ECLI:NL:RBDHA:2015:12706

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 november 2015
Publicatiedatum
5 november 2015
Zaaknummer
C/09/492901 / KG ZA 15-1085
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van persoonsgegevens door Stichting BREIN tegen Google

In deze zaak vorderde de Stichting BREIN van Google de afgifte van persoonsgegevens van een aanbieder van e-books via Google Play. De voorzieningenrechter had eerder in een tussenvonnis geoordeeld dat Google in beginsel verplicht was om de persoonsgegevens van de houder van het account Flȃmanca Hollanda af te geven, maar dat deze houder verzet kon aantekenen tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens. In het tussenvonnis werd bepaald dat Google de gegevens aan BREIN moest verstrekken, mits de houder geen verzet zou aantekenen. De voorzieningenrechter gaf Google de opdracht om de houder te informeren over de verwerking van zijn gegevens en dat deze zijn verzet moest onderbouwen.

In een brief van Google werd aangegeven dat de houder had gereageerd op de aankondiging van de gegevensverwerking, maar de inhoud van deze reactie was verwarrend en bood weinig houvast. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen serieus verzet was tegen de gegevensverwerking en dat BREIN geen onderbouwd verweer had gepresenteerd. Google gaf aan zich niet te verzetten tegen de onvoorwaardelijke toewijzing van de vordering, wat leidde tot de beslissing dat Google de gevorderde gegevens moest verstrekken.

De voorzieningenrechter gebiedde Google om binnen drie weken na het vonnis de gevraagde gegevens te verstrekken, waaronder abonnee-informatie, IP-adressen en facturatie-informatie. De kosten van het geding werden op Google verhaald, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken op 6 november 2015 door mr. E.F. Brinkman en openbaar gemaakt door mr. P.G.J. de Heij.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/492901 / KG ZA 15-1085
Vonnis in kort geding van 6 november 2015
in de zaak van
de stichting
STICHTING BREIN,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaten mr. D.J.G. Visser en mr. P. de Leeuwe te Amsterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
GOOGLE INC.,
gevestigd te Mountain View, California, Verenigde Staten van Amerika,
2. de vennootschap naar vreemd recht
GOOGLE IRELAND LTD.,
gevestigd te Dublin, Ierland,
gedaagden,
advocaten mr. R.D. Chavannes en mr. A. Strijbos te Amsterdam.
Partijen zullen hierna enerzijds ‘BREIN’ en anderzijds ‘Google’ genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 oktober 2015 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van 22 oktober 2015 van mr. Verhoeven met daarbij een geanonimiseerde reactie;
- de brief van mr. Visser van 26 oktober 2015.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De voorzieningenrechter volhardt bij hetgeen in het tussenvonnis is overwogen en beslist. Daarin is geoordeeld dat Google in beginsel de persoonsgegevens van de houder van het account Flȃmanca Hollanda dient af te geven, doch dat die houder daartegen verzet volgens artikel 40 Wbp [1] kan aantekenen. Omdat onzeker was of de houder verzet zou aantekenen, heeft de voorzieningenrechter een tussenvonnis gewezen waarbij Google bevolen werd de gevorderde gegevens aan BREIN te geven, evenwel onder de voorwaarde dat de houder van het account Flȃmanca Hollanda geen verzet zou aantekenen tegen de hem/haar aangekondigde verwerking van de persoonsgegevens. Mocht er verzet komen, dan zou dit aan de voorzieningenrechter worden voorgelegd, waarbij Google de reactie van de houder op het verwijt van BREIN en eventuele door hem/haar nog specifiek gestelde belangen geanonimiseerd zal inzenden. Aan Google is daarbij meegegeven aan de houder te melden dat indien deze zich op het standpunt stelt dat van auteursrechtinbreuk geen sprake is (bijvoorbeeld vanwege een licentie of uitputting als voornoemd), dit gedocumenteerd en onderbouwd dient te worden gedaan.
2.2.
Uit de brief van Google van 22 oktober 2015 kan worden afgeleid dat de houder gereageerd heeft op de aankondiging van Google dat zijn/haar persoonsgegevens worden verwerkt. Die geanonimiseerde reactie luidt letterlijk als volgt:
“I am not the target of the investigation. Turns out I was a victim of a breach of account. They need the info to send me official notice of a victim impact statement for the sentencing part of someone else’s trial. Thank you to everyone
I do not agree because it is not right to blame the courts must be open google google I am 15 years old innocent child eating:(
Hi I just downloaded the Google Play ini torrent from public book, I didn’t know I’m 15 years old, Google Books has posted why Google did not send me money, I found a Dutch Criminal Court as a victim you blame me because you don’t share my information released to me I’ll give you the money, the thief took the money didn’t show upon Google yourself Dutch book
I do not know mingled book this in dutch I sent the book to the people I google did not notice the already made selling just books were closed, I would like what a kid I was the 15-year-old is google criminals have issued reason is that these errors money google firm has raised me I guilty person warned me because google is never
You took your books cause you’re my guilty courts verder me money to buy ten books you publish books on Google Play you why I am incents by mistake?”
2.3.
Er is – kort gezegd – weinig touw aan vast te knopen. In feite is niet eens duidelijk dat de houder zich daadwerkelijk verzet tegen de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens. Zelfs echter als van een dergelijk verzet sprake zou zijn, valt er met BREIN geen serieus en onderbouwd verweer in te ontdekken. Zo wordt bijvoorbeeld niet gesteld, toegelicht of onderbouwd dat de e-books wel een legale oorsprong zouden hebben. Ook ontbreekt ieder bewijs dat de persoon in kwestie inderdaad 15 jaar oud zou zijn, nog daargelaten dat, mocht dit werkelijk zo zijn, daarmee in een door BREIN in te stellen vervolgprocedure op gepaste wijze rekening kan worden gehouden. Hetzelfde geldt voor de suggestie dat de account zou zijn gehackt. De voorzieningenrechter vermag overigens geen nadere belangen in de reactie te zien die in de weg zouden staan van toewijzing van het gevorderde
2.4.
Google heeft desgevraagd telefonisch aangegeven zich niet te verzetten tegen thans onvoorwaardelijke toewijzing van het gevorderde zodat aldus geschiede. Zij zal als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld, te begroten op EUR 613,- griffierecht, EUR 94,19 explootkosten en EUR 816,- salaris advocaat.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
gebiedt Google om binnen 3 weken na dit vonnis aan de raadsman van BREIN ten behoeve van BREIN de volgende gegevens, voor zover Google daarover beschikt, te verschaffen met betrekking tot de houder(s) van de Google Play Books Partner Center Publisher Account(s) van waaruit boeken zijn geüpload onder de Google Play Books URL(s) die BREIN heeft aangemeld in haar verwijderingsverzoek van 19 mei 2015 (Google zaaknr. 76488000007259), zoals omschreven in het lichaam van de dagvaarding:
Ten aanzien van het Publisher Account:
a. abonnee-informatie;
b. het IP adres van de computer waarmee het Publisher Account is aangemaakt;
c. facturatie-informatie, d.w.z. postadres en bankrekeningnummer, naam van de bank en tenaamstelling van de bankrekening;
Ten aanzien van het Google Account dat is gebruikt om het Publisher Account aan te maken:
d. de datum en tijd waarop het Google Account is aangemaakt;
e. het IP adres van de computer waarmee het Google Account is aangemaakt;
f. IP adressen van de computers waarmee de gebruiker heeft ingelogd op het Google Account;
g. het voor het Google Account opgegeven secundaire emailadres en de opgegeven voor-en achternaam;
3.2.
verklaart het onder 3.1 gegeven bevel uitvoerbaar bij voorraad, doch uitsluitend voor zover het ziet op de verstrekking van gegevens die betrekking hebben op adressen, bankrekeningen en IP-adressen binnen de Europese Unie;
3.3.
veroordeelt Google in de kosten van dit geding, te begroten op EUR 1.523,19 en verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
bepaalt voor zover nodig de termijn als bedoeld in 1019i Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering op 6 maanden na heden;
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman en in het openbaar uitgesproken door mr. P.G.J. de Heij op 6 november 2015.

Voetnoten

1.Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens (Wet bescherming persoonsgegevens)