Vrijspraak feit 2
De kernvraag
De rechtbank ziet zich gesteld voor de vraag of de 260 ton puin, afkomstig van de sloop van de opstallen aan de [adres 3] te [plaatsnaam] , is aan te merken als gevaarlijke afvalstoffen.
Regelgeving
Op grond van artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, zoals die bepaling luidde ten tijde van het tenlastegelegde, moeten onder “afvalstoffen” worden verstaan:
alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. En onder “gevaarlijke afvalstof”:
afvalstof die een of meer van de in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit.
Artikel 3 van voormelde richtlijn (nr. 2008/98/EG) luidde ten tijde van het ten laste gelegde als volgt:
In deze richtlijn wordt verstaan onder:
1. "afvalstof": elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;
2. “gevaarlijke afvalstof”: een afvalstof die een of meer van de in bijlage III genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit.
In Bijlage III (Gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen) is vermeld:
H7 “Kankerverwekkend”: stoffen en preparaten die door inademing of door opneming via de mond of de huid kanker veroorzaken of de frequentie van kanker kunnen doen toenemen.
Afvalstoffen zijn ingedeeld in categorieën in de zogenoemde afvalstoffenlijst (Eurallijst).
In rubriek 17 06 (Isolatiemateriaal en asbesthoudend bouwmateriaal) is vermeld:
17 06 05*: asbesthoudend bouwmateriaal.
In rubriek 17 09 (Overig bouw- en sloopafval) is vermeld:
17 09 03*c: overig bouw- en sloopafval (inclusief gemengd afval) dat gevaarlijke stoffen bevat.
In de Regeling Europese Afvalstoffenlijst, zoals die luidde ten tijde van het tenlastegelegde, is vermeld in artikel 4:
1. Een afvalstof die in de afvalstoffenlijst is ingedeeld in complementaire categorieën wordt gerubriceerd onder de met een asterisk aangeduide categorie indien wordt vastgesteld dat de afvalstof een of meer eigenschappen bezit als bedoeld in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen.
2. Een afvalstof bezit de eigenschappen, bedoeld in de onderdelen H3 tot en met H8, H10 en H11 van de bijlage, bedoeld in het eerste lid, indien deze een of meer van de volgende eigenschappen bezit:
- i. een stof waarvan bekend is dat ze kankerverwekkend is (categorie 1 of 2) met een concentratie ≥ 0,1%,
- j. een stof waarvan bekend is dat ze kankerverwekkend is (categorie 3) met een concentratie ≥ 1%,
In de Regeling integrale tekst Afvalstoffenlijst, zoals die luidde ten tijde van het tenlastegelegde, is vermeld:
4. Een afvalstof die op de lijst voorkomt en met een * is aangeduid, is een gevaarlijke afvalstof overeenkomstig Richtlijn 91/689/EEG betreffende gevaarlijke afvalstoffen.
6. Als een afvalstof door een algemene of specifieke verwijzing naar gevaarlijke stoffen als gevaarlijk wordt aangeduid, is de afvalstof alleen gevaarlijk als deze stoffen in zodanig hoge concentraties (d.w.z. gewichtspercenten) aanwezig zijn dat de afvalstof een of meer van de in bijlage III van Richtlijn 91/689/EEG vermelde eigenschappen bezit. Wat de punten H3 tot en met H8, H10 en H11 betreft, is artikel 2 van deze beschikking van toepassing. Voor de kenmerken H1, H2, H9 en H12 tot en met H14 bevat artikel 2 van deze beschikking momenteel geen specificaties.
Toepassing van deze regelgeving
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het afgevoerde puin moet worden geclassificeerd onder ‘overig bouw- en sloopafval dat gevaarlijke stoffen bevat’ (17 09 03*c). Uit de hiervoor vermelde regelgeving leidt de rechtbank af dat de laagst mogelijke grenswaarde om dergelijk materiaal als gevaarlijke afvalstof aan te merken op een concentratie van 0,1% of minder ligt. Die waarde komt overeen met 1000 mg/kg droge stof.
[bedrijf 5] heeft onderzoek uitgevoerd naar de asbestconcentratie van het naar [bedrijf 1] te [plaatsnaam] afgevoerde puin. Vastgesteld is dat asbest is aangetroffen en dat de concentratie 40 mg/kg droge stof betreft. Nu deze concentratie lager is dan de hiervoor genoemde grenswaarde komt de rechtbank tot de conclusie dat geen sprake is van gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.37 van de Wet milieubeheer.
De rechtbank zal de verdachte dan ook vrijspreken van feit 2.