Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
PG WORLDWIDE,
1.De procedure
- het tussenvonnis in het incident van 15 april 2015 en de daar vermelde stukken, waaronder: (i) de incidentele conclusie houdende provisionele vorderingen ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van Hygro en (ii) de incidentele vordering tot het stellen van zekerheid voor de proceskosten ex artikel 224 Rv, tevens conclusie van antwoord, tevens conclusie van antwoord in het incident provisionele vorderingen ex artikel 223 Rv, tevens conclusie van eis in reconventie, tevens akte houdende overlegging producties van 26 november 2014 van Futurecare c.s., met 3 producties;
- de op 3 juni 2015 ontvangen mededeling van de advocaat van Futurecare c.s. dat hij zich als advocaat van Futurecare c.s. aan de zaak onttrekt, waarna zich voor Futurecare c.s. geen nieuwe advocaat heeft gesteld;
- het pleidooi in het incident houdende provisionele vorderingen ex artikel 223 Rv van Hygro gehouden op 7 september 2015, waarbij Hygro haar eis heeft verminderd en een pleitnota heeft overgelegd. Futurecare c.s. is bij het pleidooi niet verschenen.