Uitspraak
DE STAAT DER NEDERLANDEN (HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN HET MINISTERIE VAN DEFENSIE),zetelende te Den Haag,
gedaagde,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- II. Algemene uitgangspunten bewijswaardering
- III. Inzet door de MIVD van [eiser] en (schending van de) zorgplicht
(1) Op welke wijze heeft de MIVD [eiser] ingezet in Afghanistan?
(2) Heeft de MIVD een op hem rustende zorgplicht jegens [eiser] geschonden?
- IV. Causaal verband
- V. Schade
- VI. Beslissing
agentis ingezet, de MIVD op grond van de toepasselijke regelgeving evenzeer een zorgplicht heeft indien komt vast te staan dat [eiser] als
informantvoor de MIVD is opgetreden. Ook heeft de MIVD een zorgplicht indien de MIVD transacties met een
natuurlijke persoon, niet zijnde agent of informant, is aangegaan in een conflict- of oorlogsgebied zoals hier aan de orde, en die persoon door toedoen van de MIVD in een gevaarlijke situatie is beland (zie overweging 4.2 van het tussenvonnis). De rechtbank overweegt dat de reikwijdte van de zorgplicht in die zin een glijdende schaal is, afhankelijk van de soort inzet door de MIVD en afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval.
- Op welke wijze is [eiser] door de MIVD ingezet in Afghanistan?
- Heeft de MIVD een op hem rustende zorgplicht jegens [eiser] geschonden?
- MIVD12: leidinggevende binnen de lijnorganisatie van de MIVD in de periode 2006 tot en met 2008. MIVD12 legde verantwoording af aan MIVD13 en was diens plaatsvervanger.
- MIVD2:
- [A] : directeur van de MIVD in de periode van 2006 tot en met 2007.
- [B] : directeur Juridische Zaken bij het ministerie van Defensie in de periode vanaf 2010, en betrokken bij de schikkingsonderhandelingen met [eiser] .
- MIVD5: MIVD-medewerker op de afdeling Humint. MIVD5 was belast met de operationele veiligheid en logistiek in de periode 2006 en 2007 in Kabul en in die hoedanigheid contactpersoon van MIVD2. Hij legde verantwoording af aan MIVD 12. MIVD5 was gestationeerd in Nederland, maar is in de periode 2006 en 2007 driemaal op locatie in Kabul geweest, tweemaal een week eind 2006 en 2,5 week in april 2007. MIVD5 is in mei 2007 geschorst.
- MIVD1: In de periode van eind 2005 tot en met 2010 gestationeerd bij de Nederlandse ambassade in Kabul als
- MIVD13: Afdelingshoofd van de afdeling Humint in de periode van 2002 tot medio juni 2007. Hij legde direct verantwoording af aan de directeur MIVD ( [A] ) en was leidinggevende van MIVD 1, 2, 5 en 12.
- MIVD17: In de periode van januari tot en met november 2007 gestationeerd in Kabul op een dépendance van de Nederlandse ambassade en naar buiten toe werkzaam als
- Daarnaast heeft de Staat schriftelijk bewijs in het geding gebracht.
chief of stationook MIVD1 en MIVD17 waren gestationeerd. Verder heeft MIVD5 Kabul driemaal bezocht en is ook MIVD13 eenmaal in Kabul ter plaatse geweest. Als het gaat om de vaststelling van de feitelijke inzet van [eiser] ter plaatse in Afghanistan, zijn de getuigenverklaringen van MIVD2, MIVD1, MIVD5 en MIVD17 daarom naar het oordeel van de rechtbank het meest relevant. Deze getuigen waren min of meer op dagelijkse basis bij de feitelijke uitvoering van de MIVD-operatie in Afghanistan betrokken. Zij zaten, anders gezegd, “dichtbij het vuur”. Als het gaat om de vraag naar de effectiviteit van de rapportagelijnen vanuit Kabul naar het MIVD-hoofdkantoor en aldus – kort gezegd – om de vraag in hoeverre op het MIVD-hoofdkantoor door de leidinggevenden kennis en wetenschap bestond over de specifieke feitelijke inzet van [eiser] door de MIVD, zijn vooral de verklaringen van MIVD5, MIVD12 en MIVD13 van belang, alsook die van [A] .
policy advisoren is in die hoedanigheid in contact gekomen met [eiser] . MIVD1 was echter in dienst bij de MIVD. Hij heeft vooral met [eiser] gesproken over een mogelijke inzet van het brede maatschappelijke netwerk van [eiser] in Afghanistan en had een goede verstandhouding met [eiser] . MIVD2 was vanaf eind 2006 tot (aan zijn schorsing in) mei 2007 als
Chief of Stationeindverantwoordelijke voor de MIVD-missie in Afghanistan. MIVD2 heeft [eiser] leren kennen in november 2006 en heeft tot en met april 2007 intensief met [eiser] samengewerkt, waarbij MIVD2 [eiser] inschakelde in logistieke ondersteunende zin en om informatie te vergaren, waarover hierna meer. MIVD5 was werkzaam op het MIVD-hoofbureau in Nederland, op de afdeling Humint (Human Intelligence). Hij was daar verantwoordelijk voor de operationele veiligheid en belast met facilitaire en logistieke zaken van bijzondere operaties. MIVD5 hield zich een groot deel van de tijd (in de periode 2006-2007) vanuit Nederland bezig met het beschouwen en analyseren van informatie vanuit Afghanistan. Die informatie kwam (onder meer) van MIVD1 en MIVD2 en MIVD12. Daarnaast ondersteunde MIVD5 MIVD2. Volgens MIVD5 hadden zij minstens wekelijks contact via een beveiligde cryptotelefoon. MIVD5 is drie keer in Kabul geweest, tweemaal een week eind 2006 en tweeëneenhalve week in april 2007. MIVD5 heeft verklaard dat hij vanuit het oogpunt van veiligheid voor MIVD-ers in Afghanistan (het voorkomen dat de MIVD of [eiser] zouden worden gecompromitteerd) ook kennis heeft genomen van de activiteiten die [eiser] ondernam voor de MIVD. MIVD17 was op de ambassade in Kabul gestationeerd vanuit de MIVD als
security officer.Hij viel onder de verantwoordelijkheid van MIVD2. MIVD17 had logistieke contacten met [eiser] vanaf begin 2007 en heeft hem voor het laatst gezien na de zomer 2007. MIVD17 heeft met name verklaard over wapenleveranties aan de Nederlandse militairen in Afghanistan.
Cos heeft daarna zelf via lokale contacten en $800,- smeergeld het probleem opgelost. Paspoorten zijn nu weer officieel current inclusief entry stempels.”). MIVD2 heeft hierover nog verklaard dat het kopen van stempels risico’s meebrengt omdat “
je hogere functionarissen moet omkopen en de kans bestaat dat die betreffende persoon niet corrupt is”. MIVD5 heeft verklaard dat hij, in verband met de hieraan klevende veiligheidsrisico’s, is geconsulteerd over de eventuele inzet van [eiser] bij het verkrijgen van valse stempels in paspoorten.
operationele vervoersactiviteiten” regelde, zoals auto’s en valse kentekens. MIVD5 heeft verklaard dat hij, toen hij in april 2007 een bezoek bracht aan Kabul, zelf heeft gezien en gehoord dat [eiser] hiertoe opdracht kreeg van MIVD2. Ook MIVD1 heeft verklaard dat hij via MIVD2 heeft begrepen dat [eiser] werd gevraagd om auto’s en kentekens te leveren.
ten behoeve van de persoonlijke bewapening van de operators”Russische wapens en munitie heeft gekocht, dat hij deze getest heeft op de schietbaan en dat een aantal goed waren, en een aantal niet (“
die zullen worden omgeruild”). Ook getuige [A] heeft op dit punt verklaard dat hij “
exact op de hoogte[was]
van de procedure die daarbij gevolgd is en ik weet met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat [eiser] de wapens niet gekocht heeft, noch daarbij betrokken is.”
In de ochtend een uitgebreid gesprek tussen MIVD02 en [eiser] (…). Betr. spreekt goed Nederlands en lijkt over een schat aan informatie te beschikken. (…)”.En in de weekly van MIVD6 van 11 februari 2007 staat vermeld dat MIVD2 en MIVD6 hebben besloten om [eiser] “
eens uitgebreid te debriefen over zijn contacten”.Verder volgt ook uit de weekly’s van MIVD6 van 26 februari 2007 en van 2 april 2007 dat de MIVD oriënterende gesprekken met “
[eiser] ”voerde, kennelijk om hem anders dan als faciliterend “manusje van alles” – dat was hij immers al – in te zetten. Dit was vlak voor de schorsing in mei 2007 van MIVD2 (en MIVD5). Opvallend is, zo overweegt de rechtbank in dit verband, dat [eiser] door de MIVD wel degelijk met naam en toenaam werd genoemd in deze weekly’s. Daar waar een enkele getuige, waaronder MIVD12, verklaard heeft dat [eiser] slechts een marginale rol gehad moet hebben “
omdat hij in de weekly’s niet voorkwam”, vinden deze verklaringen geen steun in de feiten.
Business Cover Facility. Overigens is door de Staat in verband met de staatsveiligheid een deel van de tekst onleesbaar gemaakt (en door de rechtbank weergegeven als […].
(…) BCF speelt een belangrijke rol voor […] Hij verzorgt allerlei zaken voor […] zoals het wagenpark, bouwkundige activiteiten enz.
op te bouwen”. MIVD2 heeft verklaard dat hij [eiser] (mondeling) heeft verzocht om specifieke contacten of personen uit zijn netwerk te benaderen en op die manier voor de MIVD informatie in te winnen, gericht op bepaalde personen, steeds met het oog op de belangen van de Nederlandse troepen in Afghanistan en de veiligheid van de Nederlandse Staat. Dit is gaandeweg zo gegroeid, zo leidt de rechtbank uit de verklaring van MIVD2 af. In eerste instantie was [eiser] , net als andere contacten van de MIVD in Afghanistan, iemand met een voor de MIVD mogelijk bruikbaar netwerk en werd toen nog niet voor een specifiek doel ingezet, aldus MIVD2. Toen [eiser] met bruikbare informatie terugkwam, heeft MIVD2 vervolgens actief aan [eiser] gevraagd om op basis van de verkregen informatie bij de desbetreffende personen door te vragen op die informatie. MIVD2 heeft verklaard dat op het moment dat de MIVD informatie wilde verkrijgen van iemand uit het netwerk van [eiser] , de dienst [eiser] dan inzette om die informatie te verkrijgen. MIVD2 heeft verder verklaard dat hij [eiser] heeft vermeld in de weekly’s onder vermelding van een broncode. Omdat MIVD2 geen operateur was, hield hij geen dagelijkse rapportages (daily’s) bij.
actief mee aan de gang” moest. MIVD2 zou de mededeling van [eiser] mee naar Nederland nemen, maar had eerst meer informatie nodig. Hij heeft de informatie niet vastgelegd in de verslaglegging, maar heeft wel MIVD5 hierover verteld. MIVD2 heeft [eiser] gezegd dat hij alleen met MIVD2 over dit onderwerp contact moest onderhouden, omdat diens plaatsvervanger (MIVD6) op dat moment met verlof was en zijn formele opvolger nog niet aanwezig was. MIVD2 zou op korte termijn weer terugkeren naar Afghanistan. Eenmaal terug in Nederland werd MIVD2 geschorst. Tot zover MIVD2. MIVD5 heeft op zijn beurt het verhaal van MIVD2 bevestigd. Hij heeft verklaard dat MIVD2 via de cryptotelefoon heeft gezegd dat [eiser] informatie zou hebben over een bermbommenfabriek. Dat was de dag voordat MIVD2 uit Afghanistan naar Nederland terugkeerde. Het betreft volgens MIVD5 belangrijke informatie omdat bermbommen een gevaar vormen voor de aanwezige Nederlandse troepen. Het was echter geen informatie die voor MIVD5 op dat moment in diens functie reeds van belang was, omdat het nog niet tot een operationele actie behoorde. MIVD2 heeft MIVD5 verteld dat hij [eiser] heeft gevraagd om (tijdens zijn afwezigheid) een vinger aan de pols te houden, zo heeft MIVD5 verklaard. MIVD1 heeft vervolgens op dit punt verklaard dat [eiser] hem (na de schorsing van MIVD2) vertelde dat hij inlichtingen had over een bermbommenfabriek. In de perceptie van [eiser] zou het gaan om iets groters, aldus MIVD1. MIVD1 heeft, nadat MIVD2 uit Afghanistan was vertrokken en kort daarna was geschorst, van [eiser] gehoord in een gesprek met hem dat hij op verzoek van MIVD2 een inlichtingennetwerk heeft opgebouwd en dat hij verantwoordelijk was voor het betalen van dat netwerk. [eiser] heeft in datzelfde gesprek verder tegen MIVD1 gezegd dat hij afspraken met MIVD2 had waaraan consequenties waren verbonden,
“hij riep iets over mijnenfabrieken”en [eiser] had een verhaal over een politiecommandant uit Kandahar die in zijn netwerk zat. MIVD2 heeft voorts verklaard dat hij zich na zijn schorsing zorgen maakte over [eiser] omdat er in zijn netwerk een aantal gevaarlijke personen zat, waaronder Talibanleden.
”. Deze kwalificaties hebben dus geen wettelijke status. In het tussenvonnis heeft de rechtbank het verschil tussen informanten en agenten, zoals dat in het kader van de Wiv wordt gemaakt, uiteengezet:
4.18. De MIVD mag bij het door hem te verrichten onderzoek gebruikmaken van diensten van natuurlijke personen. In het kader van het verzamelen van gegevens is de MIVD op grond van artikel 17 lid 1 sub a van de WIV 2002 bevoegd zich te wenden “tot een ieder die geacht wordt de benodigde gegevens te kunnen verstrekken”. Op grond van artikel 21 lid 1 van die wet is de MIVD bevoegd tot de inzet van natuurlijke personen die onder verantwoordelijkheid en onder instructie van een dienst zijn belast met a) “het gericht gegevens verzamelen omtrent personen en organisaties die voor de taakuitvoering van een dienst van belang kunnen zijn” en/of b) “het bevorderen of het treffen van maatregelen ter bescherming van door een dienst te behartigen belangen”. Blijkens de memorie van toelichting bij de WIV 2002 ziet artikel 17 lid 1 sub a op de informant en artikel 21 lid 1 op de agent (Kamerstukken II, 1997/98, 25 877, nr. 3, p. 38).
onder verantwoordelijkheid en onder instructie van de dienst” gefunctioneerd. Tot slot is voor het oordeel van de rechtbank omtrent de inzet en aansturing van [eiser] van belang hetgeen (met name) MIVD2, MIVD5 en MIVD 1 hebben verklaard over het voornemen van MIVD2 om [eiser] als agent te laten registreren. MIVD2 heeft begin 2007 bij MIVD1 en MIVD6 gepolst hoe zij aankeken tegen het vastleggen van [eiser]
als agent, zo volgt uit de verklaring van MIVD1. Begin 2007 heeft MIVD2 aan hem gevraagd of het niet verstandig zou zijn om [eiser] vast te leggen als agent, maar daarop heeft MIVD1 gezegd dat [eiser] volgens hem niet aan de eisen voldeed. Ook heeft MIVD2 hierover gesproken met een oudere en ervaren collega (MIVD6), die op dat moment als ondersteuning vanuit de MIVD bij de ambassade in Afghanistan was geplaatst. Ook deze MIVD’er vond het volgens MIVD1 geen goed idee om [eiser] als agent vast te leggen. MIVD13 heeft op dit punt verklaard dat hij tijdens zijn bezoek aan Afghanistan in februari 2007 van MIVD2 heeft begrepen dat [eiser] over een netwerk beschikte waarvan de MIVD mogelijk gebruik kon maken. MIVD2 heeft toen een uitgebreide beschrijving over de achtergrond en positie van [eiser] gegeven. In een gesprek met MIVD2 kreeg MIVD13 het idee dat hij, MIVD2, meer gebruik wilde maken van de kennis van [eiser] “
om zaken inlichtingentechnisch voor elkaar te krijgen”. MIVD2 heeft verklaard dat MIVD13 daarop heeft aangegeven dat vastlegging van de rol van [eiser] noodzakelijk was; MIVD 13 kon zich dat laatste blijkens diens verklaring niet herinneren.
zijn(MIVD2’s) verantwoordelijkheid was. De rechtbank leidt uit deze getuigenverklaringen af dat MIVD2 vast van plan was om [eiser] als agent te registreren. [eiser] was in de periode daarvoor al door MIVD2 ingezet voor het regelen van valse stempels in paspoorten en valse kentekens voor auto’s van de MIVD.
Business Cover Facility,wordt omschreven):
BCF is mede gezien zijn relatie met Nederland nauw betrokken geweest bij de opzet van […] en heeft hierdoor goed zicht op wat er daadwerkelijk bij […] is gebeurd. Om die reden is tijdens een recent bezoek van M05 aan Kabul gesproken met BCF met als doelstelling hem formeel te benaderen en hem op te voeren als BCF/supportbron. Van M06 vernomen dat er een positief gesprek heeft plaatsgevonden, maar het gespreksverslag zoals door M05 was opgemaakt per abuis niet vanuit […] verzonden is naar Den Haag, maar, naar achteraf bleek toen M05 weer in Den Haag terug was, op […] is gedelete. Op basis van het bovenstaande door […] toch een BCF-broncode aangevraagd om daarmee verslag te kunnen doen van de activiteiten en/of gesprekken met BCF.”
Business Cover Facilityte zijn geweest.
Business Cover Facilityniet afdoet aan de kwalificatie van “agent” zoals de rechtbank die aan [eiser] heeft toegekend.
Toezichtsrapport inzake het onderzoek van de Commissie van Toezicht naar de inzet door de MIVD van informanten en agenten, meer in het bijzonder in het buitenland” van 12 april 2006 (in 4.19 van het tussenvonnis reeds aangeduid als: het toezichtsrapport). Zoals in het tussenvonnis reeds is overwogen, heeft de rechtbank zelf geen kennis genomen van de Humint-instructie en baseert zij zich op de inhoud, zoals door de CTIVD in het toezichtsrapport is weergegeven.
dat hij zich moeilijk laat sturen”. Een agent wordt in de Humint-instructie aangeduid als een persoon die doelbewust wordt ingezet om gericht gegevens te verzamelen onder instructie en verantwoordelijkheid van de MIVD. Agenten kennen “
een hoge mate van aansturing”door de operateur. Aansturen wordt door de MIVD omschreven als het rekruteren en begeleiden van bronnen of agenten met het doel niet vrij toegankelijke informatie te verzamelen. Ten slotte is een bron volgens de MIVD een persoon die formeel door de dienst is benaderd met het verzoek om op basis van vertrouwelijkheid en vrijwilligheid medewerking te verlenen door het geven van inlichtingen dan wel door het verlenen van operationele ondersteuning, welke ondersteuning bijvoorbeeld kan bestaan in het huren van een auto e.d. Een bron die alleen operationele ondersteuning verleent wordt door de MIVD ook wel aangeduid als
supportbron.
De suggestie dat een informant in enigermate zou kunnen worden gestuurd – de ‘actieve informant’ uit de interne regelgeving van de dienst – kan ertoe leiden dat een persoon langer wordt aangehouden als informant dan wettelijk is toegestaan. Deze praktijk wordt bovendien gestimuleerd door de strenge eisen die de MIVD stelt aan de betrouwbaarheid van een agent. (…) Deze benadering (…) zorgt er in voorkomend geval voor dat de MIVD in het kader van het voortraject van de Humint Verwervings Cyclus een persoon reeds feitelijk heeft ingezet als agent voordat de Minister om toestemming is verzocht.”
chief of stationter plaatse in Afghanistan – van de MIVD een grote vrijheid had gekregen bij de opbouw en inrichting van de missie. MIDV13 heeft verklaard dat MIVD2 in de opbouwfase goed werk heeft verricht en dat hij een capabele man was, die de missie in Afghanistan adequaat op poten heeft gezet. De rechtbank constateert verder dat MIVD2 zich ook voor het onderhouden van zijn contacten met en de aansturing van [eiser] , een grote mate van vrijheid heeft aangemeten. Hij zag potentieel in [eiser] om hem in te zetten voor het verkrijgen van inlichtingen voor de MIVD, hetgeen onder meer blijkt uit zijn gesprekken met MIVD1 (en MIVD6) waarbij hij heeft gevraagd hoe zij erover dachten om [eiser] als agent in te zetten. MIVD2 heeft in de verslaglegging – voor zover daarop werkelijk zicht bestaat – geen melding gemaakt van die activiteiten. De verslaglegging van MIVD2 aan het hoofdkantoor van de MIVD was gebrekkig, niet alleen door het ontbreken van goede en beveiligde (telefoon)verbindingen. De verklaringen van de getuigen die als leidinggevenden op het MIVD-hoofdkantoor in Nederland zaten, bevestigen het beeld dat MIVD2 zich niet strikt aan de rapportageverplichtingen en overige formaliteiten hield. MIVD2 viel onder de verantwoordelijkheid van MIVD13 en moest aldus aan hem rapporteren. Hoewel MIVD2 heeft verklaard dat hij waar mogelijk heeft teruggekoppeld naar zijn lijnmanagers, volgt uit de getuigenverklaring van MIVD13 (die afdelingshoofd van de afdeling Humint was en de leidinggevende van MIVD2) dat hierop een en ander aan te merken viel. Op enig moment kreeg MIVD13 (begin 2007) het idee dat MIVD2 “
teveel cowboytje”wilde spelen. MIVD13 heeft verklaard dat hij een bepaalde detaillering heeft gemist in de verslaglegging en dat hij “
delen gemist had die wel gemeld moeten worden. Dit had ook betrekking op de activiteiten in Afghanistan in 2006 – 2007.”Toen MIVD13 in februari 2007 in Afghanistan was, heeft hij MIVD2 gewezen op de gebrekkigheid van diens verslaglegging. Het ging daarbij om de samenwerking met andere partijen en om de veiligheidsmaatregelen die werden getroffen.
“omdat moest worden voldaan aan de door de Wiv gestelde voorwaarden ten aanzien van bronnen en agenten.”MIVD13 heeft verklaard dat in zijn herinnering toen ook gesproken is over het bronnenbestand, er is niet specifiek gesproken over [eiser] , maar wel over zogenaamde [bronnen] : “
de broncode [X] is de algemene naam van bronnen in Afghanistan. Daar komt een nummer achter.”
De Commissie is van oordeel dat de MIVD in een positie was om genoemde gedragingen, voor zover daar sprake van was, te voorkomen dan wel te corrigeren.
(…)
bekoeld”door de levensstijl van [eiser] die volgens MIVD17 niet (meer) paste binnen het zo onopvallend mogelijke profiel dat de MIVD in Kabul nastreefde. Volgens MIVD17 heeft hij dit besproken met MIVD2, en was dit nog vóór de schorsing van MIVD2. [eiser] was daarvóór, zo heeft onder meer MIVD1 verklaard, nog “
kind aan huis” op die locatie. MIVD1 maakte zich dan ook zorgen over de gang van zaken. Hij heeft verklaard dat [eiser] na de schorsing inderdaad de toegang tot de back-uplocatie is ontzegd en voorts:
Gezien de ‘vrije’ toegang tot […], de deelname aan BBQ’s e.d., het gebruik maken van allerlei diensten van de […] (zoals bestellen van alcoholische dranken) was en voelde hij zich ‘kind aan huis’. In het verleden heeft M05 in zijn functie als security officer uitgebreid met bron gesproken (geen rapportage) en door […] is vanwege de betrokkenheid van bron bij de opzet van de […] een dossier aangelegd en een broncode aangevraagd. Uit oogpunt van ‘damage control’ zal daarom een gesprek met bron plaatsvinden.”
It rings a bell”. MIVD12 heeft desgevraagd verklaard dat hij zich over een eventueel debriefen van MIVD2 in verband met [eiser] niets kan herinneren. De rechtbank overweegt dat deze uitspraak in die zin van beperkte waarde is nu MIVD12 niet is geconfronteerd met de inhoud van de getuigenverklaring van MIVD1, doordat MIVD12 zijn getuigenverklaring eerder heeft afgelegd.
timing, zorgvuldigheid, aflopende beloning, duidelijkheid en eventueel psychologische nazorg”. Een en ander leidt tot het oordeel dat de directeur van de MIVD, gelet op de hiervoor beschreven specifieke feiten en omstandigheden, de in artikel 15, onder c, Wiv genoemde zorgplicht heeft geschonden.
Aanknopingspunten voor de mogelijke juistheid van de stelling van [eiser] dat de bedreigingen samenhangen met zijn eerdere positie als informant/agent en het gebrek aan “afbouw” daarvan, vindt de rechtbank in het feit dat de MIVD [eiser] een vliegticket heeft aangeboden om Afghanistan te verlaten en hem bescherming heeft geboden door hem en zijn gezin in een kazerne op te vangen. Voorts is naar het oordeel van de rechtbank, zeker nu het gaat om een zorgvuldigheidsnorm die bescherming moet bieden tegen veiligheidsrisico’s en persoonlijke afbreukrisico’s, niet uitgesloten dat er enige tijd overheen gaat alvorens dergelijke risico’s zich openbaren. Hierbij verdient opmerking dat [eiser] een breed maatschappelijk en zakelijk netwerk onderhield, waarin zich ook personen van het politieke niveau bevonden, hetgeen door de Staat niet is weersproken. Juist de status en belangen van dergelijke personen kunnen al naar gelang hun politieke positie op enig moment in het gedrang komen. De rechtbank acht dan ook niet uitgesloten dat een bepaalde verschuiving in het politieke spectrum in Afghanistan tot gevolg heeft gehad dat zich op een veel later moment dan direct na de schorsing van MIVD2 in 2007 veiligheidsrisico’s voor [eiser] hebben voorgedaan – het na-ijleffect – die voortkomen uit zijn eerdere werkzaamheden voor de MIVD.
Nefalit/Karamus,en HR 24 december 2010, NJ 2011/251,
Fortis/Bourgonje). Dit leerstuk houdt in dat de rechter in gevallen waarin niet kan worden vastgesteld of de schade is veroorzaakt door een normschending (in dit geval de schending van de zorgplicht door de MIVD), dan wel door een oorzaak die voor risico van de benadeelde zelf (in dit geval [eiser] ) komt, of door een combinatie van beide oorzaken, en waarin de kans dat de schade door de normschending is veroorzaakt niet zeer klein noch zeer groot is, de aansprakelijk gestelde persoon mag veroordelen tot schadevergoeding in evenredigheid met de in een percentage uitgedrukte kans dat de schade door zijn normschending is veroorzaakt.
$ 100.000 aan investeringen in wegenbouwproject met [bedrijf 2] , en $ 12.500.000 door het verlies van zijn positie als CEO van [Ltd 1] als gevolg van uitlatingen van [E] over [eisers] positie (ontslag zonder vergoeding). $ 1.980.000 aan gestolen wooncontainers (180 stuks) en $ 800.000 aan gestolen bouwmachines,
$ 780.000 aan Toyota Cruisers (26 stuks) en $ 1.680.000 aan gepantserde Landcruisers (14 stuks) achtergelaten, en verlies van het 20% aandeel in het [bedrijf 1] .