ECLI:NL:RBDHA:2015:11361

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2015
Publicatiedatum
1 oktober 2015
Zaaknummer
C/09/491634 / FA RK 15-5075
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en crossborder mediation tussen ouders

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het een verzoek tot opname van een vaststellingsovereenkomst in een beschikking met betrekking tot internationale kinderontvoering. De vader, wonende in Tsjechië, had op 30 juni 2015 een verzoek ingediend, dat op 8 september 2015 werd behandeld. De moeder, die met het minderjarige kind naar Nederland was verhuisd, was als belanghebbende aangemerkt. Tijdens een regiezitting op 13 augustus 2015, waarbij beide partijen aanwezig waren, werd de mogelijkheid van crossborder mediation besproken. Deze mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, leidde tot een succesvolle overeenkomst tussen de ouders op 17 augustus 2015.

De rechtbank heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder het verzoekschrift en de vaststellingsovereenkomst. De ouders hebben gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind, dat in Tsjechië is geboren. De rechtbank oordeelde dat, nu de minderjarige zijn gewone verblijfplaats bij de moeder in Nederland heeft, de Nederlandse rechter bevoegd is om het verzoek te behandelen. De rechtbank heeft besloten de vaststellingsovereenkomst, waarin afspraken zijn gemaakt over de zorg- en contactregeling, op te nemen in de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is gegeven door mr. J.M. Vink, tevens kinderrechter, en mr. M. Verkerk als griffier.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 15-5075
Zaaknummer: C/09/491634
Datum beschikking: 08 september 2015

Internationale kinderontvoering

Beschikking op het op 30 juni 2015 ingekomen verzoek van:

[verzoeker] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] Tsjechië,
advocaat: mr. R.K. Uppal te Amsterdam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[verweerster] ,

de moeder,
wonende op een voor de rechtbank bekend adres in Nederland,
advocaat: mr. J.A.M. Schoenmakers te Breda.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift;
  • het faxbericht d.d. 8 juli 2015 van de zijde van de moeder;
  • de brief d.d. 11 juli, met bijlagen, van de zijde van de vader.
Op 13 augustus 2015 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader bijgestaan door zijn advocaat en een tolk, mevrouw [naam] , alsmede de moeder bijgestaan door haar advocaat. Het betrof hier een regiezitting met het oog op crossborder mediation in internationale kinderontvoeringszaken met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. J.M. Vink.
Na genoemde regiezitting hebben de vader en de moeder getracht door middel van crossborder mediation, gefaciliteerd door het Mediation Bureau van het Centrum Internationale Kinderontvoering, tot een minnelijke regeling te komen. Op 17 augustus 2015 heeft het Mediation Bureau de rechtbank bericht dat de mediation tussen partijen is geslaagd en heeft geresulteerd in een vaststellingsovereenkomst.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
  • het faxbericht d.d. 20 augustus 2015 van de zijde van de vader;
  • de brief d.d. 20 augustus, met de door beide partijen ondertekende vaststellingsovereenkomst als bijlage, van de zijde van de vader;
  • het faxbericht d.d. 27 augustus 2015 van de zijde van de moeder.

Feiten

- Partijen hebben een affectieve relatie gehad.
- Zij zijn de ouders van het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Tsjechië.
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarige uit.
- Op 16 oktober 2014 is de moeder met de minderjarige naar Nederland vertrokken. Blijkens het uittreksel uit het systeem ingevolge de Wet basisregistratie personen staan de moeder en de minderjarige sinds 24 oktober 2014 ingeschreven op hun huidige adres in Nederland.
- Blijkens het uittreksel uit het systeem ingevolge de Wet basisregistratie personen hebben de moeder en de minderjarige de Tsjechische nationaliteit. De vader heeft ook de Tsjechische nationaliteit.
- De vader heeft zich op 24 februari 2015 gewend tot de Nederlandse Centrale Autoriteit (CA). De zaak is bij de CA geregistreerd onder IKO nr. [nummer] .
- Bij beschikking van de Arrondissementsrechtbank te [plaats] (stadsdeel 10) is de overeenkomst tussen de ouders – waarin de zorg voor de minderjarige aan de moeder wordt toevertrouwd en waarin is bepaald dat de vader maandelijks CZK 3.000,-- dient bij te dragen in het onderhoud van de minderjarige – goedgekeurd.

Verzoek en verweer

De vader heeft de rechtbank – onder intrekking van het teruggeleidingsverzoek – verzocht de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst op te nemen in de beschikking.
Blijkens het faxbericht van 27 augustus 2015 stemt de moeder met het verzoek van de vader in.

Beoordeling

Nu de vader en de moeder op 16 augustus 2015 zijn overeengekomen dat de minderjarige zijn gewone verblijfplaats bij de moeder in Nederland zal hebben, is ingevolge artikel 10 aanhef en onder a Brussel IIbis aan de bevoegdheid van de Tsjechische rechter ter zake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande de minderjarige vanaf die datum een einde gekomen.
Nu het thans voorliggende verzoek tot opname van de vaststellingsovereenkomst in de beschikking op 20 augustus 2015 is ingekomen – derhalve nadat de minderjarige zijn hoofdverblijfplaats in Nederland heeft verkregen – is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht van dat verzoek kennis te nemen.
De vader en de moeder hebben beide verzocht de door hen ondertekende vaststellingsovereenkomst – waarin zij onder meer afspraken hebben gemaakt over de contact- en zorgregeling – in de beschikking op te nemen. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen, nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich daartegen verzet.

Beslissing

De rechtbank:
neemt op de door de vader en de moeder getroffen onderlinge regeling ter zake de ouderlijke verantwoordelijkheid aangaande [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Tsjechië, zoals neergelegd in de (in kopie) aan deze beschikking gehechte vaststellingsovereenkomst en verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Vink, tevens kinderrechter, bijgestaan door
mr. M. Verkerk als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 september 2015.