ECLI:NL:RBDHA:2015:10583

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 september 2015
Publicatiedatum
8 september 2015
Zaaknummer
AWB 15 _ 15146u en 15 _ 15153u
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met proceskostenveroordeling

Op 8 september 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. Verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, hadden tegen besluiten van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beroep ingesteld, omdat hun aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling waren genomen. De bestreden besluiten waren genomen op 11 augustus 2015 en waren gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.

Tijdens de zitting op 26 augustus 2015 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening kan worden getroffen als er sprake is van 'onverwijlde spoed'. Aangezien de rechtbank in een eerdere uitspraak de beroepen van verzoekers gegrond heeft verklaard en verweerder heeft opgedragen nieuwe besluiten te nemen, is het spoedeisend belang aan de verzoeken komen te vervallen.

Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, die zijn vastgesteld op € 490,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft geen vergoeding toegekend voor het verschijnen ter zitting in de onderhavige verzoeken, gezien de proceskostenveroordeling in de beroepszaken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummers: AWB 15/15146 en AWB 15/15153
uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 september 2015 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

[naam], verzoekster,
mede ten behoeve van hun minderjarige kind
[naam],
hierna tezamen ook aangeduid als verzoekers,
(gemachtigde: mr. M. Issa),
en

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: mr. I.D. Vleeshouwers).

Procesverloop

Bij besluiten van 11 augustus 2015 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen
van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als
bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) niet in behandeling
genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw 2000.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Die beroepen zijn
geregistreerd onder de zaaknummers AWB 15/15144 en AWB 15/15150. Zij hebben verder
de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Die verzoeken
zijn geregistreerd onder de zaaknummers AWB 15/15146 en AWB 15/15153.
Verweerder heeft een verweerschrift en nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 augustus 2015. Verzoekers zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Als tolk is verschenen T. Sharaf. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. Bij uitspraak van heden heeft de rechtbank de beroepen met voornoemde zaaknummers gegrond verklaard en bepaald dat verweerder nieuwe besluiten moet nemen op de aanvragen van eisers. Eisers mogen die nieuwe beslissingen in Nederland afwachten. Daarmee is het (spoedeisend) belang aan de onderhavige verzoeken ontvallen. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken daarom af.
2. Gezien het oordeel in de hoofdzaken veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 490,-. (1 punt voor het indienen van het gezamenlijke verzoekschrift). Gezien de proceskostenveroordeling in de beroepszaken wordt voor het verschijnen ter zitting in de onderhavige verzoeken geen vergoeding toegekend.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 490,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Nollen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.M.J. Clermonts, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2015.
w.g. E.M.J. Clermonts,
griffier
w.g. C.M. Nollen,
voorzieningenrechter
Voor eensluidend afschrift:
de griffier,
Afschrift verzonden aan partijen op: 8 september 2015

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.