3.4.1Dagvaarding I
Ter beantwoording van de vraag of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het misbruik van zijn kleindochter, ziet de rechtbank zich met name gesteld voor de vragen of de verklaring van [slachtoffer] als betrouwbaar kan worden aangemerkt en of er voldoende steunbewijs is voor deze verklaring. Om deze vragen te kunnen beantwoorden zal de rechtbank allereerst de inhoud van de bewijsmiddelen bespreken.
Aangifte
Op 28 mei 2015 heeft de vader van [slachtoffer] (hierna ook: aangever) aangifte gedaan namens zijn dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] 2008.Aangever heeft als volgt verklaard.
Zijn kinderen [slachtoffer] en [betrokkene 2] kwamen vanaf dat ze drie maanden oud waren minimaal één keer in de week vanaf ongeveer 6.30 tot 17.00 uur bij opa (verdachte) en oma. Daarnaast logeerden zij daar zo nu en dan.Op de school van [slachtoffer] was opgevallen dat [slachtoffer] erg opgesloten in zichzelf was en op seksueel gebied verder dan haar leeftijdsgenoten. Er is door een stagiaire gezien dat [slachtoffer] zichzelf in een hoekje aan het masturberen was. Zij benoemde volgens de juf ook dingen als ‘piemel in een kutje’.
In de winter van 2014 hoorde aangever van zijn echtgenote dat [slachtoffer] tijdens het douchen had gezegd: “Mama, wist jij dat piemels kunnen spugen?” [slachtoffer] zei dat ze dat van opa had. In een daaropvolgend gesprek, dat aangever heeft opgenomen, vertelde [slachtoffer] tegen haar vader: “Dan moet je er heel hard aan trekken en dan gaat hij ineens spugen” en “Opa doet ook hele rare dingen. Dan ben ik aan het spelen en dan gaat hij me roepen en dan zijn er op de tv mensen rare dingen aan het doen met piemels en frummels en dan moet ik naast hem gaan zitten en toen deed hij zijn hand in mijn onderbroek.” Nadat aangever naar de verdachte was gegaan en hem had geconfronteerd met het opgenomen gesprek met [slachtoffer] , werd de verdachte knalrood en gaf hij toe dat het verhaal waarom piemels kunnen spugen is ontstaan toen [slachtoffer] zag dat hij klaarkwam terwijl hij op de computer naar een seksfilm keek.
Op 6/7 mei 2015 trof aangever zijn dochters met ontbloot onderlijf aan op de slaapkamer. Toen aangever [slachtoffer] hier later op aansprak, zei zij: “Je wordt echt niet boos hè?” en “Als jij niet boos wordt, dan wordt opa wel boos. En dan moet ik de gevangenis in” en “opa doet rare dingen. Dan gaat hij kutje likken.” Volgens aangever is dat een woord dat zij binnen het gezin niet gebruiken. Zij gebruiken in plaats daarvan het woord ‘frummel’. [slachtoffer] vertelde: “Ik was [betrokkene 2] haar kutje aan het likken en zij het mijne” en “Opa doet rare dingen met zijn piemel en mijn frummel en hij zit er maar aan.” Op een vraag van de echtgenote van aangever antwoordde [slachtoffer] : “Je weet toch dat oma altijd vroeg naar bed gaat en ik mag altijd lang opblijven en dan ga ik op de bank zitten en gaat opa die rare films kijken”, films “dat mensen gaan lopen zoenen enzo”. Toen aangever [slachtoffer] vroeg: “En wat nog meer?”, vertelde zij dat opa zijn piemel in haar frummel deed.
In een aanvullende verklaring d.d. 22 juni 2015 heeft aangever verklaard dat zijn vader sinds twee jaar op de [adres 1] woont en daarvoor op de [adres 2] (de rechtbank begrijpt: de [adres 1] te Leiden, zijnde het BRP-adres van de verdachte, en de [adres 2] te Leiden).
De moeder van [slachtoffer] heeft onder meer verklaard dat [slachtoffer] tegen haar heeft gezegd: “Wist je dat piemels kunnen spugen?”Tevens heeft zij verklaard dat [slachtoffer] , nadat haar echtgenoot haar en haar zusje met ontbloot onderlijf had aangetroffen, had verteld dat ze deden wat opa ook altijd deed.
Verklaringen [slachtoffer]
Uit het studioverhoor van [slachtoffer] komt – verkort en zakelijk, dan wel letterlijk weergegeven – het volgende naar voren:
- Opa bier (…) piemel in mijn frummel gedaan. En in mijn kont. En soms ook dat ik in mijn mond moet doen. Nu slaap ik niet meer bij opa bier omdat hij zo gek doet.
- Het is heel vaak gebeurd. Soms op de bank en soms in opa zijn bed. Soms op de grond. Dat ik op de grond lig en opa dan staand en dan zijn piemel in mijn frummel.
- Ik zeg steeds nee, gaat hij het weer doen. Ik lig op de grond in woonkamer, op mijn rug en op mijn zij. Opa staat dan en ik lig op mijn rug. Hij likt ook steeds in mijn gummel.
- Opa maakt mijn knoopje van mijn broek los, onderbroek ook naar beneden. En opa deed mijn trui omhoog. Broek en onderbroek gingen tot mijn voeten. Hij doet zijn werkbroek naar beneden en zijn onderbroek ook. En dan zijn piemel eruit en dan doet hij het. Duwen. Het doet wel pijn.
- Dan moet ik van opa steeds mijn benen zo omhoog doen. Dat hij er beter rechtdoor in kan. Als ik dat niet doe, dan moet wel die piemel juist naar beneden, maar het doet opa pijn. Maar dan moet hij een beetje verder opschuiven en dan komt het niet meer. Dan doet het wel heel erg pijn en dan moet hij wel mijn benen omhoog doen. En mijn benen zo wijd, per ongeluk. Opa zit dan op zijn knieën.
- Als ik op mijn buik lig (…) dan doet hij soms in mijn kont.
- Ik lig dan op de bank. Dan lig ik zo, goede tijden slechte tijden te kijken. Dan zegt opa: “Mag ik bij je doen?” maar ik zeg “nee.” Gaat hij gewoon. Dan zit opa op zijn knieën en dan gaat hij in mijn frummel.
- Die piemel gaat in mijn frummel tot mijn navel. Maar volgens mij heb ik dat wel gevoeld. Dat het een beetje pijn doet ofzo. Als hij gaat duwen, doet het heel pijn. Maar mijn zusje (…) frummel heel klein. Want opa zegt: “Bij jou past hij wel lekker in.”
- Als opa in mijn gummel gaat duwen, dan gaat mijn gummel rood worden en dat is niet heel goed niet. Dan doet het heel pijn.
- Ik ga op mijn buik liggen en dan zit opa tussen mijn benen. Dat is in de woonkamer. Opa zegt dat ik zo moet gaan liggen: “Draai je effe om.” Mijn kleren zitten dan op mijn voeten. Opa gaat weer tussen mijn benen zitten, met zijn piemel. Ik weet dat het zijn piemel tussen mijn benen is. Dat ik het moet kijken. Dat ik hem soms, dat ik ook van opa soms in mijn mond moet doen. Als ik op mijn buik lig, gaat opa met zijn piemel in mijn kont of in mijn middelste.
- Als opa de piemel in mijn gummel doet, dan duwt hij heel hard en dan gaat hij nog harder duwen. En nog harder, nog harder, nog harder, nog harder. Dan doet het heel pijn en dan zeg ik: “Stop opa!” en dan gaat hij door.
- Maar hij doet het alleen als oma naar bed is.
- Ik moest van opa mijn mond open doen zo. Doet hij gewoon de hele piemel in mijn mond. Dat was in de woonkamer.
Verklaringen van de verdachte
De verdachte heeft het tenlastegelegde – met uitzondering van na te noemen incident(en) – ontkend en wisselende (alternatieve) scenario’s aangedragen voor de oorzaak van het gedrag van [slachtoffer] en haar verklaringen over het vermeende misbruik.
De verdachte heeft in zijn eerste verhoor verklaard dat hij tot haar vierde jaar wekelijks op vrijdag op zijn kleindochter [slachtoffer] paste. Daarna haalde de verdachte haar op donderdag van school. Zijn vrouw was dan aan het werk.
Op een gegeven moment ging [slachtoffer] rare dingen doen, maar de verdachte ging er verder niet op in. Nadat [slachtoffer] herhaaldelijk de broek van de verdachte naar beneden bleef trekken – ook nadat hij had aangegeven dat hij dat niet leuk vond – kwam van het een het ander en heeft [slachtoffer] tijdens het plassen de penis van de verdachte vastgehouden. Het waren volgens de verdachte allemaal incidenten. Het is hooguit drie of vier keer gebeurd vanaf dat [slachtoffer] een jaar of vierenhalf was tot een jaar geleden. De verdachte werd er opgewonden van en kreeg een erectie. [slachtoffer] reageerde een beetje vreemd, maar zij schrok er niet van. De verdachte kreeg er ook een warm, prettig gevoel van. Volgens hem vond [slachtoffer] het misschien ook wel prettig omdat zij wel elke keer weer op zijn schoot ging zitten. De verdachte heeft tegen [slachtoffer] gezegd dat hij zulke dingen niet mag doen en dat hij daarvoor de gevangenis in kon gaan.
De verdachte heeft bevestigd dat [slachtoffer] onverwachts de deur opendeed toen hij achter de computer naar porno keek. Hij had toen ‘zijn pik in zijn handen’.
Ter terechtzitting heeft de verdachte als volgt verklaard. [slachtoffer] heeft tweemaal zijn penis vastgehouden tijdens het plassen, waarbij hij eenmaal een ‘kleine’ erectie heeft gekregen. Hij keek soms samen met [slachtoffer] televisie, onder meer naar ‘goede tijden slechte tijden’. Tijdens het televisie kijken voelde hij wel eens aan de binnenkant van de luier van [slachtoffer] of de luier nog droog was. Hij was ook altijd degene die de luier van [slachtoffer] verschoonde tijdens het oppassen. [slachtoffer] was toen drieënhalf tot vier jaar oud, het ging om de periode voordat zij naar school ging. De verdachte legde haar dan op de grond en maakte de ‘frummel’ en de schaamlipjes van [slachtoffer] goed schoon. Toen [slachtoffer] naar school ging heeft de verdachte haar ook nog weleens verschoond als zij in haar broek had gepoept.
Medische stukken
Bij op 7 oktober 2015 verricht medisch-forensisch onderzoek werden geen letsels of andere afwijkende bevindingen gezien in het anogenitaal gebied van [slachtoffer] . De rapporteur kan niet uitsluiten dat [slachtoffer] met haar uitspraak dat de piemel tot haar navel in haar frummel ging, een vorm van penetratie van het voorhof bedoelde. Het zou daarbij mogelijk zijn dat een penis letterlijk tot haar navel reikte, maar dan wel vanaf de buitenzijde. Een andere mogelijkheid is dat er sprake was van anale penetratie, waarbij een penis wel diep kan penetreren en waarbij blijvend letsel van de anus niet te verwachten is.
3.4.1.3 Het oordeel van de rechtbank
Waardering van het bewijs
De rechtbank overweegt dat een kenmerk van zedendelicten is dat zij doorgaans in beslotenheid worden begaan, zonder de aanwezigheid van getuigen die het gebeurde kunnen bevestigen, ontkrachten of nader beschrijven. Dat staat op gespannen voet met het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. In dat artikel is een wettelijk bewijsminimum neergelegd (de zogeheten ‘unus testis nullus testis’-regel), inhoudende dat het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet uitsluitend kan worden aangenomen op de verklaring van één getuige. De Hoge Raad heeft bij zijn arresten van 30 juni 2009 (ELCI:HR:2013:BH3704 en ECLI:HR:2013:BG7746) in dit verband overwogen dat een aangifte in voldoende mate moet worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Bij arrest van 26 januari 2010 is daaraan toegevoegd dat de vraag of aan dit bewijsminimum is voldaan, zich niet in algemene zin laat beantwoorden, maar een beoordeling van het concrete geval vergt (ECLI:HR:2010:BK2094).
Voor de beoordeling van het onderhavige geval acht de rechtbank het volgende van belang.
De rechtbank overweegt allereerst dat [slachtoffer] tegenover verschillende personen (haar vader, haar moeder en de verbalisant tijdens het studioverhoor) op verschillende momenten steeds consistent heeft verklaard over de manier en de momenten waarop het seksueel misbruik zou hebben plaatsgevonden. Tijdens het studioverhoor heeft zij zich niet laten meeslepen en heeft zij de verhoorder waar nodig gecorrigeerd. Anders dan de verdediging heeft betoogd, acht de rechtbank het onaannemelijk dat [slachtoffer] op haar nog jonge leeftijd zo gedetailleerd heeft kunnen verklaren over seksuele handelingen en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, zonder het daadwerkelijk zelf te hebben meegemaakt. Het reproduceren van een dergelijk uitgebreid en gedetailleerd verhaal dat door de ouders van [slachtoffer] zou zijn ingeprent – zoals de verdachte heeft opgeworpen – sluit de rechtbank in het licht van het voorgaande eveneens uit. Daarnaast acht de rechtbank het onaannemelijk dat [slachtoffer] zou verzinnen of fantaseren dat zij tijdens de vermeende handelingen pijn heeft ondervonden.
Tijdens het studioverhoor heeft [slachtoffer] – na doorvragen – de door de verdachte verrichte handelingen verdergaand en uitvoeriger omschreven, en heeft zij zaken benoemd waarover zij nog niet eerder tegenover anderen had verklaard. Dit ondersteunt de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] en wijst er naar het oordeel van de rechtbank op dat zij niet tot een verhaal is gekomen naar aanleiding van het – wellicht in enige mate sturende – gesprek met haar vader. De rechtbank merkt in dit verband ook op dat uit de voornoemde verklaringen van de ouders van [slachtoffer] volgt dat er sprake was van een spontane ‘disclosure’ (de eerste keer dat zij over het vermeende misbruik heeft verteld), nu [slachtoffer] tijdens het douchen spontaan tegen haar moeder vertelde over ‘spugende piemels’.
Daarbij komt dat de verklaring die [slachtoffer] tijdens het studioverhoor heeft afgelegd over een aantal feiten en omstandigheden tot op zekere hoogte aansluit bij de verklaring van de verdachte. De rechtbank wijst in dit verband op de uitleg die de verdachte – overigens eerst ter terechtzitting – heeft gegeven over het verschonen van [slachtoffer] , dat tot vlak voor haar vierde levensjaar zou hebben plaatsgevonden. Nog daargelaten dat [slachtoffer] op die leeftijd hoogstwaarschijnlijk al zindelijk was, komt de wijze van het op de grond leggen overeen met de beschrijving die [slachtoffer] heeft gegeven van de door verdachte gepleegde seksuele handelingen. Hetzelfde geldt voor hetgeen [slachtoffer] blijkens de aangifte tegenover haar vader heeft verklaard over het in haar broekje voelen door de verdachte tijdens het kijken naar porno op de televisie, terwijl de verdachte – overigens ook eerst ter terechtzitting – heeft verklaard dat hij ook tijdens het televisie kijken aan de binnenkant van haar luier voelde of deze nog droog was. Voorts heeft [slachtoffer] tijdens een van de gesprekken over het misbruik tegen haar vader gezegd dat opa boos zou worden en dat zij dan de gevangenis in zou moeten. De rechtbank constateert in dit verband dat de verdachte met [slachtoffer] heeft gesproken over dat hij de gevangenis in kon gaan voor de dingen die hij met [slachtoffer] deed. Ten slotte kan uit de verklaring van de verdachte dat [slachtoffer] op het toilet meermalen zijn penis heeft vastgehouden worden afgeleid dat er kennelijk sprake was van een sfeer waarin het aanraken van geslachtsdelen plaatsvond. Daarbij heeft de verdachte verklaard dat de aanrakingen van [slachtoffer] hem niet onberoerd lieten, hetgeen ook blijkt uit de omstandigheid dat hij (eenmaal) een erectie zou hebben gekregen.
De verdachte heeft in zijn tweede verhoor bij de politie verklaard dat [slachtoffer] hem had verteld dat haar neef ( [betrokkene 3] ) en de vriend van haar tante ( [betrokkene 4] ) seksuele handelingen in het bijzijn van [slachtoffer] hadden verricht. Nog daargelaten dat de overige inhoud van het dossier geen enkele aanwijzing hiervoor biedt – zowel [betrokkene 3] als [betrokkene 4] hebben dit ontkend –, kan de rechtbank dit scenario niet rijmen met het besluit van de verdachte om deze informatie stil te houden. Van een opa – die naar eigen zeggen gek is op zijn kleindochter – is immers te verwachten dat hij in het belang van [slachtoffer] haar ouders hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte zou stellen, ook als daarmee het – in vergelijking daarmee als minder ernstig aan te merken – incident op het toilet aan het licht zou komen.
Voor zover de verdachte heeft verklaard dat de ouders van [slachtoffer] hem door de beschuldiging van seksueel misbruik proberen zwart te maken, overweegt de rechtbank dat het dossier ook hiervoor geen enkele steun biedt. In het licht hiervan merkt de rechtbank op dat de ouders – die voor de opvang van [slachtoffer] en hun andere dochter (mede) afhankelijk waren van de verdachte – zelfs na het eerste incident ondanks ‘onderbuikgevoelens’ in ieder geval hun jongste dochter aan de verdachte zijn blijven toevertrouwen en contact met hem zijn blijven houden. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de vader van [slachtoffer] in zijn aangifte de verdachte – ook na de uitlatingen van [slachtoffer] – omschrijft als een behulpzame en lieve man die altijd voor hem klaar stond en met wie hij een goede band had.
De rechtbank hecht voorts waarde aan de omstandigheid dat door derden (op school) een gedragsverandering bij [slachtoffer] is opgemerkt en – niet bij haar leeftijd passend – seksueel gedrag is waargenomen.
De rechtbank overweegt tot slot dat de medisch-forensisch deskundige een mogelijke uitleg heeft gegeven aan de – op het eerste gezicht wat wonderlijke – uitlating van [slachtoffer] dat de piemel tot haar navel in haar frummel ging. Overigens sluit het ontbreken van letsel of andere afwijkende bevindingen seksueel misbruik niet uit.
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank de verklaring van [slachtoffer] over het seksueel misbruik betrouwbaar, met name omdat [slachtoffer] in het studioverhoor zeer specifiek heeft verklaard over de seksuele handelingen die zij moest ondergaan of die zij moest plegen, de locaties waar – zoals in de woonkamer op de grond – en de situaties waarin deze hebben plaatsgevonden. De rechtbank is voorts van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer] in voldoende mate wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen, waarvan de redengevende inhoud hiervoor is weergegeven en waarnaar in de voetnoten is verwezen.
Dit alles geldt niet voor de verklaringen van de verdachte, die bovendien wisselend zijn en op sommige onderdelen ook weinig geloofwaardig, bijvoorbeeld ten aanzien van het verschonen van [slachtoffer] en het voelen aan de binnenkant van haar luier.
De rechtbank zal derhalve het bij dagvaarding I primair ten laste gelegde bewezen verklaren, met uitzondering van het onderdeel het ‘zich laten aftrekken’, waarvoor het dossier onvoldoende bewijs bevat. Hoewel uit de bewijsmiddelen niet precies kan worden afgeleid wanneer de handelingen hebben plaatsgevonden, is wel duidelijk dat dit moet zijn geweest in de periode van 1 januari 2010 (toen [slachtoffer] één jaar oud was; van de periode daarvoor zal zij geen concrete herinneringen hebben) tot 10 juni 2015 (de dag na het studioverhoor).