Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
ZIJ DIE VERBLIJVEN IN HET PAND [adres] TE ( [postcode] ) [plaats],
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 april 2015, met vijf producties,
- de rolbeschikking van 15 april 2015, waarbij tegen de niet verschenen gedaagden verstek is verleend,
- de conclusie van antwoord, met zeven producties,
- de akte houdende producties van 27 mei 2015 aan de zijde van InBev, met één productie,
- het tussenvonnis van 8 juli 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- de brief van 11 september 2015 van mr. Overmars, met één productie,
- het B-formulier van mr. Schuckink-Kool van 14 september 2015, met een bundel
- de brief van 15 september 2015 van mr. Overmars, met één productie,
- de brief van de rechtbank van 24 september 2015,
- de e-mail van 25 september 2015 namens mr. Overmars, met één productie,
- het proces-verbaal van comparitie van 28 september 2015.
2.De feiten
“Lessor”en InBev als
“Lessee”hebben op 31 oktober 2007 een zogenoemde Master Lease Agreement gesloten. Blijkens de Master Lease Agreement is Pubstone
“the owner of a numer of premises suitable for conducting of pub related activities, each individual premises named “a Unit”, a list of all Units is set out in Schedule 1 (all units together named the “Leased Premises or “Units”)”en is InBev
“in the brewery bussisness and sub-lets the Leased Premises to pub-operators by menas of individual sub-lease agreements (…)”. In artikel 3 van de Master Lease Agreement is bepaald:
“Unless otherwise provided in the Specific Conditions, the Leased Premises are intended to be used for the sale and supply of beverages and food to the public”. Bijlage 1 bij de Master Lease Agreement betreft de
“Leased Premises”. Daarin is, voor zover bekend, vermeld:
“Repairs and maintenance Works to be performed by the Lessee The Lessee shall occupy the Leased Premises as a good tenant and shall bear all maintenance costs as specified in clause 13 of the General Conditions”. In de algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW, van toepassing op de Master Lease Agreement, is in verband met het einde huurovereenkomst of gebruik bepaald:
“10.1.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen, zal huurder het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik van het gehuurde, aan verhuurder opleveren in de staat die bij aanvang van de huur in het proces-verbaal van oplevering is beschreven, behoudens normale slijtage en veroudering.10.1.2 Mocht er bij aanvang van de huurovereenkomst geen proces-verbaal van oplevering zijn opgemaakt, dan wordt het gehuurde door huurder bij het einde van de huurovereenkomst of bij het einde van het gebruik aan verhuurder opgeleverd in de staat die verhuurder mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de huurovereenkomst betrekking heeft, zonder gebreken, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen en behoudens normale slijtage en veroudering.10.1.3 Bij discussie over de staat van het gehuurde bij aanvang van de huur, wordt huurder verondersteld het gehuurde in goede staat en zonder gebreken te hebben ontvangen.10.1.4 Verder wordt het gehuurde opgeleverd geheel ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, behoorlijk schoongemaakt onder afgifte van alle sleutels, keycards e.d. aan verhuurder (…).
“Concrete afspraken kunnen worden gemaakt, waaronder de afspraak dat gebruikers het pand zullen verlaten en ontruimen zodra een nieuwe bestemming zich voordoet. Een en ander kan vanzelfsprekend desgewenst schriftelijk worden vastgelegd.”Pubstone heeft niet gereageerd op dit voorstel.
“Wij kunnen uw vraag om Ab-INBEV van deze verplichting te ontslaan niet in overweging nemen.”
3.Het geschil
- gedaagden te veroordelen het pand te ontruimen, binnen 24 uur, althans 3 dagen, althans 14 dagen na betekening van dit vonnis en uiterlijk 30 januari 2016, althans een door te rechtbank in redelijkheid te bepalen datum of termijn, met daarin alle aanwezige personen en goederen voor zover deze laatste geen eigendom zijn van InBev, en het pand ontruimd te houden, alsmede niet opnieuw in gebruik te nemen, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
4.De beoordeling
“Leased Premises”of
“Units”) geschikt voor café-exploitatie in gebruik te verstrekken en InBev zich verbindt tot betaling van een huurprijs. Uit bijlage 1 blijkt dat de huur betrekking heeft op “ […] ”, [adres 1a] . Weliswaar is [adres 2a] in bijlage 1 niet met zoveel woorden genoemd, nu bijlage 1 een gesplitste huurprijs bevat, zoals InBev ter comparitie onweersproken naar voren heeft gebracht, en verder tussen partijen in confesso is dat de nummers [1] en [2] één pand betreffen met een beneden- en bovenverdieping, neemt de rechtbank tevens als vaststaand aan dat de huurovereenkomst betrekking heeft op zowel nummer [1] als nummer [2] .
5.De beslissing
€ 1.974,15, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,