Uitspraak
Rechtbank den haag
1.de naamloze vennootschap N.V. [de Holding ] ,
De Muntendamsche Investeringsmaatschappij,
Gemeente Noordwijk,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die op 12 november 2015 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben de eiseressen, de naamloze vennootschap N.V. [de Holding] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MIM, een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Noordwijk. De eiseressen vorderden onder andere de staking van de executie van dwangbevelen die door de Gemeente waren uitgevaardigd in verband met verbeurde dwangsommen. De Gemeente had in 2012 en 2013 aan de eiseressen gelast om maatregelen te treffen aan hun panden, met de dreiging van dwangsommen. De eiseressen stelden dat de vordering van de Gemeente inmiddels was verjaard, omdat de invorderingsbevoegdheid langer dan een jaar niet was uitgeoefend na de laatste beslaglegging in april 2014.
De voorzieningenrechter overwoog dat de Gemeente tijdig aanmaningen had verzonden en dwangbevelen had uitgevaardigd, waardoor de verjaringstermijn niet was verstreken. De rechter oordeelde dat de Gemeente met het uitvaardigen van de dwangbevelen reeds tot invordering was overgegaan, wat betekende dat de verjaringstermijn van artikel 5:35 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing was. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van de eiseressen niet konden worden toegewezen, omdat de Gemeente niet in strijd met haar bevoegdheden handelde.
De rechter wees de vorderingen van de eiseressen af en veroordeelde hen in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak voor partijen om tijdig stuitingshandelingen te verrichten in het kader van invorderingsprocedures en de gevolgen van het niet tijdig uitoefenen van bevoegdheden door bestuursorganen.