Op 24 november 2015 heeft de Rechtbank Den Haag de behandeling van de zaak van verdachte Soufiane Z. voor onbepaalde tijd aangehouden. Dit besluit werd genomen in afwachting van nadere berichten over de levensstatus van de verdachte, die vermoedelijk overleden zou zijn. De rechtbank had eerder, op 8 oktober 2015, het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging, omdat zij toen aannam dat de verdachte overleden was. Echter, het gerechtshof Den Haag vernietigde dit vonnis en verwees de zaak terug naar de rechtbank, met de overweging dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte niet meer in leven was.
De rechtbank overwoog twee opties voor de voortzetting van de behandeling: ofwel in afwezigheid van de verdachte zonder raadsman, ofwel met een raadsman die geen contact had met de verdachte. Beide opties werden als onaanvaardbaar of uiterst ongewenst beschouwd, omdat ze niet voldeden aan de eisen van een eerlijk proces. De rechtbank benadrukte dat de raadsman niet in staat was om de verdediging te voeren zonder contact met zijn cliënt, wat de kans op een 'spookproces' vergrootte.
Uiteindelijk besloot de rechtbank de zaak aan te houden voor onbepaalde tijd, in de hoop meer duidelijkheid te krijgen over de vraag of de verdachte nog in leven was. De rechtbank verzocht het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de levensstatus van de verdachte, en benadrukte dat het recht op een eerlijk proces in deze uitzonderlijke situatie voorop stond. De rechtbank hield rekening met de eerdere kennisgeving aan de verdachte en zijn raadsman over de aanstaande regiezitting, en de complicaties die voortvloeiden uit de onzekerheid over de levensstatus van de verdachte.