Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
“Wat heeft een militaire inlichtingendienst te zoeken op de werkvloer van een kabelbedrijf? Waarom laat een [militaire rang 1] hier een privé-spion infiltreren? En is het beruchte fotorolletje van Srebrenica werkelijk mislukt?[gedaagde] raakt als nietsvermoedende burger ongewild betrokken bij een interne strijd van de Militaire Inlichtingendienst, die wordt uitgevochten binnen de muren van kabelbedrijf Casema. [gedaagde] wordt er benaderd om aan de slag te gaan als inlichtingenanalist. Tijdens zijn verblijf bij de kabelaar loopt de situatie volkomen uit de hand.De doofpotgeneraal biedt een onthutsende inkijk in een wereld waar spionage, chantage en de ongeoorloofde inzet van middelen aan de orde van de dag zijn. [gedaagde] onthult zaken die het daglicht niet kunnen verdragen. En natuurlijk beantwoordt hij ook die ene vraag: wie is de [militaire rang 1] die het deksel op deze doofpot houdt?”
”Naast [X] leer ik ook de nieuwe collega [eiseres] kennen.”) Gedaagde beschrijft in het boek dat hij eiseres heeft ontmoet toen beide partijen in de avonduren werkzaam waren bij het bedrijf Casema. Eiseres wordt in het boek beschreven als zijnde een spion, werkzaam voor de Militaire Inlichtingendienst (hierna: de MID), die door de MID is geplaatst bij Casema om gedaagde, die enige tijd daarvoor had gesolliciteerd bij het Ministerie van Defensie als marinier en aldaar was afgewezen, te rekruteren voor de MID. In het boek wordt melding gemaakt van diverse uitlatingen van eiseres tegen gedaagde over het vorenstaande alsmede onder meer over i) haar overige spionagewerkzaamheden, ii) haar beschikking over de personeelsdossiers bij de MID en het hebben ingezien van het betreffende dossier van gedaagde aldaar en iii) haar kennis van het nog bestaan van een fotorolletje van Servische oorlogsmisdaden, dat volgens het Ministerie van Defensie verloren is gegaan (hierna: het fotorolletje). Ook wordt in het boek gemeld dat eiseres bij de MID moest vertrekken. In het boek staat dat niets in het boek is verzonnen. Het boek wordt aangeduid als non-fictie.
3.Het geschil
In mijn boek De Doofpotgeneraal heb ik [eiseres] een majeure rol toegedicht. Het is allemaal onjuist wat ik daaromtrent heb geschreven. Het is geen non-fictie, maar volstrekte fictie die ik zonder haar toestemming niet had mogen (doen) publiceren”;