In deze zaak verzoekt de moeder om vaststelling van de geboortedatum van haar dochter, die volgens haar op 26 april 2006 is geboren. De huidige registratie vermeldt echter 1 januari 2003. De rechtbank heeft twee medische verklaringen ontvangen die beide een afwijkende skeletleeftijd van de minderjarige aangeven, maar deze bieden geen eenduidig bewijs voor de verzochte geboortedatum. De rechtbank wijst erop dat de overgelegde DNA-uitslag niet voldoet aan de accreditatie-eisen, waardoor deze niet kan worden meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende overtuigend bewijs is om de geboortedatum vast te stellen zoals verzocht, en wijst het verzoek af. De beslissing is genomen op 14 september 2015 door de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Den Haag, waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand als belanghebbende is aangemerkt. De rechtbank benadrukt dat voor wijziging van geregistreerde persoonsgegevens overtuigend bewijs vereist is, wat in deze zaak ontbreekt.