Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 mei 2013, met één productie;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met éénproductie;
- het tussenvonnis van 21 augustus 2013, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 17 oktober 2013 en de daarin vermelde processtukken;
- de faxbrief van mr. Boogaard van 28 oktober 2013;
- de akte na comparitie van de zijde van Senz van 6 november 2013;
- de akte na comparitie van de zijde van Okay Color van 27 november 2013.
2.De feiten
- bepaalt dat als gerechtelijk bewaarder wordt aangesteld de heer [A] van Riscon Arnhem B.V. te Ede en bepaalt dat de gerechtsdeurwaarder (…) gerechtigd zal zijn al dan niet in samenwerking met een door hem of de bewaarder aan te wijzen automatiseringsdeskundige de locatie(s) waar gerekestreerde is gevestigd te betreden ter effectuering van het bevel van gerechtelijke bewaring;
- bepaalt dat ten spoedigste nadat het beslag is gelegd door gerechtsdeurwaarder, al dan niet in samenwerking met een ter zake onafhankelijke deskundige (digitale) kopieën zullen worden gemaakt van bedoelde gegevensbestanden, welke kopieën de gerechtelijk bewaarder – zonder inzage of informatie omtrent de inhoud ervan aan verzoekster of aan derden te geven – in gerechtelijke bewaring zal nemen in afwachting van een beslissing op de eis in de hoofdzaak, terwijl de oorspronkelijke gegevensbestanden terstond na het maken van kopieën aan gerekestreerde dienen te worden teruggegeven.
- Bepaalt verder dat na de hiervoor bedoelde teruggave de gerechtelijke bewaring beperkt is tot de hiervoor bedoelde kopieën (…)”
3.Het geschil
in conventie
- na het sluiten van de koopovereenkomst met de curator bleek dat er geen sprake was van onderhanden werk bij OIC;
- in kantoorruimte van OIC zijn restanten van documenten/correspondentie aangetroffen die wijzen op het bestaan van openstaande orders/onderhanden werk van na datum faillissement;
- alle gegevens betreffende deze openstaande orders zijn uit het managementinformatiesysteem gewist, terwijl ook alle grafische bestanden ontbreken;
- [B] heeft tegenover de curator verklaart dat hij orders van OIC bij Creative Follows en Okay Color heeft ondergebracht;
- de drie klanten die [B] naar eigen zeggen bij Creative Follows heeft ondergebracht, vertegenwoordigen een waarde van ongeveer € 12.000,--, terwijl de gemiddelde maandomzet van OIC € 150.000,-- was; hieruit volgt dat er sprake moet zijn geweest van een omvangrijkere portefeuille met openstaande orders;
- in de orderhistorie van OIC ontbreken tientallen ordernummers;
- er is nauwelijks omzet gegenereerd van voormalige top 20- dan wel top 100-klanten van OIC;
- de wel gegenereerde omzet na de overname is afkomstig van klanten buiten de top-40 klantenlijst van OIC;
- in ieder geval zeven klanten van OIC, die tezamen goed waren voor 38% van de omzet van OIC, hebben tijdens bezoeken van accountmanagers van Senz verklaard op initiatief van [B] werk te hebben ondergebracht bij Okay Color. Twee van deze klanten hebben verklaard dat voorafgaand hieraan op initiatief van [B] gesprekken hebben plaatsgevonden met Okay. Voor een derde klant stelt Senz een opdracht van Okay Color te hebben ontvangen om de voorraden gereed product over te brengen naar Okay Color, hetgeen de desbetreffende klant heeft bevestigd;
- na het sluiten van de koopovereenkomst met de curator ontbrak de server met grafische bestanden van OIC; deze bleek te zijn meegenomen door [B]; [B] heeft aldus gelegenheid gehad deze bestanden te kopiëren;
- in juli 2012 is twee keer e-mailverkeer onderschept, waaruit blijkt dat voormalige klanten van OIC door Creative Follows worden bediend;
- Okay Color heeft eveneens zelf een bod uitgebracht op de goodwill van OIC;
- [B] werkt regelmatig voor Okay Color.
4.De beoordeling
in conventie:
5.De beslissing
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;