ECLI:NL:RBDHA:2015:11054

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 september 2015
Publicatiedatum
23 september 2015
Zaaknummer
C/09/470022 / FA RK 14-5537
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van geboortegegevens van een minderjarige met discrepantie in geboortedatum

In deze zaak verzoekt de moeder om vaststelling van de geboortedatum van haar dochter, die volgens haar op 26 april 2006 is geboren. De huidige registratie vermeldt echter 1 januari 2003. De rechtbank heeft twee medische verklaringen ontvangen die beide een afwijkende skeletleeftijd van de minderjarige aangeven, maar deze bieden geen eenduidig bewijs voor de verzochte geboortedatum. De rechtbank wijst erop dat de overgelegde DNA-uitslag niet voldoet aan de accreditatie-eisen, waardoor deze niet kan worden meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende overtuigend bewijs is om de geboortedatum vast te stellen zoals verzocht, en wijst het verzoek af. De beslissing is genomen op 14 september 2015 door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Den Haag, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand als belanghebbende is aangemerkt. De rechtbank benadrukt dat voor wijziging van geregistreerde persoonsgegevens overtuigend bewijs vereist is, wat in deze zaak ontbreekt.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 14-5537
Zaaknummer: C/09/470022
Datum beschikking: 14 september 2015

Vaststellen geboortegegevens

Beschikkingop het op 18 juli 2014 ingekomen en het op 6 maart 2015 ingekomen gewijzigde verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

verzoekster,
wonende te [woonplaats] ,
in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige:
[de minderjarige] ,geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Somalië,
advocaat: mr. J.P. Sanchez Montoto te Wassenaar.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,

zetelend te Den Haag,
hierna te noemen: de ambtenaar.

Procedure

Bij beschikking van 28 april 2015 heeft de rechtbank bepaald dat de behandeling van dit verzoek wordt aangehouden teneinde verzoekster in de gelegenheid te stellen een medische verklaring en een rapport van een DNA-onderzoek in te dienen, zoals door de rechtbank in het lichaam van de beschikking van 28 april 2015 is beschreven. De ambtenaar is vervolgens in de gelegenheid gesteld schriftelijk hierop te reageren, voor zover daar prijs op wordt gesteld. Iedere verdere beslissing ten aanzien van het vaststellen van de geboortegegevens is vervolgens aangehouden.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
  • het faxbericht d.d. 16 juli 2015 van de zijde van verzoekster, met als bijlage de medische verklaring;
  • het faxbericht d.d. 31 juli 2015 van de zijde van verzoekster, met als bijlage de uitslag van het DNA-onderzoek.
Van de ambtenaar is niets vernomen, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat de ambtenaar geen commentaar heeft op de hierboven overgelegde stukken.

Beoordeling

De rechtbank heeft een kopie van een medisch verslag van prof.dr. [naam] , radioloog verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum, ontvangen, gedateerd 27 mei 2015. In dit verslag wordt geconcludeerd dat de skeletleeftijd van [de minderjarige] , geboren op
[geboortedatum] , 7,41 jaar bedraagt en derhalve vijf jaar achterloopt op de kalenderleeftijd (12,38 jaar). Er is sprake van een grote discrepantie met de opgegeven kalenderleeftijd, aldus prof.dr. [naam] .
Voorts heeft de rechtbank een kopie van het DNA Test Report ontvangen, begeleid met een kopie brief van DNA Diagnostics Center te Vlaardingen, met de mededeling dat de vermeende moeder met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de biologische moeder is van het geteste kind.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Om te komen tot vaststelling van de geboortedatum zoals verzocht, dient er sprake te zijn van overtuigend bewijs van de juistheid van de verzochte datum, te meer nu deze datum afwijkt van de geboortedatum zoals reeds opgenomen in de burgerregistratie personen. Verzoekster heeft ter onderbouwing van haar verzoek het volgende bewijs overgelegd:
een medische verklaring van de afdeling Radiologie/Nucleaire Geneeskunde van het Bronovo Ziekenhuis te Den Haag;
een medische verklaring van de afdeling Radiologie/Nucleaire Geneeskunde van het Leids Universitair Medisch Centrum;
de uitslag van het DNA-onderzoek verricht door DNA Diagnostics Center te Fairfield, Ohio, Verenigde Staten van Amerika.
Deze bewijzen zijn gebaseerd op het protocol ‘leeftijdsonderzoek’ van het Nederlands Forensisch Instituut en als zodanig besproken tijdens de mondelinge behandeling van
23 februari 2015.
In de eerste medische verklaring wordt een zeer forse achterstand op de kalenderleeftijd (dan wel een foutief opgegeven kalenderleeftijd) geconstateerd. Het onderzoek is verricht op 26 februari 2013 en de vastgestelde skeletleeftijd is 6 jaar en 10 maanden.
Dit resulteert in een vermoedelijke geboortedatum van 26 april 2006.
In de tweede medische verklaring wordt eveneens een grote discrepantie geconstateerd met de opgegeven kalenderleeftijd. De datum van dat onderzoek is 21 mei 2015 geweest en de toen geconstateerde skeletleeftijd 7,41 jaar. De rechtbank begrijpt dit als 7 jaar en 5 maanden.
Dit resulteert in een vermoedelijke geboortedatum van 21 december 2007.
De rechtbank stelt voorop dat de twee hierboven genoemde medische verklaringen weliswaar beiden aangeven dat de kalenderleeftijd volgens de burgerregistratie personen niet correct is, maar dat uit die verklaringen geen eenduidige skeletleeftijd van de minderjarige blijkt en zelfs geen eenduidig geboortejaar. De rechtbank is het met de ambtenaar eens dat voor het - via de vaststelling van de geboortegegevens - wijzigen van reeds in Nederland geregistreerde persoonsgegevens er overtuigend bewijs moet zijn. Gelet op de verschillende skeletleeftijden die uit de medische verklaringen blijken is de rechtbank van oordeel dat verzoekster onvoldoende overtuigend bewijs heeft geleverd om te komen tot vaststelling van de verzochte geboortedatum van 26 april 2006 en evenmin tot vaststelling van een andere geboortedatum. De rechtbank zal het verzoek in zoverre dan ook afwijzen.
Wat betreft de vast te stellen moedergegevens overweegt de rechtbank als volgt. De rechtbank stelt de navolgende eisen aan een rapport van DNA-onderzoek. Uit het rapport dient te blijken dat het onderzoek is verricht in – indien er sprake is van een in het buitenland gevestigd laboratorium – een laboratorium dat door de Raad voor Accreditatie vergelijkbare instantie of dat door een bevoegde autoriteit is geaccrediteerd aan de hand van de criteria genoemd in de NEN-EN ISO/IEC 17025 of de NEN-EN ISO/IEC 15189 en de aanbevelingen van Paternity Testing Commission van de International Society of Forensic Genetics (FSI 2007). Via www.rva.nl kan worden nagegaan of een laboratorium is geaccrediteerd. De rechtbank heeft uit eigen onderzoek moeten constateren dat het DDC DNA Diagnostic Center, gevestigd te Fairfield, Ohio, Verenigde Staten van Amerika, deze accreditatie niet bezit. Het resultaat van dit onderzoek zal in deze procedure derhalve buiten beschouwing worden gelaten.
Gezien de onderbouwing van het verzoek en het voorgaande, waaruit volgt dat de de geboortedatum en de moedergegevens van de minderjarige naar het oordeel van de rechtbank niet kunnen worden vastgesteld, gaat de rechtbank er vanuit dat verzoekster geen belang meer heeft bij haar verzoek tot vaststelling van (de overige) voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens.

Beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A. Zonneveld, in tegenwoordigheid van mr. K.M. Heins als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 september 2015.