ECLI:NL:RBDHA:2015:1308
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen afname van celmateriaal bij een veroordeelde wegens verbale bedreiging en belediging
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 10 februari 2015 uitspraak gedaan over een bezwaar tegen de afname van celmateriaal bij een veroordeelde. De bezwaarde was eerder veroordeeld voor verbale bedreiging en belediging en had bezwaar aangetekend tegen het bepalen en verwerken van zijn DNA-profiel. De rechtbank heeft het bezwaar gegrond verklaard, op basis van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De rechtbank oordeelde dat er een uitzonderingsgrond van toepassing was, omdat het redelijkerwijs aannemelijk was dat het DNA-onderzoek in dit geval niet van betekenis zou zijn voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten van de veroordeelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat het DNA-profiel van de veroordeelde nog niet was bepaald en dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen bijzondere omstandigheden waren die erop wezen dat de veroordeelde in de toekomst feiten zou plegen waarbij het DNA-profiel van betekenis zou kunnen zijn. Daarom heeft de rechtbank besloten dat het celmateriaal onmiddellijk vernietigd moest worden.