ECLI:NL:RBDHA:2014:9797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.M. Boone
- D.A.H.J. van Leeuwen
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige met verstandelijke handicap
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2014 een beschikking gegeven inzake een voorlopige machtiging tot het doen voortduren van het verblijf van een minderjarige in een inrichting voor verstandelijk gehandicapten. De betrokkene, die op dat moment vrijwillig verbleef in de inrichting Schakenbosch, had een machtiging tot uithuisplaatsing in een AWBZ-instelling. De rechtbank oordeelde dat de vrijwilligheid van het verblijf niet daadwerkelijk vrijwillig was, gezien het vrijheidsberovende karakter van de plaatsing en de aard, duur en frequentie van de vrijheidsberovende maatregelen die werden toegepast.
De rechtbank heeft de betrokkene op 31 juli 2014 gehoord, waarbij zij werd bijgestaan door haar advocaat, mr. M.S.C. Leistra. De behandelend psycholoog, J. van der Spek, heeft de rechtbank geïnformeerd over de situatie van de betrokkene. Het verzoek tot voorlopige machtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Den Haag, met als doel het verblijf van de betrokkene in de inrichting voort te zetten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een verstandelijke handicap, waaronder autisme, zwakbegaafdheid en Gilles de la Tourette. De rechtbank concludeerde dat er een gevaar voor de betrokkene zelf en voor de algemene veiligheid van personen of goederen bestond, en dat dit gevaar niet door tussenkomst van personen of instellingen buiten de inrichting kon worden afgewend. De rechtbank verleende daarom de voorlopige machtiging tot het voortduren van het verblijf van de betrokkene in de inrichting, met een geldigheid tot en met 1 februari 2015.