Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
V-nummers: [V-nummers]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, bestaande uit een Syrische familie, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) werd afgewezen. De aanvraag was ingediend met het doel gezinshereniging in het kader van nareis te realiseren. De rechtbank heeft op 26 november 2015 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de eisers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. N. Brands, en de staatssecretaris door mr. M.A.M. Janssen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat referent, de hoofdpersoon van de aanvraag, op 2 juli 2014 Nederland is ingereisd en op dat moment meerderjarig was. De staatssecretaris had de aanvraag afgewezen op basis van het feit dat referent ten tijde van de aanvraag de meerderjarige leeftijd had bereikt, en dat hij niet voldeed aan de voorwaarden van het nareisbeleid. Eisers betoogden dat het peilmoment voor de beoordeling van de meerderjarigheid het moment van vertrek uit het land van herkomst moest zijn, en niet de datum van de aanvraag.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris ten onrechte het peilmoment had vastgesteld op de datum van de aanvraag en dat de leeftijd van referent op het moment van inreis in Nederland bepalend was. Desondanks werd het beroep ongegrond verklaard, omdat de eisers, zelfs met de juiste maatstaf, niet in aanmerking kwamen voor de gevraagde mvv. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht was afgewezen en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.