ECLI:NL:RBDHA:2015:14490
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verlenging verblijfsvergunning en inreisverbod op basis van openbare orde
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 december 2015 uitspraak gedaan in het beroep van eiser, een Marokkaanse man, tegen de afwijzing van zijn aanvraag tot verlenging van zijn verblijfsvergunning en het opgelegde inreisverbod van tien jaar. Eiser, die sinds 1992 in Nederland verblijft, had een verblijfsvergunning op basis van gezinshereniging. De aanvraag tot verlenging werd afgewezen op grond van een gevaar voor de openbare orde, aangezien eiser onherroepelijk was veroordeeld voor meerdere misdrijven tussen 2001 en 2014. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag en het inreisverbod niet in strijd waren met artikel 8 van het EVRM, dat het recht op respect voor privé- en gezinsleven waarborgt. Eiser voerde aan dat hij recht had op verlenging van zijn verblijfsvergunning op basis van het rechtszekerheidsbeginsel, maar de rechtbank oordeelde dat de nieuwe wetgeving van toepassing was op zijn situatie, aangezien zijn laatste veroordeling na de wetswijziging had plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de openbare orde zwaarder wogen dan de persoonlijke belangen van eiser, ondanks zijn lange verblijf in Nederland en de banden met zijn familie. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het inreisverbod ongegrond en het beroep tegen de afwijzing van de verblijfsvergunning niet-ontvankelijk.