worden verdeeld dat de door de vader met ingang van 11 januari 2012 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarigen (….) € 386,- per kind per maand bedraagt.
stalking). De vrouw heeft daarna via de wijkagent een alarmsysteem gekregen, waarmee zij in directe verbinding staat met de meldkamer van de politie.
hierbij verklaar ik dat ik al mijn spullen heb meegekregen !
kok aan huisen cateraar en woont (naar de rechtbank begrijpt) deels bij zijn nieuwe vriendin in [woonplaats 1] en deels in [woonplaats 2] , Zwitserland. De vrouw is verpleegkundige maar heeft nu een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid.
De vorderingen
De beoordeling
vordert in deze een verdeling van de netto-verkoopopbrengst, nadat deze op een door u te bepalen wijze is verkocht. [de man] is van oordeel dat de opdracht tot het verkopen van de woning dient te worden gegeven aan Van het Hof Makelaardij te Gouda. Nu [de vrouw] niet bereid is mee te werken aan de verkoop van de woning, vordert [de man] een vervangende volmacht om aan de makelaar de opdracht te verstrekken de woning te verkopen, aldus de advocaat van de man in de dagvaarding van 23 oktober 2014.
wenst zelfsgraagover te gaan tot verdeling van de woning en heeft deze procedure dan ook met beide handen aangegrepen. (…) De vrouw vordert daarom primair in reconventie tot overname van de woning met daarbij verrekening van alle vorderingen en zal zij de man voor € 10.000 uitkopen. Subsidiair vordert de vrouw in reconventie tot verkoop van de woning waarbij ook verrekening zal plaats vinden van haar vorderingen op de man met het deel van de overwaarde van de man,aldus de advocaat van de vrouw in haar conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van 25 maart 2015.
het grootste geschilpunt tussen partijen blijft de gezamenlijke woning. Het is voor de man niet relevant of [de vrouw] de woning overneemt of dat de woning aan een derde verkocht zal worden, zij het dat hij wel een eerlijke prijs voor de woning wenst te ontvangen. Dienaangaande liggen partijen ver uit elkaar.
dat er na ruim vier jaar een oplossing komt, omdat hij nu geen kant uit kan.De vrouw heeft toen verklaard dat voor haar het allerbelangrijkst is
dat er een oplossing komt, omdat ook de twee kinderen ernstig last hebben van de situatie.
Calcasa waardebepalingmet logo van de Vereniging Eigen Huis -) een verkoopprijs zal moeten worden gerealiseerd in 2016 van minimaal € 282.000,-, gelijk dus aan de door de man geproduceerde zogenoemde
Calcasa-waardevan dit registergoed
.De man moet bij deze stand van zaken voorts de makelaarskosten betalen, die uitsluitend in geval van een geslaagde verkoop en levering aan een derde met een minimale verkoopprijs van € 282.000,- door de man en de vrouw bij die levering aan een derde in 2016 pas via de eindafrekening van de notaris bij helfte zullen moeten worden gedeeld.
Calcasa-waardeweet te realiseren voor beide partijen, zijn uiteindelijk alle betrokken partijen daarbij gebaat. Vanzelfsprekend zal de vrouw met de kinderen in 2016 het gebruiksrecht van en het woonrecht op het gemeenschappelijk registergoed behouden met uitsluiting van de man, en zal zij die woning pas moeten hebben ontruimd uiterlijk twee dagen vóór de levering via de notaris aan een derde voor minimaal € 282.000,-.
€ 282.000,- ook daadwerkelijk genomen heeft, in ieder geval meer inzicht hebben gekregen in de belangstelling voor en in de daadwerkelijke verkoopwaarde van hun registergoed. Ook zullen zij na dit eindvonnis vanzelfsprekend om welke redenen dan ook opnieuw via hun (toegevoegd) advocaten in onderhandeling kunnen treden over een andere voor beiden acceptabele en betaalbare oplossing en/of zullen zij zich, mede gelet op alle overige hierna volgende eindbeslissingen in eerste aanleg en gelet op al hetgeen overigens ter zitting aan de orde kwam, met een nieuwe vordering tot verdeling en verrekening in een volgende civiele procedure tot de rechtbank kunnen wenden, maar dan anders dan nu wel goed onderbouwd met alle mogelijke relevante bewijsstukken zoals hiervoor genoemd bij 4.8. Bij dit alles heeft de rechtbank meegewogen dat de verdere toegang tot de advocatuur en tot de rechtspraak in een eventuele volgende procedure voor de man en de vrouw betaalbaar moet worden geacht, zulks gelet op het feit dat aan hen beiden toevoegingen zijn verleend.
als bijdrage in de woninglasten van de gemeenschappelijke woningper de zittingsdatum 29 september 2015 nog steeds geheel onbetaald had gelaten en dat de vrouw ook daarvoor toen nog geen verhaal op de man had kunnen vinden.
bijdragen woninglasten. In kennelijke reactie daarop heeft de advocaat van de man daarom in conventie een door de vrouw op grond van art. 3:169 BW te betalen
gebruiksvergoedingvan diezelfde € 500,- per maand met ingang van 1 januari 2012 gevorderd voor het exclusief gebruik van de vrouw van het gemeenschappelijk registergoed per die datum.
weggestreepttegen de gebruikerslasten verbonden aan de woning met hypotheek. Wel moeten als praktische vuistregel - behoudens bijzondere omstandigheden - de beide eigenaren tijdens de periode van onverdeeldheid ieder de helft van de eigenaarslasten van hun verhypothekeerd gemeenschappelijk registergoed dragen en/of betalen, zoals redelijke kosten voor noodzakelijk groot onderhoud, eigenaarsdeel OZB-belastingen, premies opstalverzekering, hypotheekaflossingen en eventuele premies voor aan de hypotheek verbonden spaarverzekeringen, kapitaalverzekeringen, beleggingsverzekeringen en soortgelijke financiële producten die bestemd zijn voor toekomstige aflossing van de hypotheekschuld.
Partijen hebben in 2000 de woning verbouwd, waarbij de keuken en de vloer zijn vervangen. De kosten voor deze verbouwing bedragen meer dan € 50.000,00. [de man] heeft deze verbouwing uit eigen middelen gefinancierd. [de man] wenst gecompenseerd te worden voor deze financiering nadat de woning is verkocht. [de man] heeft meer dan zijn aandeel in de woning voldaan en dient hiervoor te worden gecompenseerd. [de man] vordert in onderhavige procedure [de vrouw] te veroordelen tot betaling van de helft van voornoemd bedrag, te weten een bedrag van € 25.000,00.
De vrouw betwist de wederom niet onderbouwde stelling van de man dat hij alle verbouwingskosten van de woning zou hebben gefinancierd en hij een vordering op haar zou hebben van€ 25.000,-. Deze vordering dient afgewezen te worden.
hij nog geen tijd heeft gehad om bewijsstukken te zoeken van de gestelde maar betwiste extra investeringen van hem of van zijn BV van € 50.000,- in 2000 voor een nieuwe keuken en een nieuwe vloer.De vrouw heeft er toen in reactie desgevraagd nog op gewezen of doen wijzen
dat de man alle tijd heeft gehad om bewijsstukken van de betwiste extra investeringen te produceren,en dat
de vrouw via de huishoudrekening door verrekening heeft meebetaald aan de keuken en de vloer.
al zijn spullen heeft meegekregen !Zie ook de feitenvaststelling van de rechtbank hiervoor bij 2.6.
feitendaarna nog had gesteld dat de man
toen het bed en de wasmachine niet heeft mogen meenemen waardoor de vordering dienaangaande nog altijd blijft staan, heeft de rechtbank ter zitting nog navraag gedaan over dat bed en die wasmachine. Nadat de vrouw ter zitting over dat geschilpunt nog had verklaard dat
het Swissflex bed haar toebehoort als schadevergoeding voor het door de man eerder breken van haar rugen dat de man de
op de stoep voor hem klaarstaande wasmachine niet wilde meenemen en/of niet wilde hebben,heeft de man ter zitting tot slot gereageerd met zijn mededeling dat hij
het best vindt dat de vrouw de Siemens wasmachine en het Swissflex bed behoudt, al is dat volgens hem om andere redenen dan de vrouw nu ter zitting vertelt.
het klopt dat de vorderingen uit verbeurde dwangsommen hoe dan ook zijn verjaard.Dit is rechtens juist, in zoverre dat de vrouw de door de man in 2012 of 2013 eventueel verbeurde dwangsommen wegens zijn eventuele overtredingen van de aan hem betekende en door de voorzieningenrechter opgelegde straatverboden nu in 2015 in rechte hoe dan ook bij gebreke van enige gestelde tijdige stuitingshandeling niet meer van de man kan opeisen en vorderen.
met de overwaarde/uitkoop van de woning van het deel van de man,maar bijvoorbeeld wel een eventuele regresvordering van de man op de vrouw voor de helft van de door hem in 2016 betaalde makelaarskosten, zoals hiervoor door de rechtbank nader bepaald bij 4.9.
de man zijn medewerking te verlenen aan het in mindering brengen van de waarde van de polissen op de hypotheek bij verkoop dan wel overname van de woning.Deze door de advocaat van de man betwiste vordering zal de rechtbank afwijzen, reeds omdat die vordering te onduidelijk en te onbegrijpelijk is geformuleerd en voorts onvoldoende is toegelicht en onderbouwd.
De beslissingen
gebruiksvergoedingvan € 500,- aan de man moet betalen voor haar exclusief gebruik van dat registergoed, maar dat deze gebruiksvergoeding van € 500,- per maand moet worden verrekend met het (in omvang gelijke) bedrag van € 500,- per maand met ingang van 1 januari 2012, tot betaling waarvan de voorzieningenrechter van deze rechtbank bij kort geding vonnis van 11 januari 2012 de man jegens de vrouw heeft veroordeeld als
bijdrage in de woonlasten van de gemeenschappelijke woning, waardoor deze twee veroordelingen tegen elkaar wegvallen en beide partijen ter zake van enerzijds een gebruiksvergoeding en anderzijds de gebruikslasten dus over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben voor de periode van onverdeeldheid van het onderhavige registergoed te Gouda;