Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
beiden van Srilankaanse nationaliteit,
de minister van Buitenlandse Zaken,
Procesverloop
Overwegingen
Op grond van artikel 8, tweede lid, Visumcode zendt het consulaat van de vertegenwoordigende lidstaat, indien deze voornemens is een visum te weigeren, de aanvraag door aan de bevoegde autoriteiten van de vertegenwoordigde lidstaat, die er vervolgens een definitieve beslissing over nemen binnen de termijn als omschreven in artikel 23.
Op grond van artikel 8, vierde lid, Visumcode, sluiten de vertegenwoordigende lidstaat en de vertegenwoordigde lidstaat een bilaterale regeling die de volgende elementen bevat:
(…)
(d) in afwijking van het tweede lid, kan het consulaat van de vertegenwoordigende lidstaat in de bilaterale regeling worden gemachtigd om, na onderzoek van de aanvraag, te weigeren een visum af te geven.
6. Eisers voeren verder aan dat zij in strijd met artikel 13 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en de artikelen 7 en 47 van het Europees Handvest van de Grondrechten (het Handvest) niet op een effectieve wijze op kunnen komen tegen een schending van artikel 8 EVRM. Nederland heeft de rechtsbescherming immers niet samen met Zwitserland behoorlijk geregeld. Eisers hebben ook bezwaar ingediend bij de Zwitserse ambassade in Sri Lanka maar deze weigerde het bezwaar door te zenden naar de Zwitserse dienst en evenmin zijn eisers geïnformeerd hoe zij effectief kunnen procederen in Zwitserland. Eisers willen niet onnodig geld betalen doordat zij na betaling een beslissing tot niet-ontvankelijkheid krijgen omdat het bezwaar niet is opgesteld in een van de officiële Zwitserse talen.