ECLI:NL:RBDHA:2015:11020
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgemeenschap na echtscheiding met geschil over peildatum en activa
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 september 2015 uitspraak gedaan over de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw had op 7 september 2010 een verzoek tot echtscheiding ingediend, waarna de rechtbank op 17 december 2013 de echtscheiding heeft ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De man betwistte de rechtsgeldigheid van het huwelijk en stelde dat er geen huwelijksgemeenschap was, maar de rechtbank oordeelde dat er sprake was van een rechtsgeldig huwelijk dat inmiddels was ontbonden.
De rechtbank behandelde de verzoeken van de vrouw tot inzage in bescheiden en tot vaststelling van de verdeling van de huwelijksgemeenschap. De rechtbank stelde vast dat de peildatum voor de verdeling van de huwelijksgemeenschap de datum van ontbinding van het huwelijk was, namelijk 17 december 2013. De vrouw had voorgesteld om de datum van indiening van het verzoekschrift als peildatum te hanteren, maar de rechtbank wees dit verzoek af, omdat er geen bewijs was dat de man de echtscheiding had getraineerd.
De rechtbank beoordeelde de activa en passiva van de huwelijksgemeenschap, waaronder de woning, de inboedel, persoonlijke goederen van de vrouw en een auto. De rechtbank oordeelde dat de woning aan de man werd toebedeeld, evenals de auto, en dat de man de schulden voor zijn rekening nam. De rechtbank concludeerde dat er geen positief of negatief vermogen overbleef na de verdeling en dat partijen over en weer niets aan elkaar verschuldigd waren. De proceskosten werden gecompenseerd, en de beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.