ECLI:NL:RBDHA:2014:8245

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 juli 2014
Publicatiedatum
4 juli 2014
Zaaknummer
09/754221-12; 09/765010-14
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woningovervallen in Rotterdam, Rijswijk en Honselersdijk met geweld en bedreiging

Op 4 juli 2014 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere woningovervallen in Rotterdam, Rijswijk en Honselersdijk. De overvallen vonden plaats in de nachtelijke uren en werden gekenmerkt door geweld en bedreiging met vuurwapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met mededaders de slachtoffers, waaronder kinderen, onder druk heeft gezet om waardevolle spullen af te geven. Tijdens de overvallen werden de slachtoffers vastgebonden met tiewraps en ondervonden zij ernstige psychische en fysieke schade. De rechtbank heeft de verklaringen van de slachtoffers en getuigen als overtuigend beschouwd en heeft de verdachte schuldig bevonden aan afpersing en diefstal met geweld. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de professionele werkwijze van de daders meegewogen in de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers voor de geleden schade, zowel materieel als immaterieel. De rechtbank heeft ook de vorderingen van de benadeelde partijen gedeeltelijk toegewezen en de verdachte hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de schade.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummers: 09/754221-12; 09/765010-14 (gev. ttz.)
Datum uitspraak: 4 juli 2014
Tegenspraak
(Promis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1984 te [geboorteplaats],
adres: [adres 1],
thans gedetineerd in de penitentiaire inrichting [p.i.].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 13 juni 2014, 16 juni 2014, 17 juni 2014, 19 juni 2014 en 20 juni 2014.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. R.A.E. van Noort en N.H. Vogelenzang en van hetgeen door de raadsman van verdachte mr. M.G. Cantarella, advocaat te Den Haag, en door verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is bij dagvaarding I (parketnummer 09/754221-12) - na toewijzing van de vordering aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging ex artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering ter terechtzitting van 14 maart 2014 - ten laste gelegd dat:
(Zaakdsossier [adres 2])
1.
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud) heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een (grote) hoeveelheid sieraden en/of (merk)horloges, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan de [adres 2] aldaar), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid sieraden en/of (merk) horloges, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het gekleed in het zwart en/of bedekt met bivakmuts de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onverhoeds binnen dringen en/of
- het springen op de rug van die [slachtoffer 1] en/of (vervolgens) het duwen van die [slachtoffer 1] op de
grond en/of (vervolgens) het duwen van die [slachtoffer 1] in de rug en/of het (hardhandig) achterop het hoofd duwen en/of
- het van achteren vastpakken en/of vasthouden van die [slachtoffer 2] en/of
- het houden van een hand voor de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] zeggen dat ze niet mochten bewegen en/of niet met elkaar mochten praten en/of op hun knieën moesten zitten en/of de alarmcode moesten afgeven en/of de mobiele telefoons moesten inleveren en/of
- aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kind(eren) meermalen een of meer vuurwapens tonen en/of
- het vastbinden van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan handen en/of enkels met tie-ribs en/of
- het duwen van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op hun bed en/of (vervolgens) vastbinden van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] met tie-ribs en/of
- het harder aantrekken van de tie-ribs bij die [slachtoffer 1] en/of
- het opsluiten van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] in hun slaapkamer (gescheiden van hun kinderen) en/of
- het tegen die [slachtoffer 2] zeggen dat ze over een paar dagen terug zouden komen voor het geld;
2.
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- gekleed in het zwart en/of bedekt met bivakmuts de woning van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] onverhoeds binnengedrongen en/of
- op de rug van die [slachtoffer 1] gesprongen en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] op de grond geduwd en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] in de rug geduwd en/of (hardhandig) achterop het hoofd geduwd en/of
- die [slachtoffer 2] van achteren vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- een hand voor de mond van die [slachtoffer 2] gehouden en/of
- meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gezegd dat ze niet mochten bewegen en/of niet met elkaar mochten praten en/of op hun knieën moesten zitten en/of de alarmcode moesten afgeven en/of de mobiele telefoons moesten inleveren en/of
- aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of hun kind(eren) meermalen een of meer vuurwapens getoond en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aan handen en/of enkels met tie-ribs vastgebonden en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] op hun bed geduwd en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] met tie-ribs vastgebonden en/of
- ( vervolgens) de tie-ribs bij die [slachtoffer 1] harder aangetrokken en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] opgesloten in hun slaapkamer (gescheiden van hun kinderen) en/of
- gedurende een duur van ongeveer twee uur (22.30u tot 00.20u) in de woning en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of (diens) kinderen gebleven;
(Zaaksdossier [adres 3])
3.
hij in of omstreeks de periode van 22 maart 2012 tot en met 23 maart 2012 te Rijswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan of bij de [adres 3] aldaar), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een groot geldbedrag en/of een groot aantal (merk)horloge(s) en/of sieraden en/of pennen, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geldbedrag en/of horloge(s) en/of sieraden en/of pennen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een haak van een (slaapkamer)raam verbroken en/of (vervolgens) zijn verdachte en/of zijn mededader(s) door een (slaapkamer)raam voornoemde woning binnengeklommen,
en/of
hij in of omstreeks de periode van 22 maart 2012 tot en met 23 maart 2012 te Rijswijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan of bij de [adres 3] aldaar), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een groot geldbedrag en/of een groot aantal (merk) horloge(s) en/of sieraden en/of pennen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geldbedrag en/of horloge(s) en/of sieraden en/of pennen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) een haak van een (slaapkamer)raam verbroken en/of (vervolgens) zijn verdachte en/of zijn mededader(s) door een (slaapkamer)raam voornoemde woning binnengeklommen en/of welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het gekleed in het zwart en/of bedekt met bivakmuts de kelder, althans de woning van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] onverhoeds binnendringen en/of
- het dreigend tonen van een of meer vuurwapen(s) en/of kogels en/of mes(sen) aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- het onder schot houden van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met een of meer vuurwapen(s) en/of mes(sen) en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] op de grond laten liggen en/of laten zitten en/of de handen op hun rug laten houden en/of
- het vastbinden van de handen van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met tie-ribs en/of
- het zwaaien met een mes voor het gezicht van die [slachtoffer 4] en/of
- het vasthouden van die [slachtoffer 4] bij haar badjas en/of
- dreigend zeggen tegen die [slachtoffer 4]: “
Niet liegen, als jij zegt dat er is geen kluis en er is wel een kluis, wordt hij heel boos. Niet liegen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
- het spugen in de haren van die [slachtoffer 4];
Subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 maart 2012 tot en met 16 november 2012 te Rijswijk en/of te ‘s-Gravenhage, in elk geval in Nederland en/of te België en/of te Frankrijk en/of te Spanje en/of te Marokko de gehele buit (afkomstig van de overval op 22/23 maart 2012 op familie [slachtoffer 3]/[slachtoffer 4]) of een deel van de buit (afkomstig van de overval op 22/23 maart op familie [slachtoffer 3]/[slachtoffer 4]), te weten een groot geldbedrag en/of een groot aantal (merk)horloges en/of sieraden en/of pennen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde geldbedrag en/of horloges en/of sieraden en/of pennen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
4.
hij in of omstreeks de periode van 22 maart 2012 tot en met 23 maart 2012 te Rijswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- gekleed in het zwart en/of bedekt met bivakmuts de kelder, althans de woning van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] onverhoeds binnengedrongen en/of
- dreigend een of meer vuurwapen(s) en/of kogels en/of mes(sen) aan die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] getoond en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met een of meer vuurwapen(s) en/of mes(sen) onder het schot gehouden en/of
- die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] op de grond laten liggen en/of laten zitten en/of de handen op hun rug laten houden en/of
- de handen van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] met tie-ribs vastgebonden en/of
- met een mes voor het gezicht van die [slachtoffer 4] gezwaaid en/of
- die [slachtoffer 4] bij haar badjas vastgehouden en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 4] gezegd: “
Niet liegen, als jij zegt dat er is geen kluis en er is wel een kluis, wordt hij heel boos. Niet liegen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking
- die [slachtoffer 4] in haar haren gespuugd
- gedurende een duur van ongeveer twee uur (23.00u tot 01.02u) in de woning en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] gebleven.
Aan verdachte is bij dagvaarding II (parketnummer 09/765010-14) ten laste gelegd dat:
(Zaaksdossier [adres 4])
1.
hij in of omstreeks de periode van 5 november 2012 tot en met 6 november 2012 te Honselersdijk, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan of bij de [adres 4] aldaar), met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van
- een geldbedrag (van ongeveer 23.035 euro, althans een groot geldbedrag) en/of
- 14, althans een of meer siera(a)d(en) en/of
- twee, althans een of meer horloge(s) (te weten: gouden dameshorloge en/of doublet dameshorloge),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geldbedrag en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met een of meer schroevendraaier(s) de binnendeur van de woning open gemaakt,
en/of
hij in of omstreeks de periode van 5 november 2012 tot en met 6 november 2012 te Honselersdijk, gemeente Westland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning (gelegen aan of bij de [adres 4] aldaar), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- een geldbedrag (van ongeveer 23.035 euro, althans een groot geldbedrag) en/of
- 14, althans een of meer siera(a)d(en) en/of
- twee, althans een of meer horloge(s) (te weten: gouden dameshorloge en/of doublet dameshorloge),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die geldbedrag en/of siera(a)d(en) en/of horloge(s) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met een of meer schroevendraaier(s) de binnendeur van de woning open gemaakt,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het gekleed in het zwart en/of bedekt met een bivakmuts/zwarte doek de woning van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] (onverhoeds) binnendringen en/of
- het (onverhoeds) van achteren beetpakken van die [slachtoffer 5] (op zijn erf) en/of het (vervolgens) tegen de grond werken van die [slachtoffer 5] en/of
- het bij de nek naar achteren trekken van die [slachtoffer 5] en/of het bij zijn keel grijpen van die [slachtoffer 5] en/of het snoeren van de mond van die [slachtoffer 5] en/of
- het onder schot houden van die [slachtoffer 5] met een vuurwapen en/of
- ( daarbij) dreigend zeggen: “Je hebt een kluis, je hebt geld, meewerken”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking en/of
- het geven van een klap tegen/op de neus van die [slachtoffer 5] en/of
- het dreigend tonen van een of meer vuurwapen(s) en/of een of meer mes(sen) aan die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of
- het vastbinden van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] met tie-ribs en/of broekriem en/of
- het opsluiten van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] in de badkamer;
2.
hij in of omstreeks de periode van 5 november 2012 tot en met 6 november 2012 te Honselersdijk, gemeente Westland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) hij verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s) met dat opzet
- gekleed in het zwart en/of bedekt met een bivakmuts/zwarte doek de woning van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] onverhoeds binnengedrongen en/of
- die [slachtoffer 6] op de bank vastgebonden met tieraps en/of
- die [slachtoffer 5] (op zijn erf) (onverhoeds) van achteren beetgepakt en/of (vervolgens) tegen de grond gewerkt en/of
- die [slachtoffer 5] bij de nek naar achteren getrokken en/of bij zijn keel gegrepen en/of de mond gesnoerd en/of
- die [slachtoffer 5] een klap tegen/op de neus gegeven en/of
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] bedreigd en/of onder schot gehouden met een of meer vuurwapen(s) en/of mes(sen) en/of
- die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] meermalen een of meer vuurwapen(s) en/of mes(sen) getoond en/of
- die [slachtoffer 5] vastgebonden met tie-ribs en/of een broekriem en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] opgesloten in de badkamer en/of
- gedurende een duur van ongeveer anderhalf uur (23.30u tot 00.50u) in de woning en/of in de directe nabijheid van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] gebleven;

3.Bewijsoverwegingen met betrekking tot Zaaksdossier [adres 2]

3.1
Inleiding
Op vrijdagavond 16 november 2012 is een gezin in hun woning aan de [adres 2] te Rotterdam overvallen. De overval heeft ongeveer twee uur geduurd. Tijdens de overval zijn de man en de vrouw des huizes met tiewraps vastgebonden. De buit bestond uit een groot aantal sieraden en merkhorloges.
Verdachte heeft bekend de overval samen met twee anderen te hebben gepleegd.
De rechtbank dient te onderzoeken welke onderdelen van de tenlastelegging bewezen kunnen verklaard.
3.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de rechtbank de ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren, te weten een afpersing in vereniging van een grote hoeveelheid sieraden en merkhorloges (feit 1 eerste cumulatief/alternatief), een diefstal met geweld in vereniging van het Rolex horloge van de man (feit 1 tweede cumulatief/alternatief), en een wederrechtelijke vrijheidsberoving in vereniging.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat, met als leidraad de bekennende verklaring van verdachte, de overval en de wederrechtelijke vrijheidsberoving wettig en overtuigend bewezen kunnen verklaard.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1
Verklaringen slachtoffers
Verklaring man
Aangever [slachtoffer 1] (hierna ook: de man) heeft als volgt verklaard.
Op 16 november 2012 omstreeks 22.30 uur bevond de man zich in zijn woning aan de [adres 2] te Rotterdam. Hij zat in de woonkamer aan de eettafel, terwijl zijn vrouw op de bank in een ander gedeelte van de woonkamer lag. Zijn kinderen, [kind 1] van 13 jaar (hierna ook: de jongen), [kind 2] van 11 jaar en [kind 3] van 8 jaar (hierna ook: het meisje), lagen op bed. [1]
De man hoorde dat de tuindeur van de woonkamer openging en dat zijn vrouw begon te gillen. Hij stond op en liep richting het gedeelte van de woonkamer waar zijn vrouw was. Toen sprong er iemand op zijn rug waardoor hij met zijn buik op de grond kwam te liggen. Hij voelde dat er een knie in zijn rug werd geduwd en dat hij hardhandig achterop zijn hoofd werd geduwd, waardoor hij met zijn gezicht tegen de grond werd aangedrukt. Hij hoorde dat tegen hem werd gezegd: “Rustig blijven en niet bewegen.” Hij zag dat de man die hem tegen de grond drukte een vuurwapen vasthield in zijn rechterhand. Deze persoon zei vervolgens: “Doe handen op je rug.” De man deed wat hem werd gevraagd en hij voelde dat er om iedere pols een tiewrap werd gedaan. Deze tiewraps waren met elkaar verbonden. [2]
De man werd naar de hal gebracht. Daar kreeg hij de opdracht om op zijn knieën te gaan zitten. Er werd tegen hem gezegd dat twee kinderen wakker waren geworden en dat ze bij zijn vrouw waren. De man werd vervolgens gesommeerd om naar boven te lopen. Dader 1 liep voorop en achter hem liep een andere persoon. Op de overloop bij het trapgat moest de man van dader 1 knielen. Na wat gesteggel over het alarm liep de man met dader 1 de slaapkamer in en moest hij op een stoel gaan zitten met zijn gezicht naar de muur toe en zijn hoofd naar beneden. Dader 1 ging links van de man staan en zei tegen de man: “Rustig blijven, meewerken en naar beneden blijven kijken!” De man vroeg aan dader 1 waar zijn vrouw en kinderen waren. Dader 1 antwoordde: “Je vrouw en twee kinderen zijn beneden en de andere ligt te slapen en die laten we slapen.” [3]
Dader 1 vroeg aan de man wat voor waardevolle spullen er in huis waren. Hij vroeg specifiek om geld, sieraden en horloges. Dader 2 had inmiddels de kluis gevonden en vroeg of er een alarm op de kluis zat. De man zei tegen dader 1 dat de kluis geen alarm had. Dader 1 begon te vragen over de specifieke inhoud van de kluis. De man vertelde dat er sieraden van zijn vrouw in lagen en een aantal horloges van hem. Dader 1 vroeg uitvoerig naar merk, uiterlijk, kleur en type van de horloges. De man merkte dat zijn vrouw de kluis openmaakte. Dader 1 zei tegen de man: “Mond houden” en de man voelde dat zijn hoofd weer naar beneden werd geduwd. Dader 2 is uitvoerig met de inhoud van de kluis bezig geweest. [4]
Hierna vroeg dader 1 waar de geldmachine van de man was. De man zei dat hij zo’n ding nog nooit had gehad. Toen de man dat bleef ontkennen, trok dader 1 de tiewraps hard aan. De man voelde pijn aan beide polsen en merkte dat zijn handen gevoelloos werden. Hij zei tegen dader 1 dat dit pijn deed en vroeg of het losser kon. Dader 1 gaf geen antwoord en ging weer links naast de stoel staan. De man zag dat dader 1 een pistool in zijn rechterhand had dat hij langs zijn lichaam naar beneden hield. De man schrok verschrikkelijk bij het zien van dat vuurwapen. [5]
Dader 2 was bezig met het doorzoeken van de slaapkamer. Vervolgens kwam hij naar de man toe. De man voelde dat dader 2 zijn horloge van het merk Rolex van zijn pols trachtte af te nemen. Dit lukte niet door de tiewraps. Toen werden de tiewraps verwijderd en werd het horloge van de man afgedaan, waarna er nieuwe tiewraps om de polsen van de man werden gedaan. [6]
Ongeveer tien minuten later moest de man op zijn buik op het bed in de slaapkamer gaan liggen. Hij voelde dat ook zijn enkels met tiewraps aan elkaar werden gebonden. Dader 1 zei: “Rustig, meewerken, je vrouw komt ook naar boven.” De man zag dat zijn vrouw ook op het bed moest gaan liggen. Hij vroeg aan zijn vrouw en aan dader 1: “Waar zijn de kinderen?” Dader 1 zei: “Niet praten, mond houden, meewerken, dan is het zo voorbij.” Een van de daders deed een kussen tussen de man en zijn vrouw, zodat ze elkaar niet meer konden zien. [7]
Uiteindelijk heeft een politieagent de tiewraps doorgeknipt. [8] De man had rode striemen op zijn polsen van de tiewraps. [9]
De man heeft twee daders omschreven. Zowel dader 1 als dader 2 droeg zwarte kleding en een zwarte bivakmuts. Dader 1 was ongeveer 175 cm lang, dader 2 185 tot 190 cm lang. [10]
Verklaring vrouw
Aangeefster [slachtoffer 2] (hierna ook: de vrouw) heeft als volgt verklaard.
Op 16 november 2012, omstreeks 22.30 of 22.45 uur, zat de vrouw op de bank in de woonkamer. Zij hoorde de deurklink van de buitendeur. Direct hierop werd zij van achteren gegrepen. Er kwam een hand in haar gezicht. Dat ging in een flits. Dader 1 bleef achter haar staan en hield zijn hand voor haar mond. Hij zei: “Als je je rustig houdt dan gebeurt er niks.” De vrouw zag schimmen naar haar man gaan. Daarna zag zij de kinderen, de jongen en het meisje, naar beneden komen. Zij zijn via de keuken naar de man gegaan. Dader 1 zei: “Niet praten, niet praten.” De vrouw heeft gezegd dat zij de kinderen bij zich wilde. Dader 1 zei dat de kinderen op de bank moesten gaan zitten. De kinderen mochten niet kijken moesten hun ogen dicht houden. Dader 1 zei tegen de vrouw: “Handen op je rug.” Vervolgens werd de vrouw met de handen op haar rug heel strak vastgebonden. Dader 1 kreeg de tiewraps van dader 2. Dader 3 bleef op dat moment bij de man. De man moest op zijn knieën gaan zitten. De vrouw hoorde een dader zeggen “[naam 1] of [naam 2]”, waarop zij zei dat de daders de verkeerde voor zich hadden. [11]
Vrij vlot na binnenkomst hebben de daders de gordijnen aan de achterkant dichtgedaan en hebben ze de lichten uit gedaan. [12]
Vervolgens hebben dader 2 en dader 3 de man mee naar boven genomen. Dader 1 is bij de vrouw beneden gebleven. Dader 2 heeft de jongen en het meisje mee naar de keuken genomen en gezegd dat het een training was. De vrouw heeft tegen dader 2 gezegd dat het een meisje van acht is en gevraagd waar ze mee bezig waren. Dader 2 zei: “Mond houden, dan is het snel voorbij.” De vrouw hoorde dader 1 tegen haar zeggen: “Niet kijken, meewerken, dan is het snel voorbij” en “We komen hier voor geld, we komen hier niet voor ongelukken. Als je maar meewerkt.” [13]
Dader 2 nam de vrouw mee naar de keuken. Hij vroeg: “Wat is de code van de kluis?” De vrouw had op haar rechterwang bloed. Dader 2 maakte haar wang met een zakdoekje schoon. Op dat moment stond dader 1 bij de kinderen. De vrouw wist eerst de code van de kluis niet meer, maar vervolgens weer wel en toen heeft ze de code van de kluis gezegd. Dader 2 is naar boven gegaan en kwam later weer beneden. De vrouw is met dader 2 naar boven gegaan. Zij hoorde hem constant zeggen dat ze naar beneden moest kijken en absoluut niets mocht zeggen. De vrouw zag de man in de slaapkamer zitten en vroeg hem of alles goed was. Daarop werd de vrouw direct teruggeduwd naar de logeerkamer en werd haar gezegd: “Niks zeggen.” De vrouw moest gaan zitten voor de kluis en moest deze, nadat dader 2 haar handen had losgeknipt, open maken. De kluis is open gegaan en de vrouw heeft de spullen voor het grootste deel uit de kluis gehaald. Dat moest van dader 2. Dader 3 was op dat moment bij de man. Vervolgens maakte dader 2 de handen van de vrouw weer op haar rug vast en bracht hij haar naar beneden. Daar hebben de vrouw en de kinderen heel lang op de bank gezeten. [14]
Op het moment dat de vrouw voor de kluis zat, haalde dader 2 de ringen van haar handen. Dit waren meerdere ringen van rosé goud. De vrouw mocht haar trouwring en haar armbanden houden. [15]
Na lange tijd kwam dader 2 weer naar beneden en nam hij de vrouw mee naar boven naar de logeerkamer. De vrouw hoorde hem zeggen dat zij heel veel geld hadden, dat dat geld hier nu niet was maar dat hij met haar man had afgesproken dat dat geld in een paar dagen zou komen. Daarna werd de vrouw naar de slaapkamer gebracht. Daar zag zij haar man liggen op zijn buik op het bed, met handen en voeten vastgebonden. De vrouw werd op het bed geduwd en haar voeten werden vastgemaakt. De vrouw riep om de kinderen. Dader 2 zei dat er afspraken zouden worden gemaakt met de kinderen en dat ze tegen de kinderen zouden zeggen dat ze naar boven mochten gaan als zij weg waren. De daders zeiden tevens: “Mond dicht, niet met elkaar praten.” De vrouw voelde zich in algehele paniek, omdat ze was vastgebonden, haar kinderen beneden waren, de hond ging blaffen en zij helemaal niets kon. [16]
Volgens de vrouw werkten de daders zeer gestructureerd, hadden ze een taakverdeling en wisten ze precies wat ze moesten doen. Ze bleven herhalen dat zij rustig moest blijven en moest meewerken en dat er dan geen ongelukken gebeurden. [17]
De vrouw heeft drie daders omschreven. Ze waren alle drie in het zwart gekleed, hadden een zwarte muts en handschoenen. Dader 1 had een klein zwart pistool en was 1.75m of kleiner. Dader 2 was ongeveer 1.85m. [18]
De vrouw heeft op haar linkerwang een snee opgelopen, omdat dader 1 haar in het gezicht had gegrepen. Ook had zij pijn aan haar rechterschouder, omdat ze op een verkeerde manier vastgebonden op bed lag, en deden haar polsen zeer van het vastbinden. [19]
Verklaring meisje
Getuige [kind 3], geboren op 31 december 2003 (hiervoor reeds aangeduid als: het meisje), heeft als volgt verklaard.
De mannen hadden een pistool in hun hand hadden. Het meisje dacht dat ze iets met dat pistool gingen doen. Ze moest heel lang met haar moeder en broer op de bank zitten. Uiteindelijk mochten het meisje en de jongen naar haar kamer en moesten ze daar gaan zitten. Toen zei de man: “Als de wekker op de 31 staat, mogen jullie je ouders losknippen.” [20]
Verklaring jongen
Getuige [kind 1], geboren op 28 juli 1999 (hiervoor reeds aangeduid als: de jongen), heeft als volgt verklaard.
De jongen moest met zijn zusje heel de tijd op de bank zitten. [21] Bij ‘dader 2’ heeft de jongen een pistool tussen de broekband heeft gezien. [22] Uiteindelijk moesten ze naar de kamer van het meisje. Toen zei de man: “wacht maar tot 00.30 uur, dan mogen jullie je vader en moeder losmaken.” [23]
3.4.2
Bevindingen
Aantreffen van de slachtoffers
Op 17 november 2012 omstreeks 00.15 uur zijn diverse verbalisanten de betreffende woning aan de [adres 2] binnengegaan. Op de trap naar de eerste etage kwamen zag een van de verbalisanten uit een kamer twee kleine kinderen, een jongen en een meisje, gekleed in pyjama’s, komen. De kinderen hadden betraande ogen. De jongen had een kleine schaar in zijn handen en zei dat de schaar misschien nodig zou zijn voor zijn ouders. Op de eerste etage zag de verbalisant achter een slaapkamerdeur een hoop goederen verspreid over de vloer liggen en een openstaande kluis. Uit de slaapkamer hoorde de verbalisant een vrouw roepen: “Help, hier, help ons.” De verbalisant zag een vrouw en een man naast elkaar op hun buik op het bed liggen. De vrouw huilde zacht. De man en de vrouw keken zeer angstig. De lichamen van de man en de vrouw trilden en beiden waren middels zwarte tiewraps aan handen en voeten gekneveld. De vrouw had een snee op haar rechterwang. De verbalisanten hebben de tiewraps van de man en de vrouw losgeknipt. [24]
3.4.3
Weggenomen goederen
Uit de woning aan de [adres 2] zijn merkhorloges en een groot aantal sieraden weggenomen. [25] Twee van deze horloges zijn aangetroffen in de jaszakken van de medeverdachte [medeverdachte 1]. [26] Deze horloges zijn door de man herkend als zijn eigendom. [27]
3.4.4
Verklaring verdachte
Verdachte heeft ter terechtzitting van 13 juni 2014 een verklaring afgelegd.
Verdachte is met twee anderen via de openstaande tuindeur de woning binnengegaan. Ze waren allen in het zwart gekleed. Er was een wapen. Verdachte is naar de vrouw gegaan die op de bank zat. De vrouw schrok en gilde. Uit reactie heeft hij een hand voor haar mond gedaan. De vrouw had daardoor een wondje op haar wang waaruit bloed kwam. Verdachte heeft de hele avond bij de vrouw gestaan. De kinderen kwamen er later bij zitten. Hij heeft dingen gezegd als “Rustig blijven, meewerken, dan is het zo voorbij”. De man heeft hij maar heel even gezien, toen deze moest knielen. De woning is doorzocht en de vrouw is naar boven gegaan om de kluis te openen. Een van de andere daders heeft de tas met de buit meegenomen. [28]
Volgens verdachte was het wapen niet echt, omdat het heel licht was. Als hij het wapen in handen heeft gehad, dan heeft hij het direct weggedaan. Verdachte heeft ontkend dat hij de buit heeft gezien, omdat hij bijna de hele tijd beneden is gebleven. Het doel was om een louche man van diamanten te beroven, niet om bij een onschuldige familie naar binnen te gaan.
3.4.5
Identificatie verdachte
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is geweest die voornamelijk beneden bij de vrouw en de kinderen heeft gestaan en die door de vrouw is aangeduid als ‘dader 1’.
3.4.6
Conclusie
De conclusie moet dus zijn dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan de feiten 1 en 2 op dagvaarding I.

4.Bewijsoverwegingen met betrekking tot Zaaksdossier [adres 3]

4.1
Inleiding
In de nacht van 22 op 23 maart 2012 zijn de bewoners van een vrijstaande villa aan [adres 3] in Rijswijk, de heer [slachtoffer 3] en zijn partner mevrouw [slachtoffer 4], door ten minste twee gemaskerde mannen gewelddadig overvallen. De overval heeft ongeveer twee uur geduurd, er is gedreigd met een vuurwapen en beide slachtoffers zijn met tiewraps vastgebonden. De buit bestond uit een groot geldbedrag en een zeer grote hoeveelheid merkhorloges met een veelal zeer hoge waarde. De overvallers zijn ervandoor gegaan in een zwarte Volkswagen Golf. Slachtoffer [slachtoffer 4] beschrijft de daders in haar 112-melding direct na de overval als “van Marokkaanse afkomst”.
4.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben geconcludeerd tot vrijspraak wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs tegen verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
In een uitvoerig pleidooi heeft de raadsman vrijspraak bepleit.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Al snel na de overval kwam verdachte als mogelijke pleger van de overval op [adres 3] in beeld. In een groot aantal processen-verbaal van de Criminele Inlichtingen Eenheid is hij genoemd als een van de daders, samen met [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]). Ook zijn er CIE-processen-verbaal waarin onder meer verdachte wordt genoemd als degene die de buit van de overval te gelde zou maken, en/of samen met [medeverdachte 2] naar Marokko is gevlucht, alwaar zij er beiden een uitbundige levensstijl op nahielden dankzij de bij de overval buitgemaakte goederen.
Ook slachtoffer [slachtoffer 3] noemde, op basis van berichten die hem uit de criminele wereld hadden bereikt, al zeer kort na de overval “[bijnaam]” (de bijnaam van verdachte) en/of [medeverdachte 2] als de daders.
De rechtbank stelt vast dat in het onderzoek geen forensisch bewijs tegen verdachte naar voren is gekomen. Ook de OVC-gesprekken zijn niet belastend voor verdachte. Niet is gebleken van betrokkenheid van verdachte bij geldstromen naar Marokko. Evenmin is een relatie vastgesteld tussen verdachte en de bij medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen van [slachtoffer 3] afkomstige horloges.
Van de vele getuigen die zijn gehoord, hebben slechts twee – [getuigen] en [getuige] – belastend over verdachte verklaard. De rechtbank tekent bij hun verklaringen allereerst aan dat zij als motief daarvoor (mede) de hoge beloning hebben genoemd die slachtoffer [slachtoffer 3] had uitgeloofd voor het terugbrengen van de buit en de veroordeling van de daders. Uiteraard moet dit leiden tot grote behoedzaamheid bij de waardering van hun verklaringen. De rechtbank stelt vervolgens vast dat deze getuigen, zeker over verdachte, bijna uitsluitend verklaren over wat zij van anderen gehoord hebben en dat de verhoren van deze anderen geen bevestiging hebben opgeleverd van hun verklaringen.
De conclusie kan derhalve geen andere zijn dan dat er geen wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte de ten laste gelegde feiten met betrekking tot de overval in Rijswijk heeft gepleegd, in welke variant dan ook.

5.Bewijsoverwegingen met betrekking tot Zaaksdossier [adres 4]

5.1
Inleiding
De heer [slachtoffer 5] en mevrouw [slachtoffer 6] zijn in de nacht van 5 november 2012 op 6 november 2012 (tussen 23:30 uur en 00:50 uur) gewelddadig overvallen in hun woning aan de [adres 4] te Honselersdijk. Tijdens de overval zijn de man en de vrouw des huizes met een vuurwapen bedreigd en met tiewraps vastgebonden. De slachtoffers hadden een rundvleesbedrijf. De buit bestond uit ruim 20.000 euro, enkele sieraden en horloges.
5.2
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de rechtbank de ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren. Zij hebben daarbij gewezen op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen alsmede de sterke gelijkenis tussen deze woningoverval en de mede door verdachte gepleegde woningoverval aan de [adres 2] te Rotterdam (schakelbewijs).
5.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat, gelet op het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs, vrijspraak moet volgen.
5.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt als volgt.
Er zijn aanwijzingen die naar verdachte leiden:
  • Uit de analyse van peilbakengegevens van de Fiat Punto [kenteken] is gebleken dat deze Fiat Punto in de maanden voorafgaand aan de overval driemaal in de onmiddellijke nabijheid van de plaats van de overval is geweest. De hoofdgebruiker van deze Fiat Punto was [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] is een kennis van verdachte en is medeverdachte in het zaaksdossier [adres 2].
  • Uit OVC-gegevens kan worden afgeleid dat verdachte op 3 november 2012 in de woning van medeverdachte [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 2] vroeg of hij een ‘gun’ had.
  • Op beveiligingsbeelden van het appartementencomplex aan [adres 5] is te zien dat op 5 november 2012 omstreeks 22.44 uur een donkergeklede man het portiek binnenliep en bij de intercom bleef staan. Uit OVC-gesprekken uit de woning van [medeverdachte 2] blijkt dat op diezelfde tijd [medeverdachte 2] zei: ‘neem even die uuuh tarbosh
  • Ten tijde van de overval straalde de telefoon van verdachte ononderbroken een zendmast aan in de onmiddellijke nabijheid van zijn woning, terwijl verdachte eerder die avond (5 november 2012 te 21.36 uur) aangaf dat hij zou worden opgehaald en de volgende ochtend (6 november 2012 te 10.39 uur) aan een onbekend gebleven vrouw aangaf dat hij ‘gisteren gewoon buiten’ was.
  • Aangever [slachtoffer 5] heeft verklaard dat twee van de drie daders (naast het feit dat zij donker gekleed gingen en bivakmutsen en handschoenen droegen) rond de 21 jaar oud waren en allen een normaal postuur hadden. Zij hadden een Marokkaans accent en spraken onderling met elkaar in het Marokkaans. Ook aangever [slachtoffer 6] sprak over een Marokkaans accent. Verdachte past in deze omschrijving.
  • Op de ochtend na de overval belde verdachte rond 09.30 uur met [betrokkene 1] met de vraag of deze naar het benzinestation aan de [adres 6] wilde komen. Later (10.12 uur) belde verdachte nogmaals naar [betrokkene 1] met de vraag waar hij reed. Verdachte vroeg hem te bellen als hij er bijna zou zijn. Kort daarop zijn [betrokkene 1] en [medeverdachte 2] door het observatieteam bij de woning van [medeverdachte 2] gezien en zijn belastende gesprekken tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte 2] gehoord (10.31 uur).
  • In een (als gestolen opgegeven en van valse kentekenplaten voorziene) Seat Leon zijn op 13 november 2012 twee schroevendraaiers, een sloophamer en een vuurwapen aangetroffen. Blijkens het deskundigenrapport van het NFI is het extreem veel waarschijnlijker dat de krassporen die zijn aangetroffen in de overvallen woning door de twee schroevendraaiers uit de Seat Leon zijn veroorzaakt, dan dat zij zijn veroorzaakt door twee andere schroevendraaiers.
  • Kort na het afslepen van de Seat Leon door de politie belde verdachte met [betrokkene 2] (13 november 2012 19.59 uur). In dit gesprek gaf verdachte aan: “die dingen die wrak/jerrycan van mij is weg man”. (…) “daarnet heeft iemand mij gebeld die mij gezegd heeft dat het weg is man”. (Door een verbalisant wordt aangegeven dat het woord ‘wrak/jerrycan’ wordt gebruikt om een auto aan te duiden.)
  • Uit beelden van de bouwmarkt Hornbach volgt dat verdachte mogelijk betrokken is geweest bij de aanschaf, op 26 oktober 2012, van twee schroevendraaiers, soortgelijk aan de schroevendraaiers die zijn aangetroffen in de Seat Leon, en een sloophamer.
  • Uit peilbakengegevens blijkt dat de Seat Leon waarin de schroevendraaiers zijn aangetroffen zich op 8 november 2012 heeft bevonden in de onmiddellijke nabijheid van de woning van verdachte.
De woning
In de woning zijn geen sporen van verdachte aangetroffen.
Op twee uitzetramen zijn enkele indruksporen aangetroffen. Rond de meterkast zijn krassporen veiliggesteld.
De schroevendraaiers
Uit werktuigsporenonderzoek door het NFI is het volgende naar voren gekomen. Het is extreem veel waarschijnlijker dat de krassporen met de twee schroevendraaiers uit de Seat Leon zijn veroorzaakt dan dat zij zijn veroorzaakt met twee andere schroevendraaiers. Het is ongeveer even waarschijnlijk dat de indruksporen met de schroevendraaiers uit de Seat Leon zijn veroorzaakt als dat zij zijn veroorzaakt met andere schroevendraaiers met een soortgelijk blad. Bij de aanname dat zowel de krassporen als de indruksporen zijn veroorzaakt met dezelfde twee schroevendraaiers, is het extreem veel waarschijnlijker dat de krassporen en de indruksporen zijn veroorzaakt met de twee schroevendraaiers uit de Seat Leon dan dat zij zijn veroorzaakt met twee andere schroevendraaiers met een soortgelijk blad.
De rechtbank overweegt dat op de schroevendraaiers, het wapen, de patroonhouder en de sloophamer, die alle in de Seat Leon zijn aangetroffen, geen DNA- of dactyloscopische sporen van verdachte zijn aangetroffen. Van directe betrokkenheid van verdachte bij de schroevendraaiers is daarmee niet gebleken.
De Seat Leon / Hornbach
Uit het proces-verbaal van bevindingen van het uitkijken van de beelden van de bouwmarkt Hornbach, met bijgevoegde stills, volgt dat verdachte zich op 26 oktober 2012 bevond in een auto op het parkeerterrein van de Hornbach te Wateringen, terwijl [betrokkene 4] en [betrokkene 3] in die Hornbach twee schroevendraaiers en een sloophamer aanschaften. Nadat deze twee mannen bij verdachte in de auto waren gestapt, bekeek verdachte de schroevendraaiers en nam iets (mogelijk kleingeld) in ontvangst. Twee soortgelijke schroevendraaiers én een soortgelijke sloophamer zijn naderhand, in exact deze combinatie, aangetroffen in de Seat Leon.
De rechtbank overweegt dat de enkele betrokkenheid van verdachte bij de aanschaf van twee schroevendraaiers en een sloophamer die soortgelijk zijn aan het gereedschap dat in de Seat Leon is aangetroffen, nog niet leidt tot betrokkenheid van verdachte bij de schroevendraaiers waarmee de krassporen zijn gemaakt.
Daarbij betrekt de rechtbank allereerst het feit dat niet is vastgesteld dat de bij de Hornbach aangeschafte schroevendraaiers dezelfde zijn als waarmee de krassporen zijn gemaakt.
Daarnaast is de Seat Leon op geen enkele wijze te koppelen aan de plaats van de overval.
Voorts acht de rechtbank van belang dat verdachte niet is aangetroffen in de Seat Leon en nimmer in de Seat Leon is waargenomen. Ook zijn er geen DNA- of dactyloscopische sporen van verdachte aangetroffen in of aan de auto, op de kentekenplaten of op een in de auto aangetroffen fles Spa. Ook de enkele, eenmalige, aanwezigheid van de Seat Leon nabij de woning van verdachte acht de rechtbank onvoldoende om de betrokkenheid van verdachte bij deze Seat Leon te kunnen aannemen.
Die betrokkenheid van verdachte zou alleen kunnen worden afgeleid uit het telefoongesprek dat verdachte kort na het afslepen van de Seat Leon voerde, waarin hij aangaf dat zijn ‘wrak/jerrycan’, voor zover geïnterpreteerd als ‘auto’, weg was. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter onvoldoende. Zelfs als wordt aangenomen dat verdachte de Seat Leon in zijn bezit had en de Seat Leon bij de overval is gebruikt, staat niet vast dat verdachte degene is geweest die de Seat Leon op het moment van de overval heeft gebruikt.
Al met al kan verdachte op basis van de in de Seat Leon aangetroffen schroevendraaiers niet zonder meer worden gekoppeld aan de woningoverval in Honselersdijk.
De telefoon van verdachte / het gedrag van verdachte in en na de nacht van de overval
Op 5 november 2012 omstreeks 22.44 uur werd door een donkergeklede man aangebeld bij de woning van [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] reageerde hierop met “neem even die uuuh tarbosh
(vertaald als: muts)regelen”. Vanaf circa 23.30 uur vond de overval plaats.
Aanvankelijk heeft de politie gerelateerd dat verdachte de persoon is die om 22:44 uur aanbelde. Nadat de verdediging dit had betwist, heeft de politie in een volgend proces-verbaal (juni 2014) aangegeven dat niet met zekerheid kan worden gezegd dat verdachte op dit tijdstip op de betreffende beelden voorkomt. De beelden zijn op zitting vertoond. De rechtbank oordeelt op basis daarvan dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte de persoon is die op 5 november 2012 om 22:44 uur bij de woning van [medeverdachte 2] heeft aangebeld.
Ten aanzien van de zendmastgegevens en zijn verklaringen over zijn aanwezigheid tegenover derden heeft verdachte verklaard dat hij in de nacht van 5 op 6 november 2012 thuis, of in de onmiddellijke omgeving van zijn huis (zonnebankstudio), is geweest. De mededeling aan een derde dat hij opgehaald zou worden, zou verband houden met die zonnestudio en zijn reactie dat hij ‘gewoon buiten’ was, was een leugentje om bestwil richting een vriendin.
De rechtbank overweegt dat de stellingen van verdachte niet worden weerlegd door andere bewijsmiddelen.
Op de ochtend na de overval zocht verdachte rond 09.30 uur telefonisch contact met [betrokkene 1], waarbij hij [betrokkene 1] verzocht naar een benzinestation te komen. Verdachte gaf daarbij aan dat dit onmiddellijk moest gebeuren. [betrokkene 1] zei vervolgens dat hij daar om 10.00 uur zou zijn. In een later telefoongesprek informeerde verdachte bij [betrokkene 1] waar hij was en vroeg hij hem te bellen als hij zou aankomen.
De rechtbank overweegt allereerst dat uit de telefoongesprekken niet kan worden afgeleid wat de reden is waarvoor [betrokkene 1] naar het benzinestation moest komen. Voorts is van een ontmoeting tussen [betrokkene 1] en verdachte aldaar niet gebleken. Verdachte is niet bij het benzinestation gesignaleerd. Weliswaar is [betrokkene 1] kort na dit telefoongesprek gezien met [medeverdachte 2] en blijkt uit de OVC-gesprekken van het adres [adres 5] dat [medeverdachte 2] en [betrokkene 1] (om 10.31 uur) spraken over ‘hoeveel heb je gepakt?’, ‘cash gewoon klein’ en ‘Ja doezoe paar doezoe maar ik heb kankerrekening in Marokko’, maar deze contacten tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte 2] alleen zijn onvoldoende om de betrokkenheid van verdachte bij de overval op de [adres 4] aan te nemen. Verdachte was daarbij niet aanwezig en er wordt in het gesprek tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte 2] ook niet aan verdachte gerefereerd.
Uit het dossier kan verder ook niet worden afgeleid dat verdachte op de ochtend na de overval in het bijzijn van [medeverdachte 2] was. Voor zover uit het telefoontje van verdachte met [betrokkene 1] een ondersteunende activiteit zou kunnen worden afgeleid ten behoeve van de ontmoeting tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte 2], blijkt daaruit nog geen betrokkenheid van verdachte bij hetgeen hem is ten laste gelegd.
Overige aanwijzingen
Ten aanzien van het OVC-gesprek van 3 november 2012 (00.26 uur), zoals ter terechtzitting beluisterd, stelt de rechtbank allereerst vast dat hier gesproken wordt over ‘gun, gun, heb je een gun of niet’. Zij deelt dan ook niet het standpunt van de verdediging dat hier over een ‘jammer’ wordt gesproken.
Voorts stelt de rechtbank vast dat in, of rond, het gesprek van 3 november 2012 tussen verdachte en [medeverdachte 2] geen verwijzing naar de locatie [adres 4] te Honselersdijk, of naar enige (criminele) activiteit in de nacht van 5 op 6 november 2012 wordt gemaakt. Op zichzelf genomen vormt de vraag van verdachte naar een wapen dan ook geen reden aan te nemen dat verdachte betrokken is geweest bij de overval. Dat later die dag en op 5 november 2012, telkens buiten aanwezigheid van verdachte, in de woning van [medeverdachte 2] gesproken wordt over ‘slagers’, de ‘osso van de slager’ (de rechtbank begrijpt: de ‘woning van de slager’), een verwachte inval door de politie en het mogelijk niet kunnen doorgaan van een activiteit, doet daaraan niet af. Immers, voor zover die gesprekken al gaan over de overval, valt een directe betrokkenheid van verdachte daarbij uit die gesprekken niet af te leiden.
Ook de herhaaldelijke aanwezigheid van de Fiat Punto ([kenteken]) in de omgeving van de [adres 4], acht de rechtbank onvoldoende om de betrokkenheid van verdachte bij de overval aan te kunnen nemen, zeker nu verdachte in juli 2012 nog in Marokko zou zijn geweest.
Schakelbewijs
Verdachte heeft zijn betrokkenheid bij een overval in Rotterdam op 16 en 17 november 2012 bekend. Hierbij was, samengevat, sprake van een overval in de nachtelijke uren in een woning door drie in het donker geklede mannen, waarbij gebruik werd gemaakt van tiewraps en een (nep)wapen.
De officieren van justitie hebben naar voren gebracht dat de feitelijke gang van zaken bij de overval in Honselersdijk ([adres 4]) op voldoende essentiële punten overeenkomt met de feitelijk gang van zaken bij de overval in Rotterdam ([adres 2]). De overeenkomsten betreffen zowel het gedrag van de daders als de context waarbinnen de feiten zijn begaan. Zo was er bij beide overvallen sprake van het gebruik van een gestolen Seat Leon die was voorzien van gestolen kentekenplaten, ging het om Marokkaanse overvallers die professioneel te werk gingen en een zekere taakverdeling hadden, en werd er gebruik gemaakt van bivakmutsen, donkere kleding, handschoenen, tiewraps en een (nep-)wapen. Ook de wijze van het vastbinden van de slachtoffers, het tot kalmte manen van de slachtoffers en de duur van de overval kunnen volgens de officier van justitie als onderscheidende overeenkomsten worden aangemerkt. De officieren van justitie hebben daarnaast gewezen op het tijdsbestek waarbinnen de twee overvallen hebben plaatsgevonden, te weten binnen een periode van 11 dagen, en op de aanwezigheid van steunbewijs. Met gebruikmaking van schakelbewijs achten de officieren van justitie de betrokkenheid van verdachte bij de overval in Honselersdijk ([adres 4]) voldoende wettig en overtuigend te bewijzen.
De rechtbank overweegt dat uit de door de slachtoffers van de overval op de [adres 4] en de [adres 2] gegeven signalementen geen specifieke onderscheidende criteria met betrekking tot de persoon van verdachte zijn af te leiden om voorshands van betrokkenheid van verdachte bij de overval op de [adres 4] uit te kunnen gaan.
De rechtbank acht voorts de gebruikte werkwijzen onvoldoende onderscheidend om te kunnen spreken van een specifieke signatuur van beide overvallen. Het gebruik van donkere kleding, handschoenen, bivakmutsen, tiewraps en een (nep-) vuurwapen is zeker niet uitzonderlijk bij een woningoverval. Hetzelfde geldt voor het gebruik van gestolen (snelle) auto’s en voor de handelwijze in de woning. De rechtbank herhaalt in dit verband dat niet is vastgesteld dat bij de overval op de [adres 4] een Seat Leon is gebruikt.
Onder deze omstandigheden ziet de rechtbank geen ruimte voor het toepassen van een schakelbewijsconstructie.
Conclusie
Geen van de bovengenoemde aanwijzingen (1) tot en met (10) levert op zichzelf een directe betrokkenheid van verdachte bij hetgeen hem ten laste is gelegd op. Maar ook in onderlinge samenhang bezien zijn de aanwijzingen onvoldoende om het daderschap van verdachte vast te kunnen stellen.
Nu geen ander bewijsmateriaal voorhanden is, ook niet in de vorm van schakelbewijs, leidt dit tot het oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde feiten met betrekking tot de overval in Honselersdijk. De rechtbank zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.

6.Bewezenverklaring

Door de voormelde inhoud van de bewijsmiddelen, waarnaar in de voetnoten is verwezen, staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 (eerste en tweede cumulatief/alternatief) en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat de rechtbank bewezen acht dat:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/of (een)ander
(en
)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud) heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een
(grote
)hoeveelheid sieraden en
/of (merk
)horloges,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en
/of
hij in
of omstreeksde periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning
(gelegen aan de [adres 2]aldaar
), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een (grote) hoeveelheidsieraden en
/of (merk
)horloges,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of (diens) twee kind(eren) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld en
/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en
/ofdie [slachtoffer 2] en
/of (diens)huntwee kind
(eren
) (van ongeveer 13 en 8 jaar oud
), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en
/ofgemakkelijk te maken en
/ofom bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en
/ofaan zijn mededader
(s
)hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond
(en
)uit:
- het gekleed in het zwart en
/ofbedekt met bivakmuts de woning van die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]onverhoeds binnen dringen en
/of
- het springen op de rug van die [slachtoffer 1] en
/of (vervolgens)het duwen van die [slachtoffer 1] op de
grond en
/of (vervolgens
)het duwen van die [slachtoffer 1] in de rug en
/ofhet
(hardhandig
)achterop het hoofd duwen en
/of
- het van achteren vastpakken en
/ofvasthouden van die
[slachtoffer 2]en
/of
- het houden van een hand voor de mond van die
[slachtoffer 2]en
/of
-
meermalentegen die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2]zeggen dat ze niet mochten bewegen en
/ofniet met elkaar mochten praten en
/ofop hun knieën moesten zitten en
/ofde alarmcode moesten afgeven
en/of de mobiele telefoons moesten inleverenen
/of
- aan die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]en
/ofhun kind
(eren
) meermaleneen
of meervuurwapen
s, althans een daarop gelijkend voorwerp,tonen en
/of
- het vastbinden van die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]aan handen en
/ofenkels met
tie-ribstiewrapsen
/of
- het duwen van die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]op
hunhaarbed en
/of (vervolgens
)vastbinden van die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]met
tie-ribstiewrapsen
/of
- het harder aantrekken van de
tie-ribstiewrapsbij die [slachtoffer 1] en
/of
- het opsluiten van die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]in hun slaapkamer (gescheiden van hun kinderen) en
/of
- het tegen die
[slachtoffer 2]zeggen dat ze over een paar dagen terug zouden komen voor het geld;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 16 november 2012 tot en met 17 november 2012 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of (diens)huntwee kind
(eren
)(van ongeveer 13 en 8 jaar oud), wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers
heeft/hebben hij verdachte en
/of een of meer vanzijn mededader
(s
)met dat opzet
- gekleed in het zwart en
/ofbedekt met bivakmuts de woning van die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]onverhoeds binnengedrongen en
/of
- op de rug van die [slachtoffer 1] gesprongen en
/of (vervolgens)die [slachtoffer 1] op de grond geduwd en
/of (vervolgens
)die [slachtoffer 1] in de rug geduwd en
/of (hardhandig
)achterop het hoofd geduwd en
/of
- die
[slachtoffer 2]van achteren vastgepakt en
/ofvastgehouden en
/of
- een hand voor de mond van die
[slachtoffer 2]gehouden en
/of
-
meermalentegen die [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2]gezegd dat ze niet mochten bewegen en
/ofniet met elkaar mochten praten en
/ofop hun knieën moesten zitten en
/ofde alarmcode moesten afgeven
en/of de mobiele telefoons moesten inleverenen
/of
- aan die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]en
/ofhun kind
(eren
) meermaleneen
of meervuurwapen
s, althans een daarop gelijkend voorwerp,getoond en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]aan handen en
/ofenkels met
tie-ribstiewrapsvastgebonden en
/of
- die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]op
hunhaarbed geduwd en
/of (vervolgens
)die
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]met
tie-ribstiewrapsvastgebonden en
/of
-
(vervolgens)de
tie-ribstiewrapsbij die [slachtoffer 1] harder aangetrokken en
/of
- die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]opgesloten in hun slaapkamer (gescheiden van hun kinderen) en
/of
- gedurende een duur van ongeveer twee uur
(22.30u tot 00.20u)in de woning en
/ofin de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2]en
/of (diens)hunkinderen gebleven.

7.De strafbaarheid van de feiten

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.

8.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

9.De strafoplegging

9.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de rechtbank verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf jaren, te weten zeven jaren voor de overval in Rotterdam en vijf jaren voor de overval in Honselersdijk.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft ter zake van de overval in Rotterdam geconcludeerd dat op basis van de LOVS-oriëntatiepunten en jurisprudentie een gevangenisstraf van tussen de drieënhalf en vijf jaren tot de mogelijkheden behoort. Daarnaast heeft de raadsman verzocht rekening te houden met een aantal feiten en omstandigheden: dat verdachte nooit eerder voor diefstal met geweld is veroordeeld, dat de voorlopige hechtenis voor Nederlandse begrippen zeer lang is geweest, en dat de zaak uitvoerig in de media is geweest en de volledige naam van verdachte circuleert als dader van de overvallen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een koelbloedige woningoverval die bijna twee uur heeft geduurd. Samen met twee anderen is hij laat op de avond een vrijstaande woning binnengedrongen. Daar hebben zij de man en de vrouw des huizes overmeesterd en hen, onder het oog van twee van hun kinderen, vastgebonden. Vervolgens hebben zij de man en de vrouw van elkaar gescheiden en zijn zij op zoek naar gegaan naar waardevolle spullen. De vrouw moest de code van de kluis afgeven en zelf de spullen uit de kluis halen. De man moest toelichten welke spullen van waarde waren. Uiteindelijk zijn de man en de vrouw, gescheiden van hun kinderen, aan handen en voeten vastgebonden op hun bed gelegd. Verdachte en zijn mededaders zijn er toen met de buit vandoor gegaan.
Ter terechtzitting hebben de slachtoffers verklaard over de impact die de overval op hen heeft gehad. Ze voelen zich niet meer veilig in hun eigen huis. De kinderen hebben last van herbelevingen en de ouders voelen zich boos en verdrietig dat zij hun kinderen niet hebben kunnen beschermen. Nog steeds vragen ze zich af waarom de daders hun leven op de kop hebben gezet en een inbreuk hebben gemaakt op hun veilige gezinsleven. Daarnaast missen zij vele waardevolle spullen die voor hen een grote emotionele betekenis hebben.
De rechtbank neemt het verdachte uitermate kwalijk dat hij louter voor eigen gewin een overval heeft gepleegd en is voorbijgegaan aan de traumatische ervaringen die hij de slachtoffers daarmee heeft bezorgd.
De verdediging heeft bij haar strafmaatverweer nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de LOVS-oriëntatiepunten en jurisprudentie op het gebied van woningovervallen. De rechtbank zal de oriëntatiepunten bij het bepalen van de straf als uitgangspunt nemen, evenwel zonder dat dit op dwingende wijze leidt tot een bepaalde uitkomst. Dat laatste geldt nog sterker voor uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven in soortgelijke zaken. De strafmaat dient immers steeds te worden toegesneden op de bijzondere omstandigheden van de betreffende zaak. In dat verband overweegt de rechtbank als volgt.
Als oriëntatiepunt voor de op te leggen straf in geval van een woningoverval met licht geweld, te weten een enkele ruk/duw zonder noemenswaardig letsel, wordt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaren gehanteerd en in geval van een woningoverval met ander geweld een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaren. Nu het verschil zit in de mate van geweld, dient allereerst dit aspect te worden beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat er enig fysiek geweld is gebruikt. De man is naar de grond gewerkt en de vrouw is door verdachte zodanig in haar gezicht vastgepakt dat zij daar een letsel aan heeft overgehouden. Vervolgens zijn beiden aan handen (en later ook aan voeten) vastgebonden met tiewraps en zijn de tiewraps bij de man op enig moment strakker aangetrokken om hem onder druk te zetten. Naast het uitgeoefende fysieke geweld was er ook sprake van dreiging met geweld. In dat verband is relevant dat de daders in het zwart waren gekleed en waren voorzien van bivakmutsen en een (al dan niet echt) wapen. Dit werkt dusdanig intimiderend dat weliswaar de fysieke confrontatie beperkt is gebleven, maar de impact van het gebeuren alleen maar is vergroot. In dat verband hebben de slachtoffers verklaard dat zij doodsangsten hebben uitgestaan en zich, gelet op de aanwezigheid van een wapen, bewust waren van wat er zou kunnen gebeuren als iemand een fout maakte. Dit klemt temeer nu de overval bijna twee uur heeft geduurd.
Alles bij elkaar genomen is de rechtbank van oordeel dat de mate van geweld, mede gelet op de dreiging daarmee, het midden houdt tussen de categorieën ‘licht geweld’ en ‘ander geweld’. Dat betekent dat het uitgangspunt voor de op te leggen straf wordt gesteld op een gevangenisstraf van vier jaren.
Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of er sprake is van strafvermeerderende of strafverminderende factoren.
Ten aanzien van de strafvermeerderende factoren overweegt de rechtbank als volgt.
De overval is gepleegd op een gezin met kinderen. Al vrij snel nadat de daders de woning waren binnengegaan zijn twee van de kinderen uit hun bed gekomen. De kinderen hebben gezien hoe hun vader op de grond lag en hoe hun moeder vastgebonden met een wondje op haar wang op de bank zat. De kinderen kregen opdracht om bij hun moeder op de bank te blijven zitten en dat duurde volgens hen heel lang. Op zeker moment heeft een van de daders de kinderen apart genomen en hun voorgelogen dat het om een training van het werk van hun vader zou gaan. De rechtbank rekent het verdachte sterk aan dat hij is doorgegaan met de overval nadat hij de kinderen had gezien. De kinderen zijn daarmee welbewust blootgesteld aan hetgeen in de woning is voorgevallen. Aan de verklaring van verdachte dat het niet de bedoeling was dat er kinderen aanwezig zouden zijn, hecht de rechtbank geen waarde. Juist dan had verdachte daaraan zijn conclusies moeten verbinden en de woning zo snel mogelijk moeten verlaten.
Uiteindelijk zijn de kinderen gescheiden van hun ouders. Ze hebben een schaar gekregen, met de instructie om hun ouders na een kwartier los te knippen. In de tussentijd was echter de politie binnengekomen, die twee kinderen met betraande ogen aantrof. Met name het scheiden van de kinderen van hun ouders acht de rechtbank sterk strafvermeerderend.
Eveneens een belangrijke factor voor strafvermeerdering is de omvang van de buit. Uit de opgave van de weggenomen goederen blijkt dat het gaat om een grote hoeveelheid sieraden en horloges, van grote materiële en emotionele waarde. Een indicatie van de materiële waarde is te vinden in de omvang van de schade die door de slachtoffers is gevorderd. Thans, na ruim anderhalf jaar, is de buit nog niet gevonden. Van concrete pogingen van verdachte om de buit terug te bezorgen is niet gebleken, terwijl hij weet dan wel moet kunnen achterhalen waar de buit zich bevindt. Voorts houdt de rechtbank ermee rekening dat de overval in de nachtelijke uren door drie personen is gepleegd, geruime tijd heeft geduurd en dat daarbij een professionele werkwijze is gehanteerd. In de voorbereiding betreft die professionele werkwijze met name het gebruik van een vluchtauto met gestolen kentekenplaten. Tijdens de overval betreft het vooral het raffinement en de doelgerichtheid waarmee de overval heeft plaatsgevonden: een duidelijke taakverdeling, het overmeesteren en intimideren van de volwassenen en het voorliegen van de kinderen.
Ten slotte heeft de rechtbank in dit verband kennis genomen van een uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 november 2012. Daaruit blijkt dat verdachte in het verleden meermalen is veroordeeld tot gevangenisstraffen ter zake van vermogensdelicten. Echter, nu de belangrijkste onherroepelijke veroordelingen dateren van meer dan vijf jaar voor de overval en geen betrekking hebben op soortgelijke geweldsdelicten, leidt dit niet tot een significant hogere straf.
Ten aanzien van de strafverminderende factoren overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte heeft de feiten bekend en spijt betuigd. Onder omstandigheden kan de rechtbank zich voorstellen dat dit strafverminderend werkt, maar in de onderhavige zaak is dit niet het geval. Daartoe neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte pas na ruim anderhalf jaar heeft bekend en ook nu nog geen volledige openheid van zaken heeft gegeven, bijvoorbeeld over de derde dader en de bergplaats van de buit. De bekennende houding van verdachte beperkt zich tot hetgeen onomstotelijk uit het dossier blijkt. Daarmee wekt verdachte op z’n minst de schijn dat zijn houding niet uit daadwerkelijke spijt, maar veeleer vanuit berekening ingegeven lijkt te zijn, en zijn gedrag daarmee slechts calculerend is ten aanzien van de strafmaat. Die schijn is ook na de uitvoerige behandeling ter terechtzitting onvoldoende weggenomen.
De duur van de voorlopige hechtenis is evenmin een reden voor strafvermindering. De rechtbank erkent dat het lang heeft geduurd voordat de zaak inhoudelijk is behandeld. Voorop staat dat de voorlopige hechtenis steeds is getoetst en steeds is geoordeeld dat is voldaan aan de voorwaarden daarvoor, ook in het licht van de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarnaast kan er niet aan voorbij worden gegaan dat verdachte zelf ook debet is aan de lange duur van het onderzoek. Er is veel tijd gestoken in het onderzoek naar wie de derde dader is. Verdachte heeft daarover geen openheid van zaken gegeven, sterker nog, hij heeft tot aan de inhoudelijke behandeling niets over zijn eigen aandeel verklaard.
Ten slotte heeft ook de rechtbank ervan kennis genomen dat de volledige naam van verdachte op internet circuleert. Dat is op zichzelf genomen in strijd met de terughoudendheid die wenselijk is ten aanzien van de identiteit van verdachten van een strafbaar feit, maar het levert in de gegeven omstandigheden geen grond voor strafvermindering op.
De balans opmakend stelt de rechtbank vast dat er een aantal zwaarwegende strafvermeerderende factoren zijn en geen relevante strafverminderende factoren. Het gewicht van de strafvermeerderende factoren leidt ertoe dat de straf significant hoger dient uit te vallen dan het uitgangspunt van een gevangenisstraf van vier jaren. De rechtbank zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf van zes jaren opleggen.

10.De vorderingen van de benadeelde partijen / de schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partijen hebben zich gevoegd ter zake een vordering tot schadevergoeding:
  • [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 222.275,98, betrekking hebbend op immateriële schade (fysiek letsel en psychische schade) en materiële schade (sieraden/horloges, kosten advocaat en kosten psychologische ondersteuning);
  • [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 17.480,00, betrekking hebbend op immateriële schade (fysiek letsel en psychische schade) en materiële schade (manchetknopen en horloges);
  • [kind 1] tot een bedrag van € 1.800,00, betrekking hebbend op immateriële schade (psychische schade);
  • [kind 3] tot een bedrag van € 1.800,00, betrekking hebbend op immateriële schade (psychische schade).
10.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben geconcludeerd tot volledige toewijzing van de vorderingen en daarbij gevorderd dat ten aanzien van alle vorderingen de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd.
10..2 Het standpunt van de verdediging
Primair is de verdediging van mening dat de vorderingen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] ten aanzien van de manchetknopen, sieraden en horloges niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard vanwege een onevenredige belasting van het strafgeding. Dit met name vanwege de hoogte van de opgevoerde posten en onduidelijkheid over de geleden schade nu deze enkel is gesteld op basis van een taxatierapport en niet geheel met bewijsstukken van de aanknoop zijn onderbouwd. Subsidiair dienen deze posten gematigd te worden.
De verdediging heeft geen opmerkingen over de posten immateriële schade.
Ten aanzien van de post ‘psychologische ondersteuning’ dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, subsidiair dient de post gematigd te worden. Het uurtarief is fors, een rechtvaardiging daarvoor is niet te vinden. Uit de onderbouwing blijkt niet dat de kosten niet worden gedekt door de zorgverzekeraar. Verder valt op dat de factuur is gericht aan de taxateur van de sieraden.
Ook ten aanzien van de advocaatkosten dient de vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, subsidiair dient de post gematigd te worden. Het getuigt niet van kostenbeperking om deze advocaat te kiezen. Daarnaast heeft de advocaat de slachtoffers kennelijk geadviseerd over hun rechtspositie, iets wat Slachtofferhulp Nederland ook had kunnen doen. De maatstaf voor vergoeding van kosten voor rechtsbijstand, voor zover niet onnodig gemaakt, is overeenkomstig het liquidatietarief zoals gehanteerd in civiele procedures.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [slachtoffer 2]
De rechtbank acht de vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 1.800,00 als vergoeding ter zake van immateriële schade, tot dat bedrag naar billijkheid toewijsbaar, nu de omvang daarvan niet is betwist en is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de post ‘sieraden/horloges’. De vordering is op dit punt door de benadeelde partij weliswaar onderbouwd met een waardebepaling door een juwelier, maar deze waardebepaling is door de verdediging voldoende gemotiveerd betwist, mede in aanmerking genomen het relatief late tijdstip van indienen van de vordering. Aangezien dit strafproces zich niet leent voor nadere bewijslevering, moet worden geoordeeld dat de behandeling thans een onevenredige belasting van het strafproces oplevert. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank acht de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de post ‘kosten psychologische ondersteuning’ toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 3.768,63, nu aan de benadeelde partij rechtstreeks schade is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten. Weliswaar is een van de facturen gericht aan – kennelijk – de juwelier, maar de benadeelde partij heeft ter terechtzitting de betrokkenheid van de betreffende juwelier toegelicht. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat deze kosten ten laste van de benadeelde partij zijn gekomen. Niet gebleken is dat deze kosten door de zorgverzekeraar zijn vergoed. Voorts acht de rechtbank de hoogte van de opgevoerde kosten niet onredelijk, mede in aanmerking genomen de toelichting van de benadeelde partij ter terechtzitting waarom is gekozen voor de Slachtofferhulp Organisatie DOEN.
De gevorderde advocaatkosten vormen geen rechtstreekse schade, zodat de rechtbank de benadeelde partij in zoverre niet-ontvankelijk zal verklaren in de vordering. Wel kunnen de advocaatkosten worden aangemerkt als kosten die de benadeelde partij in verband met de vordering heeft gemaakt. Deze kosten kunnen in redelijkheid aan de hand van het ‘Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven’ worden begroot op € 2.000,00, gebaseerd op één punt in een zaak met een geldswaarde van € 195.000 tot € 390.000. Voorts zal de rechtbank verdachte (hoofdelijk) veroordelen in de kosten die benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van (€ 1.800,00 + € 3.768,63 =) € 5.568,63.
De rechtbank zal voorts de gevorderde wettelijke rente toewijzen:
  • ten aanzien van de post ‘immateriële schade’ (€ 1.800,00) vanaf 16 november 2012, zijnde de dag waarop de schade is ontstaan;
  • ten aanzien van de post ‘kosten psychologische ondersteuning’ (€ 3.768,63) vanaf de dag dat deze kosten zijn gevorderd, te weten 10 juni 2014.
Nu verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Daarbij geldt dat verdachte, indien en voor zover een mededader de benadeelde partij betaalt, in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting is bevrijd.
De vordering van [slachtoffer 1]
De rechtbank acht de vordering, voor zover deze betrekking heeft op een bedrag van € 1.800,00 als vergoeding ter zake van immateriële schade, tot dat bedrag naar billijkheid toewijsbaar, nu de omvang daarvan niet is betwist en is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, voor zover deze betrekking heeft op de posten ‘manchetknopen’ en ‘horloges’, en verwijst hiervoor naar hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2] ter zake van de post ‘sieraden/horloges’.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.800,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 november 2012, zijnde de dag waarop de schade is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Daarbij geldt dat verdachte, indien en voor zover een mededader de benadeelde partij betaalt, in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting is bevrijd.
De vordering van [kind 1]
De rechtbank acht de vordering naar billijkheid toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 1.800,00, nu de omvang en de hoogte van de schade niet is betwist en is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.800,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 november 2012, zijnde de dag waarop de schade is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Daarbij geldt dat verdachte, indien en voor zover een mededader de benadeelde partij betaalt, in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting is bevrijd.
De vordering van [kind 3]
De rechtbank acht de vordering naar billijkheid toewijsbaar tot het gevorderde bedrag van € 1.800,00, nu de omvang en de hoogte van de schade niet is betwist en is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden als gevolg van de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal derhalve de vordering toewijzen tot een bedrag van € 1.800,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 16 november 2012, zijnde de dag waarop de schade is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Nu verdachte de strafbare feiten ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Daarbij geldt dat verdachte, indien en voor zover een mededader de benadeelde partij betaalt, in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting is bevrijd.
De schadevergoedingsmaatregel
Nu verdachte voor de onder 1 (eerste en tweede cumulatief/alternatief) en 2 bewezenverklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door deze feiten is toegebracht, zal de rechtbank aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat:
  • van een bedrag van € 5.568,63, vermeerderd met de wettelijke rente (over een bedrag van € 1.800,00 vanaf 16 november 2012 en over een bedrag van € 3.768,63 vanaf 10 juni 2014, beide tot aan de dag van de algehele voldoening), ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2];
  • van een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1];
  • van een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [kind 1];
  • van een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [kind 3].

11.De inbeslaggenomen goederen

11.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen vermelde ‘11 blauw/groene “Mercedes” pillen MDMA’ en ‘5 roze “Mitsubishi”pillen mCPP’ zullen worden onttrokken aan het verkeer.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen genoemde 11 blauw/groene “Mercedes” pillen MDMA en 5 roze “Mitsubishi” pillen mCPP onttrekken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien zij middelen bevatten welke vermeld staan op Lijst I bij de Opiumwet.

12.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 24 c, 36f, 47, 57, 282, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht;
- 13 a van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijst I.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

13.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij dagvaarding I onder 3 primair (eerste en tweede cumulatief/alternatief) en subsidiair en 4 en de bij dagvaarding II onder 1 eerste en tweede cumulatief/alternatief en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bij dagvaarding I onder 1 eerste en tweede cumulatief/alternatief en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I, feit 1 eerste cumulatief/alternatief:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 1 tweede cumulatief/alternatief:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 2:
medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 6 (ZES) JAREN;
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
benadeelde partijen
wijst de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen [slachtoffer 2], [slachtoffer 1], [kind 1] en [kind 3] (gedeeltelijk) toe en veroordeelt verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan:
  • [slachtoffer 2] een bedrag van € 5.568,63, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.800,00 vanaf 16 november 2012 en over een bedrag van € 3.768,63 vanaf 10 juni 2014, beide tot aan de dag waarop het betreffende deel van de vordering is voldaan;
  • [slachtoffer 1] een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
  • [kind 1] een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
- [kind 3] een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
bepaalt dat de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk zijn in de vordering en dat deze benadeelde partijen hun vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen;
veroordeelt verdachte tevens hoofdelijk in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot op heden begroot op € 2.000,00 en ten aanzien van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [kind 1] en [kind 3] tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
schadevergoedingsmaatregel
legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat van:
  • een bedrag van € 5.568,63, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 1.800,00 vanaf 16 november 2012 en over een bedrag van € 3.768,63 vanaf 10 juni 2014, beide tot aan de dag van de algehele voldoening, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 2];
  • een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer 1];
  • een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [kind 1];
  • een bedrag van € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 16 november 2012 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [kind 3];
bepaalt dat in geval noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting - vervangende hechtenis zal worden toegepast, met betrekking tot [slachtoffer 2] voor de duur van 62 (tweeënzestig) dagen en met betrekking tot [slachtoffer 1], [kind 1] en [kind 3] elk voor de duur van 28 (achtentwintig) dagen;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen door verdachte en/of een van zijn mededaders aan de benadeelde partijen de betalingsverplichtingen aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichtingen aan de Staat de betalingsverplichtingen door verdachte en/of zijn mededaders aan de benadeelde partijen in zoverre doet vervallen;
beslag
verklaart onttrokken aan het verkeer de op de beslaglijst genoemde voorwerpen, te weten:
- 11 blauw/groene “Mercedes” pillen MDMA;
- 5 roze “Mitsubishi”pillen mCPP.
Dit vonnis is gewezen door
mr. R. Elkerbout, voorzitter,
mrs. C.W. de Wit en M.L. Ruiter, rechters
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Woertman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juli 2014.

Voetnoten

1.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/3.
2.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/3-4.
3.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/4-5.
4.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/5-6.
5.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/6.
6.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/6.
7.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/6-7.
8.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/7.
9.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/8.
10.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/2/7.
11.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/43-45.
12.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/46.
13.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/45.
14.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/45-47.
15.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/47.
16.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/47-48.
17.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/48-49.
18.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/49.
19.Proces-verbaal aangifte, zaaksdossier [adres 2], AH/3/49.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige in kindvriendelijke studio, zaaksdossier [adres 2], AH/4/58,77-78.
21.Proces-verbaal van verhoor getuige in kindvriendelijke studio, zaaksdossier [adres 2], AH/5/99.
22.Proces-verbaal van verhoor getuige in kindvriendelijke studio, zaaksdossier [adres 2], AH/5/119.
23.Proces-verbaal van verhoor getuige in kindvriendelijke studio, zaaksdossier [adres 2], AH/5/113-114.
24.Proces-verbaal van bevindingen, zaaksdossier [adres 2], AH/15/213-214.
25.Een geschrift, te weten ‘Bijlage weggenomen goederen, zaaksdossier [adres 2], AH/2/11-40.
26.Proces-verbaal (aanhouding), verdachtendossier M. [verdachte], AH/4/59.
27.Proces-verbaal herkenning horloges, zaaksdossier [adres 2], AH/14/212.
28.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 juni 2014.