3.4De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank zal hierna bij de beoordeling van de tenlastelegging ingaan op de gevoerde verweren, voor zover het relevante verweren en uitdrukkelijk onderbouwde standpunten betreft. Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting leidt de rechtbank het volgende af.
Camerabeelden
Op de terechtzitting van 15 januari 2015 heeft de rechtbank de camerabeelden, die zijn opgenomen door de Geïntegreerde Monitor Centrale (GMC) van de politie Den Haag, bekeken. De rechtbank heeft daarop waargenomen dat, terwijl verdachte en aangever met elkaar in gesprek zijn, verdachte met zijn hand naar de zak van aangever gaat. Vervolgens trekt verdachte zijn hand terug, schijnt hij op zijn hand met een lampje en kijkt hij wat er in zijn hand ligt. Te zien is dat verdachte iets in zijn hand heeft, dat hij dit in zijn jaszak stopt en dat hij daarna de rits van zijn jaszak dicht doet. Verdachte duwt aangever vervolgens naar achteren, pakt aangever bij zijn nek en loopt met aangever richting de Paviljoensgracht. Aangever stribbelt tegen, maar verdachte duwt hem vooruit. Hierna laat verdachte aangever los en loopt aangever naar de overkant van de straat. Vervolgens is te zien dat verdachte wordt aangehouden door de politie.
Aangifte [aangever]
Aangever heeft verklaard dat hij, terwijl hij met verdachte in gesprek was, voelde dat verdachte hem beetpakte bij zijn schouder, dat verdachte aan hem begon te trekken en hem met kracht tegen de muur duwde. Aangever zag de vuist van verdachte met hoge snelheid op hem af komen en voelde deze met kracht tegen zijn borst aankomen. Hij voelde een hevige pijn op zijn borst. Vervolgens voelde en zag aangever dat verdachte met zijn hand in de zakken van aangever ging. Hij zag dat verdachte uit zijn (aangevers) linker jaszak een pakje sigaretten van het merk Marlboro haalde. In dat pakje zat ook een simkaart van het merk Lebara. Volgens aangever zat er in zijn linker jaszak tevens een geldbedrag van 100 euro, welk geld verdachte pakte en in zijn zak deed. Vervolgens probeerde aangever verdachte van zich af te duwen. Dit lukte echter niet, omdat verdachte fors en groot was. Verdachte pakte aangever hierop vast bij zijn jas en zijn nek en trok hem de Paviljoensgracht op. Aangever zag op dat moment dat de politie vanaf de Stille Veerkade de Paviljoensgracht op kwam rijden. Hij zag vervolgens dat de politie de juiste man aanhield.
Fouillering en onderzoek simkaart
Uit het dossier blijkt verder dat de politie na de aanhouding van verdachte op 4 november 2014 in de fouillering van verdachte een pakje sigaretten van het merk Marlboro heeft aangetroffen.
In dit pakje Marlboro trof de politie ook een simkaart aan van het merk Lebara.Niet is gebleken dat er nog andere spullen in de fouillering van verdachte zijn aangetroffen.
Aangever heeft over de bij verdachte aangetroffen simkaart verklaard dat deze van hem is en dat het telefoonnummer van de simkaart [06-nummer] is. Uit onderzoek is gebleken dat het door aangever opgegeven telefoonnummer bij de simkaart hoort. Voorts heeft aangever een aantal telefoonnummers en namen opgegeven, waarvan is gebleken dat deze op de betreffende simkaart staan.
Verklaring verdachte
Ter terechtzitting van 15 januari 2015 heeft verdachte verklaard dat hij zichzelf op de camerabeelden herkent. Hij heeft verklaard dat hij boos was op aangever en hem beetpakte om hem duidelijk te maken dat hij nog geld van aangever kreeg. Hij pakte hem bij zijn kraag en schudde hem tweemaal heen en weer. Toen aangever wilde weglopen, heeft verdachte hem teruggeduwd. Vervolgens wilde verdachte met aangever buiten het beeld van de camera gaan staan, om hem nog eens goed duidelijk te maken dat aangever geld moest betalen. Verdachte heeft ontkend dat hij zijn handen in de zakken van aangever heeft gedaan. De bij verdachte aangetroffen sigaretten en de simkaart zijn niet van aangever maar van verdachte, aldus de verdachte.
Conclusie van de rechtbank
Nu de rechtbank op de camerabeelden heeft waargenomen dat verdachte iets uit de zakken van aangever haalt, aangever hierover heeft verklaard dat verdachte een pakje Marlboro (met daarin een simkaart van het merk Lebara) uit zijn jaszak pakte en na de fouillering van verdachte bij verdachte een pakje Marlboro (met daarin een simkaart van het merk Lebara) is aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een pakje Marlboro en een simkaart van het merk Lebara, toebehorende aan aangever.
Dat het pakje sigaretten en de simkaart niet van aangever, maar van verdachte zouden zijn (zoals door verdachte is verklaard), acht de rechtbank niet aannemelijk geworden, nu op de camerabeelden duidelijk is te zien dat verdachte iets uit de zak van aangever haalt, in de fouillering van verdachte verder niets anders is aangetroffen (terwijl verdachte continu in het zicht van de camera’s is geweest) en aangever voorts enkele telefoonnummers heeft opgenoemd, waarvan is gebleken dat deze op de bij verdachte aangetroffen simkaart waren opgeslagen. Verdachte heeft daarentegen – om hem moverende redenen – geen verklaring kunnen geven aangaande de (telefoonnummers op de) simkaart.
De rechtbank overweegt voorts dat uit de verklaring van aangever, de camerabeelden en de verklaring van verdachte zelf blijkt dat verdachte aangever bij de diefstal tegen zijn borst heeft geduwd/gestompt en aan zijn lichaam heeft getrokken.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan.
Partiële vrijspraak
Nu de rechtbank in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting geen ondersteuning vindt voor de verklaring van aangever dat verdachte 100 euro uit de jaszak van aangever heeft gepakt (dit geld is niet bij verdachte noch op de looproute van verdachte in de omgeving van de Doubletstraat aangetroffen en ook op de camerabeelden is niet te zien dat verdachte dit geld van aangever wegneemt), zal de rechtbank verdachte van dit deel van de tenlastelegging partieel vrijspreken.