Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[Q] B.V.(hierna: [Q] ),
1.De procedure in de hoofdzaak
2.De procedure in de vrijwaringszaak met rolnummer 14-1337
- de dagvaarding van 25 november 2014, met producties 1-4;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring;
- het tussenvonnis van 11 maart 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 mei 2015;
3.De procedure in de vrijwaringszaak met rolnummer 14-1338
- de dagvaarding van 24 november 2014;
- de conclusie van antwoord in vrijwaring;
- het tussenvonnis van 11 maart 2015, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
4.De feiten
in de hoofdzaak en de vrijwaringszaken
5.Het geschil
in de hoofdzaak
primair:
subsidiair:[A] veroordeelt tot betaling aan de curator van € 28.850,- met betrekking tot de ten onrechte aan de boedel onttrokken bedragen wegens contante geldopnamen in (zo begrijpt de rechtbank) 2013 alsmede veroordeelt tot terugbetaling aan de curator van € 68.870,- en € 9.764,52 met betrekking tot de ten onrechte onttrokken bedragen wegens respectievelijk “steekpenningen” en “koffiegeld”, subsidiair een in goede justitie te bepalen bedrag;