ECLI:NL:RBDHA:2015:12273
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen voorlopig energielabel
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een woning, beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister voor Wonen en Rijksdienst, die zijn bezwaar tegen de afgifte van een voorlopig energielabel kennelijk niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiser had op 26 januari 2015 bezwaar gemaakt tegen het energielabel G dat aan zijn woning was afgegeven, omdat hij al beschikte over een energieprestatiecertificaat met energielabel D. Eiser stelde de minister in gebreke wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift. De minister verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de afgifte van een voorlopig energielabel volgens de minister geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft de zaak op 28 oktober 2015 behandeld. Eiser was aanwezig, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. De rechtbank overwoog dat de registratie van een voorlopig energielabel geen besluit is, omdat dit geen bevoegdheid, recht of verplichting voor anderen creëert. De rechtbank verwees naar eerdere jurisprudentie van de Raad van State, waarin werd vastgesteld dat een voorlopig energielabel geen zelfstandig rechtsgevolg heeft.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat het bezwaar tegen de registratie van het energielabel niet mogelijk was. Eiser werd geadviseerd zich tot de burgerlijke rechter te wenden voor eventuele schadevergoeding. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd om van het overige deel van het beroep kennis te nemen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.