ECLI:NL:RBDHA:2015:14592
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring en ongegrond verklaring van bezwaar tegen functietoewijzing bij de Koninklijke Marechaussee
In deze zaak heeft eiser, een opperwachtmeester bij de Koninklijke Marechaussee, beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Defensie. Dit besluit, genomen op 10 maart 2015, verklaarde het bezwaar van eiser tegen een mondelinge mededeling van de voorzitter van de Opleidings Advies Commissie (OAC) van 11 april 2013 niet-ontvankelijk en het bezwaar tegen een eerder besluit van 1 augustus 2013 ongegrond. Eiser had gesolliciteerd naar de functie van senior acquisitiemedewerker, maar zijn sollicitatie werd afgewezen op basis van een negatief advies van de OAC, die oordeelde dat hij niet over de benodigde capaciteiten beschikte om toegelaten te worden tot de officiersopleiding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de OAC op 11 april 2013 een negatief oordeel over eiser heeft geveld, wat de basis vormde voor de afwijzing van zijn sollicitatie. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de rechtbank oordeelde dat het advies van de OAC niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan worden aangemerkt, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen reden was om te twijfelen aan de objectiviteit van de OAC, ondanks de aanwezigheid van een lid dat mogelijk belangen had.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat verweerder in redelijkheid heeft kunnen besluiten om eiser de geambieerde functie niet toe te wijzen. De rechtbank concludeerde dat de selectieprocedure correct was uitgevoerd en dat de negatieve beoordeling van de OAC terecht was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.