4De rechtbank overweegt het volgende.
Eiseres 1 is op 5 juli 2013 in AC Ter Apel gehoord door een buitengewoon opsporingsambtenaar, belast met het toezicht op vreemdelingen. Blijkens het van dit gehoor opgemaakt proces-verbaal heeft eiseres 1 verklaard graag met de overige in de hoorkamer drie aanwezige familieleden één gezamenlijke verklaring af te willen leggen. Op 26 juli 2013 is eiseres 2 uitgenodigd voor een onderzoek door Medifirst. Eiseres 2 is aldaar niet verschenen. Bij brief van 1 augustus 2013 is namens eisers aangevoerd dat eiseres 2 de uitnodiging om bij Medifirst te verschijnen op 26 juli 2013 niet heeft ontvangen. Voorts is aangegeven dat eiseres 2 gezien haar medische situatie niet in staat is om gehoord te worden.
Op 3 september 2013 is opnieuw een afspraak voor eiseres 2 gemaakt bij Medifirst. Uit het medisch onderzoek is naar voren gekomen dat bij eiseres 2 sprake is van een zodanige psychiatrische problematiek dat zij niet gehoord kan worden. Het is soms wel mogelijk om over dagelijkse dingetjes te spreken, maar zodra het gesprek ook maar neigt te gaan in de richting van het ene onderwerp dat voor haar moeilijk ligt, klapt ze volledig dicht en geeft geen enkel antwoord meer. Er heeft behandeling plaatsgevonden, onder meer in de vorm van een ziekenhuisopname, maar dit heeft geen verbetering opgeleverd. Er is niet te verwachten dat zij op een redelijk afzienbare termijn gehoord zal kunnen worden.
Op 4 oktober 2013 hebben eisers een asielverzoek ingediend. Dezelfde dag is eiseres 1 gehoord over de voorgenomen overdracht naar Oostenrijk.
Uit het verslag van het gehoor blijkt dat eiseres 1 is medegedeeld dat is vastgesteld dat eiseres 2 niet gehoord kan worden. De ambtenaar eerste gehoor heeft eiseres 2 daarom in de wachtruimte alleen haar aanvraagformulieren laten ondertekenen. Eiseres 1 heeft instemmend gereageerd op de vraag om daar waar nodig ook voor eiseres 2 te verklaren.
In de correcties en aanvullingen op dit gehoor van 7 oktober 2013 is niet aangegeven dat deze weergave onjuist is. Verweerder heeft in zijn zienswijze van 8 oktober 2013 zijn voornemen tot afwijzing van eisers aanvragen kenbaar gemaakt. Op 9 oktober 2013 is namens eisers een zienswijze ingediend. Hierin wordt aangegeven dat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld door af te zien van het horen van eiseres 2.
Gelet op het voorgaande en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank vast dat tussen partijen niet in geschil is dat eiseres 2 wegens medische problematiek niet kan worden gehoord in haar asielprocedure. Ook uit de door gemachtigde in beroep overgelegde brieven van het gezondheidscentrum Sibelius van 7 januari 2014 en 15 januari 2014 wordt vermeld dat eiseres 2 niet praat en alleen antwoord geeft op banale niet bedreigende vragen. Zij wordt doorverwezen naar het psychotraumacentrum van de Reinier van Arkelgroep.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of verweerder onder deze omstandigheden had mogen afzien van het horen van eiseres 2. Voor de beantwoording van deze vraag wijst de rechtbank op artikel 14 van de richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (herschikking), (richtlijn 2013/32/EU).
Ingevolge artikel 14, eerste lid, van de richtlijn 2013/32/EU stelt de beslissingsautoriteit, alvorens een beslissing te nemen, de verzoeker in de gelegenheid stelt persoonlijk gehoord te worden over zijn verzoek om internationale bescherming door een daartoe naar nationaal recht bevoegde persoon.
Ingevolge artikel 14, tweede lid, van richtlijn 2013/32/EU kan worden afgezien van een persoonlijk onderhoud over de inhoud van het verzoek indien:
(...)
b. de beslissingsautoriteit van oordeel is dat verzoeker niet persoonlijk gehoord kan worden als gevolg van blijvende omstandigheden waarop hij geen invloed heeft. Bij twijfel raadpleegt de beslissingsautoriteit een medisch beroepsbeoefenaar om na te gaan of de toestand die de verzoeker ongeschikt of niet in staat maakt om te worden gehoord tijdelijk of van aanhoudende aard is.
Indien geen persoonlijk onderhoud plaatsvindt overeenkomstig b. of, indien van toepassing, geen onderhoud met de ten laste komende persoon plaatsvond, worden er redelijke inspanningen gedaan om de verzoeker of de persoon die te zijnen laste komt de kans te bieden nadere informatie te verstrekken.
Ingevolge artikel 14, derde lid, van richtlijn 2013/32/EU belet het feit dat er geen persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden in overeenstemming met dit artikel de beslissingsautoriteit niet een beslissing over een verzoek om internationale bescherming te nemen. Ingevolge artikel 14, vierde lid, van richtlijn 2013/32/EU heeft het feit dat er geen persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden overeenkomstig artikel 14, tweede lid onder b, van de richtlijn 2013/32/EU geen negatieve invloed op de beslissing van de beslissingsautoriteit.
Het vorenstaande in aanmerking genomen, is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet onzorgvuldig heeft gehandeld door af te zien van het horen van eiseres 2. Op grond van alle feiten en omstandigheden, in het bijzonder het rapport van Medifirst van 3 september 2013, heeft verweerder in redelijkheid tot het oordeel kunnen komen dat eiseres 2 niet persoonlijk kan worden gehoord als gevolg van blijvende omstandigheden waarop hij geen invloed heeft. Uit het rapport van Medifirst heeft verweerder in redelijkheid kunnen concluderen dat deze omstandigheid van aanhoudende aard is. Ingevolge artikel 14, lid 2, van de richtlijn 2013/32/EU kan in een dergelijk geval worden afgezien van een persoonlijk onderhoud over de inhoud van het verzoek. Verweerder heeft voorts redelijke inspanningen verricht eiseres 2 de kans te bieden nadere informatie te verstrekken door eiseres 1 in de gelegenheid te stellen namens haar dochter te verklaren. Voorts wijst de rechtbank erop dat namens eiseres 2 een zienswijze is ingediend. Gelet op het derde lid van artikel 14 van de richtlijn 2013/32 belet de omstandigheid dat eiseres niet kan worden gehoord, anders dan eiseres heeft betoogd, verweerder niet een beslissing te nemen op haar asielverzoek.