ECLI:NL:RBDHA:2015:10846
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geloofwaardigheid van de Afghaanse nationaliteit en identiteit van eiser in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 september 2015 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de geloofwaardigheid van de Afghaanse nationaliteit en identiteit van eiser ter discussie stond. Eiser, geboren in 1989, heeft een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning, maar zijn aanvraag werd aanvankelijk afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de gestelde Afghaanse nationaliteit en identiteit van eiser niet geloofwaardig waren. Eiser had onder andere een echt bevonden Afghaans paspoort en een tazkera overgelegd, en had verklaard hoe hij aan zijn Pakistaanse paspoort was gekomen. De rechtbank stelde vast dat, ondanks de twijfels van de staatssecretaris, de overgelegde documenten voldoende waren om de geloofwaardigheid van de Afghaanse nationaliteit en identiteit van eiser aan te tonen. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de proceskosten van eiser op € 980,-- stelde.