Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Ten aanzien van het beroep tegen het besluit tot het uitstellen van de toegangsweigering en de vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, derde lid, Vw
Ingevolge het vierde lid van voormeld artikel is het eerste lid daarvan van overeenkomstige toepassing in geval van oplegging van de vrijheidsontnemende maatregel op grond van artikel 6, zesde lid, van de Wet. In die bepaling is neergelegd dat een maatregel als bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 6 van de Vw kan worden opgelegd aan de vreemdeling wiens asielaanvraag in de grensprocedure is afgewezen indien het belang van de openbare orde of de nationale veiligheid zulks vordert.
a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
(…)
j. aan de grens te kennen heeft gegeven een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 Vw te willen indienen, en zijn aanvraag met toepassing van de grensprocedure niet in behandeling is genomen, niet-ontvankelijk is verklaard of is afgewezen als kennelijk ongegrond.
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.