ECLI:NL:RBDHA:2015:1462

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 februari 2015
Publicatiedatum
13 februari 2015
Zaaknummer
09-857118-13
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing en bedreiging met brandstichting door motorclubleden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 februari 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing en bedreiging met brandstichting. De verdachte, lid van motorclub [motorclub 2], werd ervan beschuldigd samen met anderen op 11 januari 2013 het clubhuis van motorclub [motorclub 1] in Leiden binnen te zijn gegaan met een grote groep, gekleed in 'full colors'. Tijdens dit bezoek werd gedreigd met brandstichting als de leden van motorclub [motorclub 1] zich niet bij motorclub [motorclub 2] zouden aansluiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn mededaders een dreigende situatie hebben gecreëerd door zich strategisch in het clubhuis op te stellen en de leden van motorclub [motorclub 1] te intimideren. Op 18 januari 2013 werd de voorzitter van motorclub [motorclub 1] opnieuw geconfronteerd door leden van motorclub [motorclub 2], waarbij hem werd meegedeeld dat het clubhuis nu van hen was en dat hij de sleutel moest inleveren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan afpersing en bedreiging met brandstichting, en dat de bedreiging met geweld als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht was bewezen. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 5,9 kilogram hennep, wat eveneens bewezen werd verklaard. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een geldboete van € 4.000,- voor de drugsovertreding.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/857118-13
Datum uitspraak: 13 februari 2015
Tegenspraak
(Promis vonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officieren van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1978 te [geboorteplaats],
BRP-adres: [adres 1].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ten terechtzittingen van 8 juli 2013 (pro-forma) 29 en 30 januari 2015 (beide inhoudelijk).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie
mrs. L.E. van der Leeuw en P.M. Gruppelaar, en van hetgeen door de raadsvrouw van verdachte, mr. B. Roodveldt, advocaat te Haarlem, en door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting van 29 januari 2015 - ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Leiden tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld en/of brandstichting [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een clubhuis/pand, gelegen op of aan de [adres 2] en/of een sleutel van dat/een clubhuis/pand, gelegen op of aan de [adres 2], in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of motorclub [motorclub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
(op 11 januari 2013:)
- creëren van een dreigende/intimiderende situatie voor die [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] door onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de "[motorclub 2]" dat clubhuis/pand van motorclub [motorclub 1] binnen te gaan en/of
- bewaken en/of afschermen en/of blokkeren van de deur van dat clubhuis/pand en/of
- rondom verspreid in dat clubhuis/pand met de ruggen tegen de wand(en) te gaan staan en/of
- die [slachtoffer] en/of twee andere leden van motorclub [motorclub 1] apart te nemen en/of af te schermen van de overige aanwezigen en/of
- met een grote overmacht van personen om die [slachtoffer] en/of twee andere leden van motorclub [motorclub 1] te gaan staan, althans die [slachtoffer] en/of die twee andere leden van motorclub [motorclub 1] van de overige aanwezigen te scheiden en/of af te schermen en/of een cordon rondom die [slachtoffer] en/of die twee andere personen te vormen en/of
- die [slachtoffer] en/of een of meer andere aanwezig(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] op dreigende/dwingende toon mede te delen dat zij lid moesten worden van motorclub [motorclub 2] want anders zou hun clubhuis/pand afgefakkeld worden en/of
(op 18 januari 2013:)
- een/de sticker(s) van motorclub [motorclub 3], bevestigd op een deur van dat clubgebouw/pand, te verwijderen en/of
- plaatsen van een nieuw/ander slot op dat clubhuis/pand en/of
- creëren van een dreigende/intimiderende situatie voor die [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] door onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de "[motorclub 2]" naar dat clubhuis/pand van motorclub [motorclub 1] te gaan en/of
- die [slachtoffer] apart te nemen en/of af te schermen, althans een ander (aspirant) lid van motorclub [motorclub 1] dat dit clubhuis/pand binnen wilde gaan, tegen te houden en/of
- op dreigende/dwingende toon die [slachtoffer] mede te delen (zakelijk weergegeven) dat zij net in Heiloo een vergadering van 8 motorclubs hebben gehad, dat Zuid Holland aan de [motorclub 2] is toegekend, dat [motorclub 1] daar ook onder valt, dat het clubhuis/pand van [motorclub 1] nu dus van [motorclub 2] is en dat die [slachtoffer] de sleutel van het clubhuis/pand moet inleveren en/of dat de [motorclub 2] het over zou nemen en dat die [slachtoffer] zich bij die [motorclub 2] aan kon sluiten, althans woorden van gelijke dreigende/dwingende aard;
en/of
hij op of omstreeks 11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Leiden, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of brandstichting, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) opzettelijk dreigend
(op 11 januari 2013)
- een dreigende/intimiderende situatie voor die [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] gecreëerd door onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de "[motorclub 2]" het clubhuis/pand van motorclub [motorclub 1] binnen te gaan en/of
- de deur van dat clubhuis/pand bewaakt en/of afschermd en/of geblokkeerd en/of
- rondom verspreid in dat clubhuis/pand met de ruggen tegen de wand(en) gestaan en/of
- die [slachtoffer] en/of twee andere leden van motorclub [motorclub 1] apart genomen en/of afgeschermd van de overige aanwezigen en/of
- met een grote overmacht van personen om die [slachtoffer] en/of twee andere leden van motorclub [motorclub 1] gestaan, althans die [slachtoffer] en/of die twee andere leden van motorclub [motorclub 1] van de overige aanwezigen gescheiden en/of afgeschermd en/of een cordon rondom die [slachtoffer] en/of die twee andere personen gevormd en/of
- die [slachtoffer] en/of een of meer andere aanwezig(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] op dreigende/dwingende toon medegedeeld dat zij lid moesten worden van motorclub [motorclub 2] want anders zou hun clubhuis/pand afgefakkeld worden en/of
(op 18 januari 2013:)
- een/de sticker(s) van motorclub [motorclub 3], bevestigd op een deur van dat clubgebouw/pand, verwijderd en/of
- een nieuw/ander slot op dat clubhuis/pand geplaatst en/of
- een dreigende/intimiderende situatie voor die [slachtoffer] en/of een of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] gecreëerd door onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de "[motorclub 2]" naar dat clubhuis/pand van motorclub [motorclub 1] te gaan en/of
- die [slachtoffer] apart genomen en/of afgeschermd, althans een ander (aspirant) lid van motorclub [motorclub 1] dat dit clubhuis/pand binnen wilde gaan, tegen gehouden en/of
- op dreigende/dwingende toon die [slachtoffer] medegedeeld (zakelijk weergegeven) dat zij net in Heiloo een vergadering van 8 motorclubs hadden gehad, dat Zuid Holland aan de [motorclub 2] was toegekend, dat [motorclub 1] daar ook onder viel, dat het clubhuis/pand van [motorclub 1] nu dus van [motorclub 2] was en dat die [slachtoffer] de sleutel van het clubhuis/pand moest inleveren en/of dat de [motorclub 2] het over zou nemen en dat die [slachtoffer] zich bij die [motorclub 2] aan kon sluiten,
althans woorden van gelijke dreigende/dwingende aard;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013te Leiden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een clubhuis/pand, gelegen op of aan de [adres 2], heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat clubhuis/pand wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
en/of
hij in of omstreeks de periode van 11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Leiden, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk uit de opbrengst van (een) door misdrijf verkregen een clubhuis/pand voordeel heeft getrokken, immers heeft verdachte en/of zijn mededader(s) opzettelijk, althans terwijl hij en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof, gebruik gemaakt van dit clubhuis/pand en/of de daarbij behorende voorzieningen;
2.
hij op of omstreeks 26 maart 2013 te Rijnsburg, gemeente Katwijk, althans in het arrondissement Den Haag, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 3]) ongeveer 5,9 kilo, althans een (grote) hoeveelheid, van een materiaal bevattende hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.Bewijsoverwegingen

3.1
Inleiding
Op 11 januari 2013 hebben leden van de motorclub [motorclub 2] (hierna: [motorclub 2]) in de avond een bezoek gebracht aan leden van motorclub [motorclub 1] in het clubhuis van die motorclub aan de [adres 2] in Leiden. Een twintig- tot dertigtal leden van [motorclub 2] betrad daarbij, in ‘full-colors’, het clubhuis van [motorclub 1]. Drie (bestuurs)leden van [motorclub 2] hebben met drie (bestuurs)leden van [motorclub 1] een gesprek gevoerd. Na dit gesprek hebben de leden van [motorclub 2] het clubhuis verlaten. Op 18 januari 2013 heeft een aantal leden van [motorclub 2] omstreeks 22:00 uur opnieuw het clubhuis van [motorclub 1] bezocht. Het clubhuis was op dat moment niet geopend. De voorzitter van [motorclub 1] verscheen op een gegeven moment en hij heeft, na daartoe te zijn aangesproken, de sleutel van het clubhuis afgegeven.
In deze zaak is primair de vraag aan de orde of verdachte zich tezamen met anderen heeft schuldig gemaakt aan afpersing van het clubhuis van motorclub [motorclub 1] en/of aan bedreiging van leden van die motorclub.
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte op 26 maart 2013, welke doorzoeking plaatsvond in het kader van het onderzoek naar de vermeende afpersing, is 5,9 kilogram hennep aangetroffen. De verdenking bestaat er uit dat verdachte deze hennep opzettelijk aanwezig heeft gehad. Verdachte heeft dit bekend.
3.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 primair, eerste en tweede cumulatief alternatief, ten laste gelegde feiten. De officieren hebben daartoe gewezen op het feit dat verdachte één van de drie personen was die op 11 januari 2013 een gesprek hadden met (bestuurs)leden van [motorclub 1], dat hij op 18 en 22 januari 2013 ook bij het clubhuis is geweest, dat hij telkens contact had met de voorzitter van [motorclub 1] ([slachtoffer]) en dat hij tijdens het kort geding dat de gemeente Leiden had aangespannen om ontruiming van het clubhuis te bewerkstelligen allerlei onwaarheden over [motorclub 1] heeft verteld. De officieren van justitie hebben voorts gevorderd dat het onder 2 tenlastegelegde feit bewezen wordt verklaard.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van feit 1 – zakelijk weergegeven – op het volgende standpunt gesteld. Er is geen sprake geweest van een vijandige overname en een gedwongen afgifte van het clubhuis. De bron daarvoor is alleen de verklaring van [slachtoffer]. De leden van [motorclub 2] zijn door leden van [motorclub 1] benaderd die [motorclub 1] meer pit wilden geven. De aantekeningen en de notulen van vergaderingen die bij verdachte zijn aangetroffen onderstrepen dat ook. Er is normaal onderhandeld over een samensmelting van beide motorclubs. Na 18 januari 2013 heeft een doorstart plaatsgevonden van [motorclub 1]. Volgens de verdediging ontbreekt wettig bewijs waaruit zou kunnen worden afgeleid dat is gesproken over het affakkelen van het clubhuis, waardoor ook wettig bewijs van de voor afpersing vereiste bedreiging met geweld ontbreekt. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat de gebezigde bewoordingen geen redelijke vrees hebben kunnen doen ontstaan voor de leden van [motorclub 1], in die zin dat zij zouden moeten vrezen voor zwaar lichamelijk letsel. Ten aanzien van de gebeurtenissen van 18 januari 2013 komt alles wat hierover bekend is slechts uit één kenbron, te weten [slachtoffer]. De raadsvrouw heeft dan ook vrijspraak bepleit van feit 1, zowel ten aanzien van het primair als het subsidiair tenlastegelegde.
Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging geen verweer gevoerd.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging [1]
3.4.1
Feit 1 (het clubhuis van [motorclub 1])
3.4.1.1 De bewijsmiddelen
De rechtbank heeft de inhoud van de volgende bewijsmiddelen in aanmerking genomen.
Verklaringen van getuige [slachtoffer]
Het begon vrijdag 11 januari 2013. Omstreeks 23:00 uur zag ik dat er mensen van de Motorclub [motorclub 2] binnen kwamen. Ik herkende hen aan de kleding die ze droegen. Ze kwamen in full colors binnen. Ze hadden kennelijk een strategie afgesproken, want ze kwamen binnen en ik zag dat ze zich in ons clubhuis verspreidden en dat ze met hun ruggen tegen de muur gingen staan. Het kwam heel intimiderend over. Hun bestuur (herkenbaar aan de kleding) nam plaats op de banken. Hun voorzitter was er en ook de oprichter (de belangrijkste man binnen hun club) hun secretaris en verder nog wat ander leden. De functies van hun bestuur kon ik aflezen van hun kleding.
Op het moment dat ik plaats nam bij hen, werden wij door de overige leden van [motorclub 2] afgeschermd. Ze zeiden dat wij in hun achtertuin zaten. De oprichter zei dit. Hij zei ook dat ze ons moesten overnemen. We mochten lid worden en als we geen lid zouden worden zouden ze ons clubhuis wel afbranden. De voorzitter heeft duidelijk gezegd: je hebt maar twee keuzes. Je wordt lid van ons of we fakkelen het af. [2]
Afgelopen vrijdag 18 januari 2013 omstreeks 22:00 uur kwam ik bij ons clubhuis. Ik zag dat er een ander slot op de deur was gezet. Toen ik het terrein op was gereden was er niemand en even later stonden dezelfde leden van [motorclub 2] er als de week ervoor. Ik werd aangesproken door de voorzitter. Ik herkende hem. Ik hoorde hem tegen mij zeggen dat zij het slot hadden veranderd en of ik even mee naar binnen wilde. De voorzitter zei: wij komen net uit een vergadering uit Heiloo. Wij hebben Zuid Holland en jij valt daaronder dus is het ons gebouw. Mag ik de sleutel? Ik heb daarop de sleutel aan een van hen afgegeven. Eenmaal binnen, mochten we die avond niet meer weg. We moesten die avond wachten op [medeverdachte 1] en [medeverdachte 1] moest tot 24:00 uur werken. Toen [medeverdachte 1] er was werd het verhaal van Heiloo nogmaals verteld en dat het pand nu van [motorclub 2] was. Dat werd ook deze keer weer door hun voorzitter medegedeeld. [3]
Op 11 januari 2013 was [verdachte] er bij. Ook was er een voorzitter van [motorclub 2] bij. Volgens mij stond er ‘President’ op zijn hesje, maar ik weet dit niet helemaal zeker. Verder was de oprichter van de [motorclub 2] er ook bij. Ik weet zijn naam niet, maar hij zei dat hij ‘nummer 1’ was, de oprichter van [motorclub 2]. [4] Zowel de voorzitter als de oprichter hebben die avond tegen mij gezegd dat we de supportclub van de [motorclub 2] moesten worden, en dat ze anders het clubgebouw zouden affakkelen. Op 18 januari 2013 was [verdachte] er, samen met nog een bestuurslid van de [motorclub 2]. Dit andere bestuurslid was er de vorige week ook bij: het was of de voorzitter of de oprichter. Iets later kwamen er nog andere [motorclub 2]-leden bij. De meeste daarvan hadden [motorclub 2]-kleding aan. Het andere bestuurslid vertelde dat zij zojuist vanuit een vergadering in Heiloo kwamen en dat Zuid Holland nu van hen was en dat ze daarom de sleutel wilden hebben. [5] Het was geen vraag of ik de sleutel wilde geven. Ze zeiden: wij moeten de sleutel hebben. [6]
Verklaring van getuige [getuige 1]
Wij werden afgeschermd van de rest en wij kregen een verhaal te horen van wat hij precies wou. De man die de leiding had vertelde dat hij van het kamp uit Den Haag kwam en dat wij in zijn achtertuin zaten. Hij zei dat hij daar niet zo blij mee was en dat hij ons clubgebouw wilde hebben. Als we het niet zouden afstaan, dan zou hij de hele boel affakkelen. We kregen drie dagen bedenktijd. [7]
Verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1]
[slachtoffer], [getuige 1] en ik zijn bij het podium op een bank gaan zitten en hebben daar toen gesproken met die [verdachte] en drie à vier andere [motorclub 2] leden. Er werd meteen gevraagd of wij hun support club wilden worden want wij zaten in hun achtertuin en ze wilden geen toestanden in hun achtertuin. Het kwam er eigenlijk op neer dat als wij niet meededen dat de fik erin zou gaan. [8] Die andere [motorclub 2] leden stonden als een soort afscherming tussen ons en de buitendeur in. Sommige met hun rug naar ons toe. Er was een bedrukte sfeer. [9]
Op 18 januari 2013 was ik op mijn werk en werd ik gebeld door die [verdachte]. Hij zei dat hij voor de deur van ons clubhuis stond en dat ze naar binnen zouden gaan. Op dat moment kwam [slachtoffer] aanrijden en ik hoorde iemand aan [slachtoffer] vragen of hij de sleutel bij zich had. Ik ben na mijn werk naar het clubhuis gegaan. Ik vroeg aan [verdachte] wat er aan de hand was en [verdachte] zei tegen mij: we nemen het over, je kan je bij ons aansluiten. [10]
[verdachte] stond daar met volgens mij met dezelfde vicepresident als die ik op de elfde had gezien. [11]
Verklaringen van getuige [getuige 2]
Op vrijdag 11 januari 2013 kwamen er opeens een man of 25 binnen lopen. Ze stelden zich na binnenkomst direct zodanig op dat alle deuren van het clubgebouw waren geblokkeerd. De lichaamshouding van deze mannen maakte het intimiderend. Ik zag dat ze leren jacks aan hadden van de motorclub [motorclub 2]. Op een gegeven moment zag ik dat [slachtoffer] samen met [getuige 1] en [medeverdachte 1] in de zithoek aan de rechterkant van het clubgebouw zat. Op het moment dat [slachtoffer], [getuige 1] en [medeverdachte 1] in de zithoek in de nis zaten, stonden direct de mannen van de [motorclub 2] als een cordon voor de nis opgesteld. [12] Toen alle mannen van de [motorclub 2] weg waren vertelden [slachtoffer] en [getuige 1] dat er was gezegd dat ze voor de dinsdag erna de sleutels moesten overdragen aan de [motorclub 2] en als dat niet zou gebeuren de fik er in zou gaan. [13] De maandag de 14e zijn er stickers op de voordeur van het clubgebouw geplakt door de [motorclub 3] met de tekst “support”. [14]
Verklaring van getuige [getuige 5]
Op vrijdagavond 11 januari 2013 was ik in het clubgebouw. Er kwamen allemaal mannen van [motorclub 2] binnen. Ik ben niet zo heel erg gauw bang maar ik had wel op dat moment zoiets van ik moet geen rare dingen nu want anders zou het wel eens kunnen escaleren. Ik zag dat er een cordon van mannen van [motorclub 2] voor de nis tussen de wc’s stond. Ik begreep dat [slachtoffer] en [getuige 1] achter dit cordon zaten. Toen ze weg waren gegaan heeft [slachtoffer] uitgelegd dat de mannen onze club wilden overnemen en dat we dat het beste maar konden doen, want anders fikken ze hem af. [15]
Verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 4]
We hebben het er wel eens over gehad dat het mooi zou zijn als we een clubhuis in Leiden zouden hebben. Ik heb dat ook besproken met [verdachte], hij is secretaris van [motorclub 2]. [verdachte] zei toen dat ze [motorclub 1] op het oog hadden. [verdachte] zei dat ze al benaderd waren door [medeverdachte 1] en [getuige 3]. Vervolgens is er nog een tweede gesprek geweest tussen de kopstukken van [motorclub 2] en [slachtoffer]. Dat gesprek was afgeschermd. Er zat ene [betrokkene 1] bij, lid van de First, dat zijn de allereerste leden. [16]
Opeens hoorde ik [verdachte] zeggen: Kom we gaan even naar [motorclub 1]. [17] Op een gegeven moment moeten [slachtoffer] en zijn broer komen bij de jongens om wat te bepraten. De president [medeverdachte 2], een first [betrokkene 1] en verder kon ik het niet zien. [18]
Verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2]
Ik ben president. [19] Ik ben inderdaad bij die vergadering in Heiloo geweest. [20]
Whatsapp-berichten
In het dossier zijn de volgende berichten opgenomen, afkomstig uit de telefoon van [verdachte]. Het betreft berichten van en naar de telefoon met nummer [telefoonnummer 1]. Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 2]. Deze berichten luiden als volgt:
[M=[medeverdachte 2] en W=[verdachte]]
M -> W 19:19 uur: Ze begonnen gelijk over [motorclub 1] maar kom goed [betrokkene 6] beld effe met [betrokkene 8]
M -> W 22:23 uur: Nog effe gepraat maar we hebben groen licht
M -> W: 22:23 uur: Geen probleem
W -> M: 22:24 uur: We zitten er al
W -> M: 00:25uur: heb de sleutels in me zak. [21]
Belcontacten op 11 en 18 januari 2013
In de woonwagen van [medeverdachte 2] is een Iphone aangetroffen. Daarin is een telefoonlijst met de leden en de gegevens van [motorclub 2] aangetroffen. Van een groot aantal telefoons van deze leden van de [motorclub 2] zijn historische gegevens opgevraagd. [22]
Belcontacten leden [motorclub 2] in de omgeving van de [adres 2] Leiden
De volgende nummers maakten gebruik van zendmasten in de buurt van de [adres 2] in Leiden, alwaar het clubhuis van [motorclub 1] was gevestigd nabij perceel [adres 2] te leiden [23] (het tijdstip geeft alleen aan wanneer een toestel een mast voor de eerste keer gaat gebruiken):
Op 11 januari 2013 [24] om:
  • 22:19:19 uur [betrokkene 2]
  • 23:27:07 uur [medeverdachte 2]
  • 23:30:49 uur [verdachte]
  • 00:26:17 uur [medeverdachte 3]
  • 00:26:57 uur [betrokkene 3]
Op 18 januari 2013 [25] om:
  • 20:31:54 uur [betrokkene 2]
  • 21:06:55 uur [verdachte]
  • 21:37:40 uur [betrokkene 4]
  • 21:37:52 uur [betrokkene 5]
  • 22:11:06 uur [betrokkene 1]
  • 22:36:19 uur [betrokkene 16]
  • 22:44:00 uur [betrokkene 17]
De naam [betrokkene 1] met telefoonnummer [telefoonnummer 2] is vermeld in de telefoonlijst van de telefoon die op 26 maart 2013 is aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning aan het [adres 4] te Leiden. Dit telefoonnummer staat op naam van [betrokkene 1], geboren [geboortedatum 2] 1976. [26]
In de in de woning van [medeverdachte 2] aangetroffen iPhone zijn de namen ‘TT [betrokkene 1] First’ en ‘[betrokkene 1]’ gekoppeld aan het nummer [telefoonnummer 2] [27] .
Presentielijst
Op 26 maart 2013 vond een doorzoeking plaats in het clubhuis van de [motorclub 2], gelegen aan de [adres 5] in Den Haag. In het clubhuis werd een ‘presentielijst’ aangetroffen. Daarin is onder meer vermeld [28] :
  • [betrokkene 6] First
  • [betrokkene 7] First
  • [betrokkene 8] First
  • [betrokkene 1] First
  • [getuige 3] First
  • [betrokkene 10] First
  • [betrokkene 11] First
  • [betrokkene 12] Pres
  • [betrokkene 13] Vice
  • [betrokkene 5]
  • [verdachte] leiden Sec
  • [betrokkene 14] Road
  • [betrokkene 15] securaty.
3.4.1.2 Het oordeel van de rechtbank
Wat is er feitelijk gebeurd?
Uit de inhoud van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat op 11 januari 2013 een groot aantal leden van [motorclub 2], gekleed in full colors, het clubhuis van [motorclub 1] is binnen gegaan. Daarbij hebben deze leden zich verspreid in het clubhuis en hebben zij zich op verschillende plaatsen geposteerd. Drie leden van [motorclub 2] hebben daarop een gesprek gehad met [slachtoffer], [medeverdachte 1] en [getuige 1]. Dat gesprek vond plaats in een nis achter een rij van leden van de [motorclub 2], die daardoor de gespreksdeelnemers afschermden van de overige aanwezigen in het clubhuis. De rechtbank leidt uit de verklaringen van [slachtoffer], [medeverdachte 1] en [getuige 1] voorts af dat in dit gesprek door de [motorclub 2]-leden is gezegd dat zij lid moesten worden van [motorclub 2] en dat anders hun clubhuis zou worden afgefakkeld (in brand gestoken). Zij waren alle drie aanwezig bij het afgeschermde gesprek en hebben uit eigen wetenschap daarover verklaard. Dat [getuige 1] in eerste instantie niet heeft willen verklaren, maar dat later desgevraagd bij de rechter-commissaris wel heeft gedaan, doet aan de betrouwbaarheid van zijn verklaring niet af. Het verweer dat het bewijs voor deze woorden slechts uit één bron komen, verwerpt de rechtbank.
Ten aanzien van de gebeurtenissen op 18 januari 2013 bezigt de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] als bewijsmiddel. De verklaring van [slachtoffer] over de gebeurtenissen van 18 januari 2013 wordt ondersteund door de verklaring van [medeverdachte 1] die op het moment dat hij die avond door [verdachte] werd gebeld met de mededeling dat ze (de rechtbank begrijpt: de leden van [motorclub 2]) het clubhuis binnen zouden gaan, hoorde dat [slachtoffer] aan kwam rijden en dat aan hem de sleutel werd gevraagd. Met de verklaring van [slachtoffer] is eveneens bewijs voorhanden dat het clubhuis op het moment dat [slachtoffer] daar in de avond van 18 januari 2013 aankwam, was voorzien van een ander slot. Er kwamen meerdere [motorclub 2]-leden op [slachtoffer] af. Vervolgens is hem medegedeeld dat in Heiloo een vergadering van acht motorclubs was geweest, dat Zuid Holland aan de [motorclub 2] behoort en dat [motorclub 1] daar ook onder valt, dat het clubhuis van [motorclub 1] nu van [motorclub 2] is en dat hij de sleutel van het clubhuis moest afgeven. Dat heeft hij gedaan, zoals ook blijkt uit de Whatsapp berichten tussen medeverdachte [medeverdachte 2] en verdachte die avond.
De rechtbank zal in het navolgende ingaan op de vraag of verdachte bij deze gebeurtenissen aanwezig is geweest, wat zijn rol was, waar zijn opzet op gericht was en of de gebeurtenissen zijn aan te merken als afpersing door bedreiging met geweld als bedoeld in artikel 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De aanwezigheid ter plaatse van verdachte op 11 en 18 januari 2013
Verdachte heeft bij de politie in alle verhoren gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. Bij de rechter-commissaris heeft hij verklaard dat hij lid is van [motorclub 2] en de secretaris daarvan is. De rechtbank is, gelet op de hiervoor weergegeven verklaringen van [slachtoffer], [medeverdachte 1] en het aanstralen van een nabij gelegen zendmast door de telefoon van verdachte en de Whatasappberichten in zijn telefoon, van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte op 11 en 18 januari 2013 in het clubhuis van [motorclub 1] is geweest en dat hij één van de drie [motorclub 2]-leden was die op 11 januari 2013 het afgeschermde gesprek voerden met de drie [motorclub 1]-leden en op 18 januari 2013 de sleutel van het clubhuis onder zich heeft genomen. Op grond van de weergegeven bewijsmiddelen kan eveneens worden geconcludeerd dat ook medeverdachten [betrokkene 1] en [medeverdachte 2] op 11 januari 2013 in de nis zaten en voorts dat [betrokkene 1] er ook op 18 januari 2013 weer bij was. [medeverdachte 2] was er die avond niet bij, hij was toen bij een vergadering van de Raad van Acht in Heiloo, waar [motorclub 1] op de agenda stond.
Was sprake van bedreiging met geweld als bedoeld in artikel 317 Sr?
Het geweld als bedoeld in artikel 317 Sr hoeft niet gericht te zijn tegen de persoon die tot afgifte wordt gedwongen. Het geweld kan gericht zijn tegen anderen personen of tegen goederen. In dit geval is gedreigd met het affakkelen van het clubhuis. Naar het oordeel van de rechtbank kan dit zonder meer worden aangemerkt als bedreiging met geweld als bedoeld in artikel 317 Sr, evenals bedreiging met brandstichting als bedoeld in artikel 285.
Opzet op de afpersing en/of bedreiging?
Volgens de raadsvrouw is er geen sprake geweest van een vijandige overname van (het clubhuis van) [motorclub 1], maar van een akkoord tussen [motorclub 2] en [motorclub 1] over aansluiting van [motorclub 1] bij [motorclub 2]. De rechtbank volgt de raadsvrouw hierin niet en overweegt daartoe als volgt.
Uit het dossier kan worden afgeleid dat in december 2012 leden van [motorclub 2] een aantal keren een bezoek hebben gebracht aan het clubhuis van [motorclub 1]. Tijdens één van die bezoeken hebben zij aan de toen aanwezige leden van [motorclub 1] gevraagd of die interesse hadden om ‘support-club’ te worden van [motorclub 2]. Hierop hebben de [motorclub 1]-leden aangegeven hierin geen interesse te hebben.
Vervolgens heeft op 11 januari 2013 een groot – overweldigend – aantal [motorclub 2]-leden zich in full-colors naar het clubhuis van [motorclub 1] begeven om daar een onaangekondigd bezoek af te leggen. Een aantal leden van [motorclub 2] heeft een gesprek gevoerd met (bestuurs)leden van [motorclub 1]. Verdachte was één van die [motorclub 2]-leden. Uit de verklaringen van getuigen en medeverdachten vloeit voort dat de sfeer in het clubgebouw op slag veranderde. In het gesprek waaraan verdachte deelnam werd bovendien gedreigd met brandstichting als [motorclub 1] zich niet bij [motorclub 2] zou aansluiten.
Na de bedreiging met geweld van 11 januari 2013 werd [slachtoffer] op 18 januari 2013 opnieuw – onverwacht – geconfronteerd met meerdere [motorclub 2]-leden, onder wie verdachte. Daarbij werd hem gesommeerd de sleutel af te geven.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het voorgaande niet anders worden uitgelegd dan dat het opzet van de verdachte gericht was op het kwaadschiks overnemen van het [motorclub 1]-clubhuis, nadat dit eerder op vriendschappelijke wijze niet was gelukt.
Opzet op het medeplegen?
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling van het medeplegen van het onder 1 primair tenlastegelegde is vereist dat de bewezenverklaarde intellectuele en of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. [29] In casu hebben verdachte, [medeverdachte 2] en [betrokkene 1] op 11 januari 2013 het afgeschermde gesprek gevoerd in het clubhuis van [motorclub 1], ondersteund door een grote groep [motorclub 2]-leden. Op 18 januari 2013 heeft [medeverdachte 2] over het overnemen van het clubhuis gesproken met leden van andere motorclubs toen hij in Heiloo was. De uitkomsten van dat overleg heeft hij diezelfde avond nog laten weten aan verdachte. Vervolgens hebben verdachte en [betrokkene 1] de feitelijke handeling van het afhandig maken van de sleutel en het clubhuis uitgevoerd en daarmee de afpersing voltooid, wederom ondersteund door andere [motorclub 2]-leden. Naar het oordeel van de rechtbank is daarmee sprake van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en zijn mededaders.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, samen met anderen, schuldig heeft gemaakt aan de afpersing van het clubhuis en de sleutel van dat clubhuis en aan bedreiging met brandstichting van [slachtoffer] en andere leden van [motorclub 1]. De onder feit 1 primair tenlastegelegde alternatieve/cumulatieve feiten kunnen dus wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
3.4.2
Feit 2 (hennep)
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren, heeft bekend – te weten het aanwezig hebben van 5,9 kilogram hennep – en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsvrouw voor dit feit vrijspraak hebben bepleit, zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen, als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
- proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van een woning gelegen aan de [adres 3] te Rijnsburg op 26 maart 2013 (waarbij henneptoppen zijn aangetroffen); [30]
- ID staat, inhoudende dat de [adres 3] te Rijnsburg het GBA-adres van verdachte is; [31]
- proces-verbaal Inbeslagname Henneptoppen KL037, inhoudende dat de henneptoppen 5,9 kilogram wogen; [32]
- proces-verbaal van bevindingen, inhoudende het insturen van monsters inzake locatie KL037 naar het Nederlands Forensisch Instituut; [33]
- rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, inhoudende dat de ingezonden monsters hennep bevatten; [34]
- proces-verbaal verhoor verdachte inbewaringstelling, inhoudende de bekennende verklaring van verdachte. [35]
Op grond van deze bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte op 26 maart 2013 te Rijnsburg opzettelijk 5,9 kilogram hennep aanwezig heeft gehad.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten aanzien van verdachte bewezen dat:
1. primair eerste en tweede cumulatief/alternatief.
hij in de periode van 11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Leiden tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] en
éénof meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een clubhuis, gelegen aan de [adres 2] en een sleutel van dat clubhuis, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of motorclub [motorclub 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke bedreiging met geweld bestond uit het
(op 11 januari 2013:)
- onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de [motorclub 2] dat clubhuis van motorclub [motorclub 1] binnen gaan en
- bewaken van de deur van dat clubhuis en
- rondom verspreid in dat clubhuis met de ruggen tegen de wanden gaan staan en
- die [slachtoffer] en twee andere leden van motorclub [motorclub 1] van de overige aanwezigen scheiden en afschermen en
- die [slachtoffer] en
die tweeandere leden van motorclub [motorclub 1] mededelen dat zij lid moesten worden van motorclub [motorclub 2] want anders zou hun clubhuis afgefakkeld worden en
(op 18 januari 2013:)
- onverwacht met een aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de [motorclub 2]" naar dat clubhuis van motorclub [motorclub 1] gaan en
- die [slachtoffer] mededelen (zakelijk weergegeven) dat zij net in Heiloo een vergadering van 8 motorclubs hebben gehad, dat Zuid Holland aan de [motorclub 2] is toegekend, dat [motorclub 1] daar ook onder valt, dat het clubhuis van [motorclub 1] nu dus van [motorclub 2] is en dat die [slachtoffer] de sleutel van het clubhuis moet inleveren en dat die [slachtoffer] zich bij die [motorclub 2] aan kon sluiten;
en
hij
in de periode van11 januari 2013 tot en met 20 februari 2013 te Leiden, tezamen en in vereniging met anderen [slachtoffer] en één of meer ander(e) (aspirant) lid/leden van motorclub [motorclub 1] heeft bedreigd met brandstichting, immers hebben
/zijnverdachte en zijn mededaders opzettelijk dreigend
(op 11 januari 2013)
- onverwacht met een groot aantal personen, gekleed in "full colors" (motorkleding) van de [motorclub 2] het clubhuis van motorclub [motorclub 1] binnen
gegaanen
- de deur van dat clubhuis bewaakt en
- rondom verspreid in dat clubhuis met de ruggen tegen de wanden gestaan en
- die [slachtoffer] en twee andere leden van motorclub [motorclub 1] van de overige aanwezigen gescheiden en afgeschermd en
- die [slachtoffer] en
die tweeandere leden van motorclub [motorclub 1] op medegedeeld dat zij lid moesten worden van motorclub [motorclub 2] want anders zou hun clubhuis afgefakkeld worden.
2.
hij op 26 maart 2013 te Rijnsburg, gemeente Katwijk, opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan de [adres 3]) 5,9 kilo hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
ten aanzien van feit 1 primair eerste cumulatief/alternatief:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 1 primair tweede cumulatief/alternatief:
medeplegen van bedreiging met brandstichting;
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van dat middel.

5.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte:
- voor feit 1, primair, wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en
- voor feit 2 wordt veroordeeld tot een geldboete van € 4.000,-, subsidiair 50 dagen hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht maximaal een straf gelijk aan de duur van het door verdachte ondergane voorarrest op te leggen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan afpersing en bedreiging met brandstichting. Op 11 januari 2013, in de avond, zijn verdachte en zijn mededaders, allen lid van motorclub [motorclub 2] ([motorclub 2]), naar het clubhuis van [motorclub 1] in Leiden gegaan. De [motorclub 2]-leden waren op dat moment met twintig tot dertig mannen, gekleed in ‘full colors’. Zij gingen naar Leiden met het doel om het clubhuis van [motorclub 1] kwaadschiks in handen te krijgen, nu dat eerder, goedschiks, niet was gelukt. Op dat moment was bij [motorclub 2] bekend dat [motorclub 1] nog ongeveer tien tot twaalf leden had. Met genoemd opzet zijn de [motorclub 2]-leden, onaangekondigd, tijdens een clubavond van [motorclub 1], het clubhuis binnengevallen. Een aantal leden heeft zich strategisch in het clubhuis opgesteld langs de wanden en bij de deur. Vervolgens is een aantal bestuursleden van motorclub [motorclub 1] door een aantal (bestuurs)leden van [motorclub 2] apart genomen voor een gesprek. In dat gesprek hebben de [motorclub 2]-leden te kennen gegeven dat zij vonden dat het clubhuis van [motorclub 1] in het territorium van [motorclub 2] viel en dat er voor [motorclub 1] maar twee keuzes waren; aansluiten bij [motorclub 2] of hun clubhuis in brand laten steken. Er werd toen ook een ultimatum gesteld; [motorclub 1] moest binnen drie dagen beslissen.
Verdachte, secretaris van [motorclub 2], was één van de mannen die het gesprek met de leden van [motorclub 1] hebben gevoerd. Verdachte heeft voorts na 11 januari 2013 meermalen contact opgenomen met de voorzitter van [motorclub 1].
Op 18 januari 2013 is verdachte wederom – samen met een groep [motorclub 2]-leden – naar het clubhuis van [motorclub 1] gegaan, dat, naar aanleiding van de gebeurtenissen van 11 januari 2013, op advies van de politie, niet open was. Toen de voorzitter van [motorclub 1] bij het clubhuis aankwam om de kachel te controleren, werd hem meegedeeld dat de overname door [motorclub 2] nu ook met de [motorclub 3] in Heiloo was afgekaart en dat het clubhuis dus nu van [motorclub 2] was. Hem werd verzocht de deur van het clubhuis , waar overigens ook al een ander slot op hing, open te doen. Later die avond heeft de voorzitter van [motorclub 1] het clubhuis, zonder de sleutel, verlaten.
In de dagen daarna heeft verdachte de administratieve afwikkeling van de overname geregeld en een maand later, tijdens een kort geding-zitting, zich gepresenteerd als vertegenwoordiger van het ‘nieuwe’ [motorclub 1].
De gebeurtenissen van een week in januari 2013 hebben grote impact gehad op de leden van [motorclub 1]. Uit verklaringen van de leden die op 11 januari 2013 in het clubhuis aanwezig waren blijkt dat zij volkomen verrast waren door het plotselinge binnenstormen van [motorclub 2]. Toen, na het vertrek van [motorclub 2], bekend was wat de reden van het bezoek was geweest, was de verslagenheid groot. Een week later werd het doel van verdachte en zijn mededaders, het in handen krijgen van het clubhuis van [motorclub 1], ook daadwerkelijk bereikt. De rechtbank kan dit alles niet anders zien dan gericht op één doel; het uitbreiden van het territorium van [motorclub 2] in Zuid-Holland. Dat deze wijze van ‘landjepik’ ook in de verdere samenleving beroering heeft teweeggebracht, blijkt uit de ruime media-aandacht voor deze zaak.
Uit het dossier komt naar voren dat verdachte één van de drijvende krachten is geweest achter de overname van het clubhuis van [motorclub 1]. De rechtbank rekent dit alles verdachte zwaar aan.
Voorts heeft verdachte 5,9 kilogram hennep aanwezig gehad. Softdrugs kunnen ernstige schade toebrengen aan de volksgezondheid. De met de handel in drugs gepaard gaande criminaliteit wordt door verdachtes handelen tevens in stand gehouden. Het ongecontroleerd bezit van en de ongecontroleerde handel in softdrugs dient dan ook te worden bestreden.
Verdachte is – blijkens een hem betreffend uittreksel uit het documentatieregister d.d. 23 december 2014 – in de afgelopen vijf jaren niet voor strafbare feiten veroordeeld.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat het opleggen van nader te noemen, deels voorwaardelijke, gevangenisstraf passend en geboden is.

7.De inbeslaggenomen goederen

7.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen (beslaglijst, die als bijlage C aan dit vonnis is gehecht) onder 2, 3, 5 t/m 9 genummerde voorwerpen zullen worden verbeurdverklaard, dat het onder 1 genummerde voorwerp zal worden onttrokken aan het verkeer en dat het onder 4 genummerde voorwerp zal worden teruggegeven aan verdachte.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat het [motorclub 2] clubhesje aan verdachte wordt teruggegeven.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 3, 5, 7 en 8 genummerde voorwerpen verbeurdverklaren (een sealapparaat, weegapparatuur, verpakkingsmateriaal en een inpakmachine). Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.
De rechtbank zal de op de beslaglijst onder 1 en 4 genummerde voorwerpen onttrekken aan het verkeer (een Co2 revolver en valse visitekaartjes van de FIOD en KLPD). Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien deze aan de dader of verdachte toebehorende voorwerpen bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten zijn aangetroffen, terwijl die voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Nu het belang van strafvordering zich daartegen niet meer verzet, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 2, 6 en 9 genummerde voorwerpen (drie vestjes van de [motorclub 2] en een geldteller).

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 57, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3, 11 van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst II.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair (eerste en tweede cumulatief/alternatief) en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van feit 1 primair eerste cumulatief/alternatief:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van feit 1 primair tweede cumulatief/alternatief:
medeplegen van bedreiging met brandstichting;
ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van dat middel.
verklaart het bewezen verklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
verklaart
verbeurdde op de beslaglijst onder
3, 5, 7 en 8genummerde voorwerpen, te weten:
#3: een sealapparaat(Famos F108 TX),
#5: een weegapparaat(CAS SW),
#7: verpakkingsmateriaalen
#8: een inpakmachine(Henkelman Boxer 42);
verklaart
onttrokken aan het verkeerde op de beslaglijst onder
1 en 4genummerde voorwerpen, te weten:
#1: een Co2 revolver(GAMO met zwart koffertje) en
#4: valse visitekaartjes van de FIOD en KLPD;
gelast de
teruggave aan verdachtevan de op de beslaglijst onder
2, 6 en 9genummerde voorwerpen, te weten:
#2: een vest([motorclub 2] hesje),
#6: een geldtelleren
#9: twee vesten([motorclub 2] hesje).
Dit vonnis is gewezen door
mr. H. Steenhuis, voorzitter,
mr. J.E. Bierling, rechter,
mr. S.L.M. Staals, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A.J. van Zelst, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 februari 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van de processen-verbaal en rapporten uit het dossier inzake onderzoek 163Cabo.
2.Proces-verbaal van verhoor getuige, [slachtoffer] d.d.20 januari 2013, Algemeen dossier , p. 10.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige, [slachtoffer] d.d.20 januari 2013, Algemeen dossier, p. 11.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige, [slachtoffer] d.d.28 maart 2013, Algemeen dossier, p. 35.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige, [slachtoffer] d.d.28 maart 2013, Algemeen dossier, p. 36.
6.Proces-verbaal van verhoor getuige, [slachtoffer] d.d. 28 maart 2013, Algemeen dossier, p. 37.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris op 10 september 2014, [getuige 1], punt 8.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 27 maart 2013, dossier [verdachte], p. 41.
9.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 27 maart 2013, dossier [verdachte], p. 42.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 28 maart 2013, dossier [verdachte], p. 45.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 4 april 2013, dossier [verdachte], p. 175.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 24 januari 2013, Algemeen dossier, p. 15.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 24 januari 2013,Algemeen dossier, p. 16.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] d.d. 24 januari 2013, Algemeen dossier, p. 17.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] d.d. 25 januari 2013, Algemeen dossier, p. 21.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] d.d. 26 maart 2013, dossier [verdachte], p. 62.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] d.d. 5 april 2013, dossier [medeverdachte 4], p. 99.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 4] d.d. 5 april 2013, dossier [medeverdachte 4], p. 100.
19.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 26 maart 2013, dossier [medeverdachte 2], p. 26.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 27 maart 2013, dossier [medeverdachte 2] p. 29.
21.Proces-verbaal iPhone [verdachte], dossier [verdachte], p. 201.
22.Proces-verbaal Belcontacten, Algemeen dossier 2, p. 301.
23.Proces-verbaal Belcontacten [motorclub 2] omgeving [adres 2] Leiden, Algemeen dossier p. 209.
24.Proces-verbaal Belcontacten [motorclub 2] omgeving [adres 2] Leiden, Algemeen dossier p. 210; proces-verbaal historische verkeersgegevens op 11 en 18 januari 2013, Algemeen dossier 2, p. 340 t/m 346.
25.Proces-verbaal Belcontacten [motorclub 2] omgeving [adres 2] Leiden, Algemeen dossier p. 211; proces-verbaal historische verkeersgegevens op 11 en 18 januari 2013, Algemeen dossier 2, p. 340 t/m 346.
26.Proces-verbaal Belcontacten [motorclub 2] omgeving [adres 2] Leiden, Algemeen dossier p. 214.
27.Proces-verbaal onderzoek iPhone, proces-verbaal 163Cabo III, p. 47.
28.Geschrift, Algemeen dossier, p. 59.
29.Hoge Raad 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474.
30.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, dossier [verdachte], p. 106 en 107.
31.Geschrift, te weten ID staat, dossier [verdachte], p. 14.
32.Proces-verbaal Inbeslagname Henneptoppen KL037, dossier [verdachte], p. 148.
33.Proces-verbaal van bevindingen, dossier [verdachte], p. 149 en 150.
34.Rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, p. dossier [verdachte], p. 196.
35.Proces-verbaal van verhoor inbewaringstelling, 29 maart 2013, punt 4.