Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
[naam] , verzoeker
[naam],
de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 8 september 2015.
Rechtbank Den Haag
Op 8 september 2015 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van asielaanvragen. Verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, hadden tegen besluiten van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie beroep ingesteld, omdat hun aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling waren genomen. De bestreden besluiten waren genomen op 11 augustus 2015 en waren gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Tijdens de zitting op 26 augustus 2015 zijn de verzoekers verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening kan worden getroffen als er sprake is van 'onverwijlde spoed'. Aangezien de rechtbank in een eerdere uitspraak de beroepen van verzoekers gegrond heeft verklaard en verweerder heeft opgedragen nieuwe besluiten te nemen, is het spoedeisend belang aan de verzoeken komen te vervallen.
Daarom heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie veroordeeld in de proceskosten van verzoekers, die zijn vastgesteld op € 490,- voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De voorzieningenrechter heeft geen vergoeding toegekend voor het verschijnen ter zitting in de onderhavige verzoeken, gezien de proceskostenveroordeling in de beroepszaken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.