ECLI:NL:RBDHA:2015:10638

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 september 2015
Publicatiedatum
9 september 2015
Zaaknummer
C/09/492533 / KG ZA 15-1049
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over handelsnaam- en merkinbreuk in de meubelbranche

In deze zaak, die zich afspeelt in de meubelbranche, heeft de eiseres, H.O.D.N. Gordijnatelier Meubelstoffeerderij Alkmaar Woongilde, een kort geding aangespannen tegen meerdere gedaagden, waaronder H.O.D.N. Ghalia, vanwege vermeende inbreuk op haar handelsnaam en merkrechten met betrekking tot de naam 'Woongilde'. De eiseres stelt dat zij sinds 2004 actief is in de meubelbranche en dat zij de oudste rechten op de handelsnaam 'Woongilde' heeft. De gedaagden, die ook onder de naam 'Het Woongilde' opereren, hebben echter betwist dat de eiseres de eerste was die deze naam gebruikte.

De rechtbank heeft de procedure op 10 september 2015 behandeld, waarbij de eiseres haar vorderingen heeft onderbouwd met bewijsstukken, waaronder een uittreksel van de Kamer van Koophandel en de registratie van de domeinnaam woongilde.nl. De gedaagden hebben echter tegenbewijs geleverd en betoogd dat de eiseres niet kan aantonen dat zij de oudste rechten heeft. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd om haar vorderingen te onderbouwen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eiseres niet kan worden erkend als de houder van oudere handelsnaamrechten, en heeft de vorderingen in conventie afgewezen.

In reconventie hebben de gedaagden een vordering ingesteld om de eiseres te verplichten om Facebook te verzoeken de pagina van 'Het Woongilde' weer online te plaatsen. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, omdat de eiseres ten onrechte had geprobeerd de pagina te laten verwijderen. De eiseres is veroordeeld in de proceskosten, zowel in conventie als in reconventie, en de rechtbank heeft de uitvoerbaarheid van het vonnis bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/492533 / KG ZA 15-1049
Vonnis in kort geding van 10 september 2015
in de zaak van
[eiseres] H.O.D.N. GORDIJNATELIER MEUBELSTOFFEERDERIJ ALKMAAR WOONGILDE,
gevestigd te Broek op Langedijk, gemeente Langedijk,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. B.F. Eblé te Haarlem,
tegen
1. de vennootschap onder firma
[gedaagde 1],
gevestigd te Noordwijkerhout,
2.
[gedaagde 2],
wonende te Lisse (zaakdoende te Noordwijkerhout),
3.
[gedaagde 3],
wonende te Burgerveen (zaakdoende te Noordwijkerhout),
4.
[gedaagde 4],
wonende te Lisse,
5.
[gedaagde 5] H.O.D.N. GHALIA,
wonende te Lisserbroek,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. M. Driessen te Leiden.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde 1 ] c.s. (alle gedaagden gezamenlijk), [gedaagden 1-3] (gedaagden in conventie sub 1-3), en afzonderlijk [gedaagde 4] en [gedaagde 5] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 juli 2015;
  • de bij brief van mr. Eblé van 19 augustus overlegde producties 1-5;
  • de bij brief van mr. Eblé van 20 augustus 2015 ingediende producties 6-11 met daarbij een vermeerdering van eis;
  • de bij brief van mr. Eblé van 21 augustus 2015 ingediende aanvullende productie 12;
  • de bij brief van mr. Driessen van 25 augustus 2015 ingediende conclusie van eis in reconventie met daarbij producties 1-6;
  • het bij brief van mr. Driessen van 26 augustus 2015 overlegde overzicht van proceskosten (productie 7);
  • de bij brief van mr. Eblé van 26 augustus 2015 overlegde aanvullende producties 13 en 14;
  • de bij brief van mr. Eblé van 26 augustus 2015 overlegde aanvullende productie 15;
  • de mondelinge behandeling van 27 augustus 2015;
  • de pleitnota van mr. Eblé;
  • de pleitnota van mr. Driessen.
1.2.
Ter zitting heeft [eiseres] de aangekondigde eisvermeerdering ingetrokken. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] drijft sinds 2004 samen met haar echtgenoot een onderneming die actief is in de meubelbranche. De bedrijfsomschrijving volgens het overgelegde uittreksel Kamer van Koophandel luidt “vervaardiging van geconfectioneerde artikelen van textiel (geen kleding) alsmede reparatie en stoffering van meubels”.
2.2.
[gedaagden 1-3] exploiteert sinds 2005 een restauratieatelier van meubels en houdt zich bezig met met de in- en verkoop van antieke meubels. Zij heeft een showroom in Noordwijkerhout. [gedaagde 4] heeft een ambachtelijke stoffeerderij met een showroom en werkplaats in Lisse. In samenwerking met [gedaagden 1-3] worden meubels volledig gerestaureerd en ge(her)stoffeerd. [gedaagde 5] exploiteert een detailhandel in ambachtelijk gemaakte oosterse meubels en interieurartikelen in het hogere segment onder de naam Ghalia.
2.3.
In oktober 2014 zijn [gedaagden 1-3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] – en nog een aantal andere partijen die niet zijn betrokken in onderhavig geschil – een samenwerkingsverband aangegaan onder de naam ‘Het Woongilde’ vanuit een (showroom)locatie in Lisse.
2.4.
Op naam van [betrokkene 2] is op 23 augustus 2004 de domeinnaam www.woongilde.nl geregistreerd. Deze domeinnaam is (thans) in gebruik bij [eiseres] .
2.5.
Op naam van de echtgenoot van [eiseres] , [betrokkene 1] , is het Benelux woordmerk WOONGILDE aangevraagd op 19 december 2014 en ingeschreven op 17 maart 2015 voor waren in de klasse 20, 24 en 27 voor onder andere meubels, weefsels en textielproducten alsmede vloerbedekking en wandbekleding.
2.6.
[gedaagde 1 ] c.s. heeft de domeinnamen www.hetwoongilde.nl en www.hetwoongilde.com geregistreerd.
2.7.
Op 1 april 2015 heeft Facebook aan [gedaagde 1 ] c.s. bericht dat zij op verzoek van [betrokkene 1] de inhoud van de Facebookpagina Het Woongilde heeft verwijderd.
2.8.
Op 26 augustus 2015 heeft [betrokkene 1] aan [eiseres] een procesvolmacht verleend om te procederen “in kort geding ter zake van de inbreuk op de handelsnaam van de onderneming van [eiseres] en de door de onderneming gehanteerde merknaam ‘Woongilde’”.
3. Het geschil in conventie
3.1.
[eiseres] vordert:
1. gedaagde sub 1 te verbieden het gebruik van de merknaam Woongilde te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat gedaagden niet aan dit rechterlijk gebod zullen voldoen;
2. gedaagde sub 2 te verbieden het gebruik van de merknaam Woongilde te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat gedaagden niet aan dit rechterlijk gebod zullen voldoen;
3. gedaagde sub 3 te verbieden het gebruik van de merknaam Woongilde te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat gedaagden niet aan dit rechterlijk gebod zullen voldoen;
4. gedaagde sub 4 te verbieden het gebruik van de merknaam Woongilde te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat gedaagden niet aan dit rechterlijk gebod zullen voldoen;
5. gedaagde sub 5 te verbieden het gebruik van de merknaam Woongilde te staken en gestaakt te houden op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor iedere dag dat gedaagden niet aan dit rechterlijk gebod zullen voldoen;
6. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder de nakosten begrepen.
3.2.
[eiseres] legt aan die vordering ten grondslag dat sprake is van inbreuk op haar (oudere) handelsnaamrechten ter zake ‘Woongilde’ en het merkrecht.
3.3.
[gedaagde 1 ] c.s. voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde 1 ] c.s. vordert:
1. gedaagde in reconventie te bevelen binnen drie werkdagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis in reconventie Facebook per e-mail en onder het referentienummer 1621811368052761, althans overeenkomstig de richtlijnen die Facebook hanteert, te verzoeken de Facebookpagina van Het Woongilde, althans van eiser in reconventie V., per omgaande weer volledig online te plaatsen althans er anderszins voor te zorgen dat dit per omgaande gebeurt, en daarvan per omgaande deugdelijk bewijs over te leggen aan de advocaat van eisers in reconventie door middel van toezending van kopieën van alle met Facebook gewisselde correspondentie, een en ander op verbeurte van een aan eisers in reconventie te verbeuren dwangsom van € 5.000 (zegge: vijfduizend euro) ineens indien dit bevel niet wordt nagekomen en € 1.000 (zegge: duizend euro) voor iedere dag dat de niet-nakoming voortduurt;
2. de termijn waarbinnen eisers in reconventie op grond van artikel 1019i Rv. een bodemprocedure aanhangig dienen te maken, te stellen op 6 (zes) maanden te rekenen vanaf de dag van de betekening van het ten deze te wijzen vonnis in reconventie; en
3. gedaagde in reconventie te veroordelen in de volledige kosten van dit geding in reconventie op grond van artikel 1019h Rv., conform een door eisers in reconventie nader over te leggen specificatie, te vermeerderen met nakosten.
4.2.
[eiseres] voert verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
[eiseres] voert aan dat zij de oudste rechten op de handelsnaam “woongilde” heeft. [gedaagde 1 ] c.s. heeft dit gemotiveerd betwist. [eiseres] heeft ten bewijze van dat eerdere handelsnaamgebruik een uittreksel van de Kamer van Koophandel overgelegd en gewezen op registratie van de domeinnaam woongilde.nl op 23 augustus 2004. De voorzieningenrechter overweegt dat die bewijzen voorshands onvoldoende zijn. Enkele inschrijving van een handelsnaam bij de Kamer van Koophandel is volgens vaste rechtspraak op zichzelf onvoldoende om een handelsnaamrecht te verkrijgen. Evenzo is onvoldoende de domeinnaamregistratie, bij gebreke van enig inzicht wanneer die daadwerkelijk in gebruik is genomen. Temeer dient aan de juistheid van een en ander te worden getwijfeld indien in ogenschouw wordt genomen dat uit het overgelegde Kamer van Koophandel-uittreksel als zodanig de datum van registratie van ‘Woongilde’ als handelsnaam ook niet is af te leiden. Hierbij wreekt zich voorts dat bij dagvaarding (nr. 1) de stelling was ingenomen dat de naam bij de Kamer van Koophandel was ingeschreven in 2005, terwijl ter zitting is aangegeven dat dit eerst in februari 2014 is gebeurd. Ten aanzien van de domeinnaamregistratie ontbreekt ook opheldering waarom deze op naam van [betrokkene 2] staat en (kennelijk) niet op naam van [eiseres] . Voorshands kan derhalve niet van oudere handelsnaamrechten aan de zijde van [eiseres] worden uitgegaan, zodat het gevorderde, voor zover dat handelsnaamrecht ten grondslag hebbend, moet worden afgewezen.
5.2.
Om dezelfde reden moet het ingeschreven merkrecht als grondslag voor het gevorderde falen. Het is niet in geschil dat dit merkrecht is aangevraagd terwijl [eiseres] wist van het gebruik van het teken “woongilde” door [gedaagde 1 ] c.s. voor soortgelijke waren en/of diensten. De in dit geschil te beantwoorden vraag is derhalve wie de oudste voorgebruikrechten heeft. Ook in dat kader heeft [eiseres] evenwel onvoldoende bewijs van het door haar gestelde eerdere gebruik bijgebracht.
5.3.
Als de in het ongelijk gestelde partij heeft [eiseres] de proceskosten te dragen volgens artikel 1019h Rv. [gedaagde 1 ] c.s. heeft een bedrag van € 6.245,60 gevorderd inclusief griffierecht. Hiertegen is geen bezwaar gemaakt. Er is in de specificatie geen onderscheid aangebracht tussen kosten voor de conventie en reconventie. De voorzieningenrechter schat een verdeling van 80% voor de conventie en 20% voor de reconventie, die immers sterk samenhangt met de conventie. Derhalve zal een bedrag van € (4.768,48+285=) 5.053,48 voor de conventie worden toegewezen.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Gelet op het voorgaande heeft [betrokkene 1] ten onrechte Facebook aangeschreven om de pagina van [gedaagde 1 ] c.s. op zwart te stellen althans te verwijderen. De reconventionele vordering om dit recht te zetten is zodoende toewijsbaar. Voor zover [eiseres] zich erop beroept dat niet zij maar haar echtgenoot [betrokkene 1] Facebook heeft aangeschreven en ook alleen hij dit weer kan recht zetten, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
6.2.
[betrokkene 1] heeft als merkhouder [eiseres] een procesvolmacht verleend (zie r.o. 2.8) Daarmee is hij – naast [eiseres] – materieel procespartij geworden voor zover het zijn merk betreft. Verder is niet in geschil dat [betrokkene 1] onder inroeping van zijn merkrecht Facebook heeft aangeschreven. Daarbij past dan niet dat hij in reconventie niet tevens als materiele procespartij is te beschouwen. [gedaagde 1 ] c.s. is daarom ontvankelijk in haar vordering en deze is toewijsbaar. Het spoedeisende belang bij de reconventionele vordering is niet betwist en is gegeven door de voortdurende afsluiting van de website sinds 1 april 2015.
6.3.
De dwangsom zal worden gemaximeerd en de artikel 1019i Rv-termijn zal – voor zover van toepassing – worden bepaald op 6 maanden. Ook in reconventie is [eiseres] in het ongelijk te stellen. Gelet op het hiervoor in r.o. 5.3 overwogene en met partijen uitgaande van berekening op basis van artikel 1019h Rv, zijn de door haar aan [gedaagde 1 ] c.s. te betalen proceskosten te begroten op € 1.192,12. Voor veroordeling in de nakosten bestaat geen grond, nu de kostenveroordeling ook voor deze nakosten een executoriale titel oplevert (vgl. HR 19 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010: BL1116, NJ 2011/237).

7.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
7.1.
wijst de vorderingen af;
7.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1 ] c.s. tot op heden begroot op € 5.053,48;
7.3.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
7.4.
beveelt [eiseres] binnen drie werkdagen na betekening van dit vonnis in reconventie Facebook per e-mail en onder het referentienummer 1621811368052761, althans overeenkomstig de richtlijnen die Facebook hanteert, te verzoeken de Facebookpagina van Het Woongilde, althans van eiser in reconventie V., per omgaande weer volledig online te plaatsen althans er anderszins voor te zorgen dat dit per omgaande gebeurt, en daarvan per omgaande deugdelijk bewijs over te leggen aan de advocaat van [gedaagde 1 ] c.s. door middel van toezending van kopieën van alle met Facebook gewisselde correspondentie, een en ander op verbeurte van een aan [gedaagde 1 ] c.s. te verbeuren dwangsom van € 5.000 (zegge: vijfduizend euro) ineens indien dit bevel niet wordt nagekomen en € 1.000 (zegge: duizend euro) voor iedere dag dat de niet-nakoming voortduurt met een maximum van € 50.000 (zegge: vijftigduizend euro);
7.5.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1 ] c.s. tot op heden begroot op € 1.192,12;
7.6.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
7.7.
bepaalt voor zover nodig de termijn waarbinnen [gedaagde 1 ] c.s. op grond van artikel 1019i Rv een bodemprocedure aanhangig dient te maken, op 6 (zes) maanden te rekenen vanaf de dag van de betekening van dit vonnis in reconventie;
7.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman en in het openbaar uitgesproken op 10 september 2015.