Uitspraak
ABVAKABO FNV,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
allekosten van rechtsbijstand in verband met het arbeidsgeschil is ruimer dan dat en dient reeds daarom te worden afgewezen.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een vakbondslid, aangeduid als [eiseres], en de vakbond ABVAKABO FNV. Het geschil betreft de financiering van rechtsbijstand in een arbeidsgeschil waarin [eiseres] werd bijgestaan door een externe advocaat. De rechtsbijstand was aanvankelijk verzorgd door juristen van de vakbond, maar werd in 2006 overgenomen door een externe advocaat met instemming van de vakbond. De partijen kwamen overeen dat de vakbond de kosten zou vergoeden op basis van een uurtarief van € 200, exclusief kantoorkosten en btw.
Echter, na verloop van tijd ontstond er een geschil over de vergoeding van de kosten van rechtsbijstand. [Eiseres] vorderde dat de vakbond onvoorwaardelijk gehouden was tot vergoeding van alle kosten voor rechtsbijstand die zij sinds 24 september 2010 had gemaakt en nog zou maken in het kader van haar geschil met de Nederlandse Antillen. De vakbond betwistte deze vordering en stelde dat [eiseres] niet-ontvankelijk was omdat het geschil betrekking had op de hoogte van declaraties, waarvoor een andere procedure gevolgd zou moeten worden.
De rechtbank oordeelde dat de vakbond op grond van de algemene voorwaarden in beginsel gehouden was tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand, zolang het geschil voortduurde en de kosten redelijk waren. De rechtbank wees de vordering van [eiseres] gedeeltelijk toe, waarbij werd bepaald dat de vakbond gehouden was de kosten van rechtsbijstand te vergoeden, mits [eiseres] de benodigde informatie verstrekte. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen, omdat deze verdisconteerd waren in een eerdere vaststellingsovereenkomst. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.