Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] ,
de minister van Buitenlandse Zaken,
Procesverloop
Overwegingen
of
b) indien er redelijke twijfel bestaat over de echtheid van de door de aanvrager overgelegde bewijsstukken of over de geloofwaardigheid van de inhoud ervan, de betrouwbaarheid van de verklaringen van de aanvrager of zijn voornemen om het grondgebied van de lidstaten te verlaten vóór het verstrijken van de geldigheid van het aangevraagde visum.
Dat in bezwaar niet alle afwijzingsgronden zijn gehandhaafd betekent voorts niet zonder meer dat niet kan worden afgezien van het horen. Eiseres heeft nog altijd geen nadere bewijsstukken (zoals arbeidsovereenkomst, loonstroken, bankafschriften) overgelegd aangaande haar inkomen dat ze stelt te generen uit een dienstverband bij [bedrijf] . Evenmin heeft eiseres onderbouwd dat zij inkomen genereert uit het beheer van onroerend goed. Verder heeft verweerder afgezien van het horen van eiseres omdat horen niets verandert aan de geringe binding van eiseres met Sri Lanka.
De beroepsgrond slaagt niet.
€ 3300,-), welk bedrag in de loop der jaren gegenereerd is door inkomsten uit haar werk en door inkomsten uit het beheer van onroerend goed. Voorts heeft eiseres met documenten onderbouwd dat zij onroerend goed beheert in [plaats] , waarvoor haar fysieke aanwezigheid nodig is in verband met het onderhoud en het incasseren van de huur, nu deze betalingen contant worden uitgevoerd. Ten bewijze hiervan heeft eiseres in de aanvullende gronden van 12 maart 2015 een huurovereenkomst van 29 augustus 2013 van het betreffende huis in [plaats] overgelegd. Kortom, eiseres heeft in Sri Lanka een goed leven en in combinatie met haar leeftijd maakt dit het onwaarschijnlijk dat zij zich in Nederland zou willen vestigen.
Ten aanzien van de economische binding van eiseres met haar land van herkomst overweegt verweerder het volgende. Eiseres heeft verklaard dat zij naaister is van beroep. Ter onderbouwing is een werkgeversverklaring overgelegd, gedateerd op 26 juni 2014, waarin het bedrijf [bedrijf] verklaart dat eiseres aldaar werkzaam is sinds 2007 en maandelijks een salaris van 20.000 Sri Lankaanse roepies ontvangt. Daarnaast heeft eiseres een verklaring overgelegd inhoudende dat zij toestemming heeft gekregen verlof op te nemen voor de duur van drie maanden. Enkel op grond hiervan kan echter niet worden aangenomen dat eiseres daadwerkelijk werkzaam is, dat zij inkomsten ontvangt en dat zij op basis daarvan gehouden is tijdig terug te keren naar Sri Lanka. Ten aanzien van de overgelegde bankverklaring van de [naam 3] Bank van 2 augustus 2014, waarin is verklaard dat eiseres een bankrekening heeft met een saldo van 500,000 Sri Lankaanse roepies, overweegt verweerder dat er geen aanwijzingen zijn dat dit saldo het gevolg is van inkomsten gegeneerd uit werk. Uit informatie van de Nederlandse vertegenwoordiging in Colombo in Sri Lanka is gebleken dat er daar arbeidsovereenkomsten en loonstrookjes worden verstrekt. In dit verband verwijst verweerder naar een website http://www.vsfglobal.ch (de rechtbank leest hier www.vfsglobal.ch). Derhalve had het op de weg gelegen van eiseres dergelijke bewijsstukken te overleggen. Nu slechts een werkgeversverklaring en een bankverklaring is overgelegd, is niet aangetoond dat eiseres een dusdanige economische binding heeft met Sri Lanka dat zij gehouden is tijdig terug te keren. Voorts overweegt verweerder dat, daargelaten dat eiseres niet nader heeft onderbouwd inkomsten uit het beheer van onroerend goed te ontvangen, dergelijke inkomsten geen waarborg bieden voor tijdige terugkeer, nu niet is gebleken dat eiseres daarvoor fysiek in [plaats] aanwezig dient te zijn.