In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 september 2015 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, waarbij nevenvoorzieningen en de verdeling van de huwelijksgemeenschap aan de orde waren. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J. Boers, verzocht om echtscheiding en diverse nevenvoorzieningen, waaronder de opname van een ouderschapsplan in de beschikking, afspraken over de bedtijden van de kinderen, en de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.A. Schipper, voerde verweer en deed zelfstandig verzoeken met betrekking tot de echtscheiding en nevenvoorzieningen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en het ouderschapsplan aan de beschikking gehecht. De man is met ingang van 17 april 2014 als huurder van de echtelijke woning aangemerkt, terwijl de vrouw het gebruik van de woning tot 28 december 2015 is toegestaan. De rechtbank heeft ook de alimentatie voor de kinderen vastgesteld, waarbij de man € 129,-- per maand per kind moet betalen, en de partneralimentatie voor de vrouw vastgesteld op € 25,-- per maand tot de verkoop van de echtelijke woning, en € 644,-- per maand daarna.
Daarnaast heeft de rechtbank de verdeling van de huwelijksgemeenschap geregeld, waarbij de Lego-collectie aan de man is toebedeeld onder de verplichting om een bedrag van € 1.450,-- aan de vrouw te betalen. De rechtbank heeft ook bepaald dat partijen ieder voor de helft verantwoordelijk zijn voor de schulden en dat de afkoopsom van de man voor een deel aan de vrouw moet worden betaald. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.