ECLI:NL:RBDHA:2015:14207

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 juli 2015
Publicatiedatum
9 december 2015
Zaaknummer
C/09/466040 / FA RK 14-3681
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en omgangsregeling met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2015 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij ook de zorg voor hun minderjarige kinderen aan de orde is. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.R. Schenkhuizen, heeft op 16 mei 2014 een verzoek tot echtscheiding ingediend. De man, die zonder bekende woonplaats is, heeft verweer gevoerd tegen het verzoek en is vertegenwoordigd door mr. J.T.R.J. Bracke. De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder verzoekschriften en correspondentie van beide partijen. Tijdens de zitting op 23 juni 2015 hebben beide partijen ingestemd met een verwijzing naar het omgangshuis 'Ouderschap Blijft' om het contact tussen de man en de minderjarige kinderen te herstellen. De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden tot 1 oktober 2015, in afwachting van de resultaten van dit traject. De rechtbank heeft tevens voorlopige voorzieningen getroffen, waaronder de vaststelling van kinderalimentatie en partneralimentatie, en heeft bepaald dat de vrouw het gebruik van de echtelijke woning behoudt. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de genomen maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er nog beroep worden aangetekend.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
7x
Rekestnummer: FA RK 14-3681 (echtscheiding) en FA RK 14-6786 (verdeling)
Zaaknummer: C/09/466040 (echtscheiding) en C/09/472566 (verdeling)
Datum beschikking: 21 juli 2015

Scheiding

Beschikking op het op 16 mei 2014 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,
thans wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. E.R. Schenkhuizen te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,
zonder bekende woonplaats, kennelijk verblijvende te [verblijfplaats] ,
advocaat: voorheen mr. J.C. Herweijer te Rijswijk, thans mr. J.T.R.J. Bracke te
’s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • de brief d.d. 26 mei 2014 van de zijde van de vrouw, met als bijlage het exploot
van betekening van het verzoekschrift;
  • de twee berichten d.d. 5 juli 2014, bij de rechtbank binnengekomen d.d. 7 juli 2014, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
  • het bericht d.d. 4 augustus 2014, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
  • de brief d.d. 5 augustus 2014 van de zijde van de vrouw, met bijlagen, mede inhoudende een wijziging/aanvulling van haar verzoek;
  • het faxbericht d.d. 4 september 2014 van de zijde van de vrouw;
  • het verweerschrift tevens verzoekschrift;
- het verweer tegen het zelfstandig verzoek;
- het bericht d.d. 29 januari 2015 van de zijde van de man;
- het op 3 februari 2015 bij de rechtbank binnengekomen formulier verdelen en verrekenen van de zijde van de vrouw;
- de brief d.d. 1 april 2015, met bijlagen, van de zijde van de vrouw;
- de brief d.d. 16 april 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht d.d. 12 juni 2015, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het aanvullend verzoekschrift van de zijde van de man.
De minderjarige [de minderjarige 1] is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken.
Op 23 juni 2015 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: partijen met hun advocaten. Van de zijde van de vrouw zijn pleitnotities overgelegd.

Verzoek en verweer

Het verzoek zoals dat thans luidt, strekt tot echtscheiding (naar Nederlands recht), met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij de vrouw;
- toedeling aan de vrouw van het huurrecht van de echtelijke woning aan de [adres] ;
- vaststelling van kinderalimentatie van € 300,-- per maand per kind, met ingang van de datum dat de echtscheidingsbeschikking in de daartoe bestemde openbare registers zal zijn ingeschreven, telkens bij vooruitbetaling te voldoen vóór de eerste van de maand, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist acht;
- vaststelling van door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie van
€ 750,-- per maand, vermeerderd met het bedrag aan woonlasten (huur, gas, water, licht, hoogheemraadschap en onroerendezaakbelasting), met ingang van de datum dat de echtscheidingsbeschikking in de daartoe bestemde openbare registers zal zijn ingeschreven, bij vooruitbetaling vóór de eerste van de maand te voldoen, althans dat aan haar een zodanig bedrag zal worden toegekend als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
- bepaling dat de man gespecificeerd opgave dient te doen onder overlegging van de nodige bewijsstukken van hetgeen behoort tot de huwelijksgemeenschap;
- verdeling bij beschikking van de bestaande huwelijksgemeenschap volgens het toepasselijke recht (volgens de vrouw het Keniaanse recht);
- bepaling dat het door de man opgebouwde pensioen dient te worden verevend volgens de Wet, althans dient te worden verdeeld,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De man voert thans verweer tegen het verzochte, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Tevens heeft de man thans nog zelfstandig verzocht tot:
- bekrachtiging dat het huwelijk, tussen partijen gesloten op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] (Kenia), nietig is, zoals is bepaald bij de uitspraak van 27 juni 2014 door de rechtbank “the Kadhi’s Court” te [plaats] (Kenia);
- toedeling aan de man van het huurrecht van de echtelijke woning aan de [adres] ;
- vaststelling van de gewone woon- en verblijfplaats van de minderjarige kinderen van partijen bij de man;
- bepaling dat de vrouw aan de man verstrekt enkele primaire zaken, waaronder in ieder geval zijn kleding;
- bepaling dat de vrouw de door de man aan de vrouw per 6 maart 2014 onverschuldigd betaalde partneralimentatie van € 750,-- per maand terug dient te betalen, over de periode 6 maart 2014 tot en met november 2014 zijnde een totaalbedrag van € 6.604,83 te vermeerderen met de maandelijks door de man vanaf december 2014 onverschuldigd betaalde voorlopige partneralimentatie;
- bepaling:
- primair dat, voor het geval dat de minderjarigen bij de man hun gewone woon- en verblijfplaats zullen hebben, een contactregeling tussen de vrouw en de minderjarigen zal gelden, inhoudende ieder weekend van vrijdagmiddag direct na school tot en met zondagavond 19.00 uur, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen, zolang de vrouw in Nederland haar gewone woon- en verblijfplaats heeft;
- subsidiair dat, voor het geval dat de rechtbank bepaalt dat de minderjarigen bij de vrouw hun gewone woon- en verblijfplaats zullen hebben, een contactregeling tussen de man en de minderjarigen zal gelden, inhoudende dat de minderjarigen ieder weekend van vrijdagmiddag direct na school tot en met zondagavond 19.00 uur bij de man zullen verblijven, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen;
- bepaling:
- primair dat de man voortaan alleen is belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen;
- subsidiair, indien de rechtbank dit niet wenselijk acht, dat de man eveneens wordt belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De vrouw voert verweer tegen het verzochte, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.

Feiten

- Partijen zijn op [datum huwelijk] te [plaats huwelijk] , Kenia, getrouwd.
- Uit de vrouw zijn de volgende thans nog minderjarige kinderen geboren:
­ [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Kenia;
­ [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
­ [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
- De minderjarigen verblijven thans bij de vrouw.
- De man had eerst de Keniaanse nationaliteit en heeft thans de Nederlandse nationaliteit en de vrouw heeft de Keniaanse nationaliteit.
- Deze rechtbank heeft op 30 april 2014 voorlopige voorzieningen getroffen, voor zover thans van belang inhoudende:
­ dat de vrouw bij uitsluitend gebruik gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning te [adres] – met inbegrip van de inboedel – en met het bevel dat de man die woning verder niet mag betreden, onder de beperking dat dit recht van de vrouw eindigt op het moment dat de vrouw de woning daadwerkelijk verlaat;
­ dat de minderjarigen aan de vrouw zullen worden toevertrouwd;
­ dat de door de man met ingang van 6 maart 2014 aan de vrouw voorlopig te betalen kinderalimentatie op € 300,-- per kind per maand is vastgesteld;
­ dat de door de man met ingang van 6 maart 2014 aan de vrouw voorlopig te betalen partneralimentatie op € 750,-- per maand is vastgesteld.

Beoordeling

Contactregeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
De rechtbank gaat er vooralsnog van uit dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is. Daarom is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek tot vaststelling van de contactregeling ten aanzien van de minderjarigen.
Inhoudelijke beoordeling
Partijen hebben er ter terechtzitting beiden mee ingestemd dat zij naar het omgangshuis (Ouderschap Blijft) zullen worden verwezen, teneinde het contact tussen de minderjarigen en de man weer op te starten. De rechtbank zal partijen daarom verwijzen naar het omgangshuis en de zaak in afwachting daarvan pro forma aanhouden tot 1 oktober 2015. Gelet op de geplande vakantie van de man, zal de rechtbank daarbij bepalen dat partijen zich uiterlijk 10 augustus 2015 bij het expertisecentrum dienen te melden.
Partijen hebben ter terechtzitting afgesproken dat zij de periode tot 1 oktober 2015 verder zullen gebruiken om via een viergesprek tussen partijen en hun advocaten nader te onderzoeken of zij al dan niet gedeeltelijk tot overeenstemming kunnen komen, ook ten aanzien van de overige verzoeken. Zij zullen daarbij tevens de mogelijkheden en de juridische gevolgen met betrekking tot de echtscheiding c.q. de nietigheid van het huwelijk in kaart brengen.
Voor zover partijen tot gehele dan wel gedeeltelijke overeenstemming zijn gekomen, kunnen zij de inhoud hiervan schriftelijk aan de rechtbank mededelen, opdat deze – zo mogelijk en indien gewenst – in een beschikking kan worden opgenomen. Indien partijen onverhoopt niet tot (gehele) overeenstemming komen, dienen zij hun stellingen ten aanzien van de nog voorliggende verzoeken in te richten op basis van het toepasselijke recht op de betreffende verzoeken. Partijen dienen alsdan de nog resterende geschilpunten te benoemen en de gewenste voortgang van de procedure aan te geven. De rechtbank zal vervolgens beslissen over het vervolg van de procedure, waarbij de mogelijkheid bestaat dat de zaak verder ter terechtzitting (nader) zal worden behandeld.
In afwachting van de resultaten van het traject bij het omgangshuis en het overleg tussen partijen zal de rechtbank iedere verdere beslissing ten aanzien van de echtscheiding, het huurrecht, het gezag, de hoofdverblijfplaats, de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken de kinderalimentatie, de partneralimentatie, de verdeling van het huwelijksgemeenschap, de verevening, het verstrekken van goederen en de proceskosten pro forma aanhouden tot
1 oktober 2015.

Beslissing

De rechtbank:
verwijst partijen, te weten:
[de man],
(man)
(volgens eigen opgave) verblijvende te [verblijfplaats] ,
en
[de vrouw],
(vrouw)
wonende te [woonplaats] ;
naar Expertisecentrum Haaglanden voor toeleiding en doorverwijzing naar Ouderschap Blijft voor het onder begeleiding op gang brengen van de contacten tussen de man voornoemd en de minderjarigen:
­ [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Kenia;
­ [de minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
­ [de minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat partijen zich uiterlijk
10 augustus 2015dienen te melden bij Expertisecentrum Haaglanden (adres als na te melden, telefoonnummer: 070-3082984);
bepaalt dat partijen na het verkrijgen van een doorverwijzing naar het omgangshuis – Ouderschap Blijft – Begeleide Omgang Stichting Jeugdformaat, Albertus de Oudelaan 1, 2273 CW te Voorburg, gaan voor begeleide contacten;
beveelt de griffier binnen twee dagen na heden een afschrift van deze beschikking te zenden naar:
Expertisecentrum Haaglanden
T.a.v. C. Nieuwpoort en J. E. Baltus
Neherkade 3000
2521 VX Den Haag;
bepaalt dat Expertisecentrum Haaglanden de rechtbank vóór na te melden pro formadatum rapporteert omtrent het verloop van de begeleide contacten;
bepaalt dat partijen de rechtbank vóór na te melden pro formadatum berichten conform hetgeen hiervoor is overwogen en daarbij aangeven of een nadere mondelinge behandeling is gewenst of dat de zaak schriftelijk kan worden afgedaan;
verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt iedere verdere beslissing ten aanzien van de echtscheiding, het huurrecht, het gezag, de hoofdverblijfplaats, de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, de kinderalimentatie, de partneralimentatie, de verdeling van de huwelijksgemeenschap, de verevening, het verstrekken van goederen en de proceskosten aan tot
1 oktober 2015 pro forma.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.M. van der Schenk, mr. S.M. Westerhuis-Evers en mr. A.M.A. Keulen, tevens kinderrechters, bijgestaan door mr. L. Mos als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juli 2015.