ECLI:NL:RBDHA:2014:8544
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.R. Houweling
- B. van Velzen
- I.S. Vreken-Westra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning op basis van de Overgangsregeling voor langdurig in Nederland verblijvende kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2014 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning op grond van de Overgangsregeling voor langdurig in Nederland verblijvende kinderen. Eiseres 2, samen met haar ouders, had eerder asielaanvragen ingediend, maar na het verlaten van de EU naar Irak op 24 februari 2010, voldeed zij niet aan de voorwaarden van de Overgangsregeling. De rechtbank oordeelde dat de contra-indicatie van het verlaten van de EU niet aan eiseres 2 kan worden tegengeworpen, omdat dit op instigatie van haar ouders gebeurde. Echter, de rechtbank benadrukte dat de beoordeling van de aanvraag in de context van het gezin plaatsvindt en dat de gedragingen van gezinsleden gevolgen kunnen hebben voor de hoofdaanvrager. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat eiseres 2 niet voldeed aan de voorwaarden van de Overgangsregeling, die strikte criteria hanteert voor het verlenen van verblijfsvergunningen aan kinderen die langdurig in Nederland verblijven. De rechtbank verwierp ook het betoog van eiseres 2 dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met haar privéleven en medische omstandigheden, en oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag geen schending van haar rechten opleverde. Het beroep van eiseres 2 werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.