ECLI:NL:RBDHA:2015:11551
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Hongarije
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 7 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een asielzoeker, geboren in Afghanistan. De verzoeker had op 15 september 2015 een besluit ontvangen van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat Hongarije verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielaanvraag, conform de Dublin III-verordening. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De behandeling van het verzoek vond plaats op 1 oktober 2015, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er recentelijk informatie beschikbaar was gekomen over de positie van asielzoekers in Hongarije, wat aanleiding gaf tot het toewijzen van de voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang was, aangezien het hoger beroep op 9 oktober 2015 zou worden behandeld.
De voorzieningenrechter heeft besloten dat de verzoeker niet mag worden overgedragen aan Hongarije totdat de rechtbank op zijn beroepschrift heeft beslist. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, vastgesteld op € 980. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 oktober 2015, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.