Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 oktober 2015 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. D.S. Arjun Sharma, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
19 oktober 2015.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.C.J. Letmaath, en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door mr. J.A.C.M. Prins. Eiseres verzocht om nihilstelling van het griffierecht, omdat zij als asielzoeker niet over inkomen of vermogen beschikte, maar slechts een klein bedrag aan zakgeld ontving van het COA. De rechtbank overwoog dat, volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), griffierecht geheven wordt van de indiener van een beroepschrift, maar dat er uitzonderingen zijn voor rechtzoekenden die financieel niet in staat zijn om dit te betalen. De rechtbank concludeerde dat eiseres aannemelijk had gemaakt dat zij niet over voldoende middelen beschikte om het griffierecht van € 167,00 te betalen, en dat zij daarom niet in verzuim was voor het niet betalen van het griffierecht. Dit leidde tot de ontvankelijkheid van het beroep.
De rechtbank behandelde ook de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis asiel, die door de staatssecretaris was afgewezen. De staatssecretaris had geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij tot het gezin van de referente behoorde. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris voldoende gemotiveerd had waarom eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij feitelijk tot het gezin van de referente behoorde. De rechtbank verwierp de beroepsgronden van eiseres en verklaarde het beroep ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.