Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[A] ,
[B],
wonende te [woonplaats 4] ,
[C],
wonende te [woonplaats 5] ,
[D],
wonende te [woonplaats 6] ,
[E],
wonende te [woonplaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 januari 2015 met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende exceptie plurium litis consortium met producties;
- het tussenvonnis van 1 april 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast
- het proces-verbaal van comparitie van 14 juli 2015 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
€ 3.472,34
3.Het geschil
4.De beoordeling
e-mail van 19 september 2012 aan [gedaagde] geschreven dat zij het op prijs zou stellen als hij de volmacht (partijen gebruiken overigens het woord machtiging in plaats van volmacht) nog een keer aan haar zou zenden, zodat zij echt kennis kan nemen van de inhoud daarvan. Daarbij merkt zij op dat zij de volmacht kennelijk eerder voor kennisgeving heeft aangenomen en niet goed heeft bekeken. In reactie hierop heeft [gedaagde] als bijlage bij zijn
e-mail van 20 september 2012 de volmacht aan [eiseres] gezonden.