ECLI:NL:RBDHA:2015:12981
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.D. Bellaart
- S.G.J. Verkennis
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de vader na ongeoorloofde overbrenging van de minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 11 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige. De vader, die woonachtig is in Nederland, heeft verzocht om hem alleen het ouderlijk gezag te verlenen, omdat de moeder, zonder zijn toestemming, met de minderjarige naar het buitenland is vertrokken. De moeder is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder vermoedelijk met de minderjarige naar Syrië is vertrokken, wat een onveilige situatie voor het kind met zich meebrengt. De vader heeft verklaard dat hij sinds mei 2015 geen contact meer heeft gehad met de minderjarige en dat de moeder in strijd met het omgangsrecht handelt door de minderjarige zonder zijn toestemming achter te houden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de omstandigheden zijn gewijzigd en dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk is om het gezamenlijk gezag te beëindigen. De rechtbank heeft de vader in zijn verzoek ontvangen en heeft geoordeeld dat de moeder handelt in strijd met het belang van de minderjarige. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek van de vader toe te wijzen en hem alleen het gezag over de minderjarige toe te kennen. Het verzoek van de vader om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem te bepalen is afgewezen, omdat dit gebrek aan belang had nu het gezag al aan de vader werd toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.