3.4.3Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht – met de officier van justitie – niet bewezen dat verdachte zich op een andere datum dan op 19 maart 2012 aan het ten laste gelegde feit zou hebben schuldig gemaakt.
Verdachte is door de politie en ter terechtzitting over (een aantal van) de hierna aan te halen telefoongesprekken en sms-berichten ondervraagd, maar heeft consequent ontkend zich met de handel in hennepgruis te hebben beziggehouden. Hij kan zich tevens veel van de gesprekken en sms-berichten niet meer herinneren en heeft derhalve geen verdere verklaring kunnen geven voor de inhoud daarvan. Daarmee geconfronteerd dient de rechtbank zelfstandig te beoordelen wat uit deze gesprekken naar voren komt.
Op 19 maart 2012 om 08:02 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[medeverdachte] zegt dat hij om half 11 bij zijn broertje moet zijn en om 11 uur bij [bedrijf]. (…)
[medeverdachte] zegt dat hij er echt 20 nodig had. Die van Delft had er 20 nodig.
[betrokkene 1] zegt: maar daar is zeventien zoveel.
[medeverdachte] zegt: laat ik er drie bij doen en dan zijn het er sowieso twintig.
[betrokkene 1] zegt: maar hoe kom jij aan die andere drie dan.
[medeverdachte] zegt: dat hij (3e persoon) die kan regelen voor 80 euro.
[betrokkene 1] zegt: dit keer geen misverstand over de prijs toch. [medeverdachte] zegt nee, nee.
Op 19 maart 2012 om 08:11 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[medeverdachte] zegt dat hij om half elf bij [betrokkene 2] is.
[medeverdachte] zegt dat hij ‘het’ even moet oppikken.
Op 19 maart 2012 te 08:14 uur stuurt [medeverdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
Ik heb net gebeld en gaat gewoon door.
Op 19 maart 2012 worden tussen 08:41 uur en 09:26 uur door [medeverdachte] en een NN-[betrokkene 3] de volgende sms-berichten uitgewisseld:
[medeverdachte] naar [betrokkene 3]: Maatje heb je er 3 by ? Zo ja dan kan ik half11 weg brengen dan kan je zie hoe hoog hy sta
[betrokkene 3] naar [medeverdachte]: Heb ik gevraag aan ze..maar waren weg het weekend...maar pak wel die andere zakken f terug die kan ik niet bewaren by my..
[medeverdachte] naar [betrokkene 3]: Ik haal ze zo op hoe laat afspraak met die rooien
[betrokkene 3] naar [medeverdachte]: Ik laat m bellen om 10 uur...dan spreek k n tyd voor je af.
[medeverdachte] naar [betrokkene 3]: 1 uur [betrokkene 2] ik by je
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [betrokkene 1] en [medeverdachte] in de veronderstelling zijn dat er bij [betrokkene 3] 17 kilo ligt. Omdat een persoon van (coffeeshop) [bedrijf] in Delft 20 kilo nodig heeft, vraagt [medeverdachte] aan [betrokkene 3] om er drie bij te doen. [medeverdachte] is voornemens om de 20 kilo om 13:00 uur bij [betrokkene 3] op te halen.
Op 19 maart 2012 te 14:22 uur stuurt [betrokkene 1] een sms-bericht naar [medeverdachte]:
Maar snap niet heb je nou af gegeven of rij je der nog mee
Op 19 maart 2012 te 14:24 uur stuurt [medeverdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
Ik heb het al af gegeven en ik maak af spraak voor woensdag oke
Op 19 maart 2012 om 14:42 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[betrokkene 2] zegt: En eh die EENE is, die EENE is 9.115 netto.
[medeverdachte] zegt: Ja.
[betrokkene 2] zegt: En die andere 728 Netto. Dus 16.400 nog wat. Ok. Dus ik weet niet of er nog een tas lag met EEN (1) erin of zo, of waren het alleen die twee (2) dozen.
[medeverdachte] zegt: Er waren twee (2) dozen. Dus jij zegt zestien (16)?
[betrokkene 2] zegt: Zestien (16), om precies is het zestien drie negen vijf (16.395) maar kan iets in die dinges zitten dus, zestien vier honderd (16.400)
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [medeverdachte] de kilo’s om 14:24 uur inmiddels heeft geleverd en dat deze verpakt waren in twee dozen. Een doos bevatte 9,115 kilogram netto en de andere, gelet op het totaalgewicht van 16,395 kilogram, 7,280 kilogram. Wellicht bevatte een tas nog één kilo. Kennelijk is het niet gelukt om de drie extra kilo’s te leveren.
Op 19 maart 2012 te 14:57 uur stuurt [betrokkene 1] een sms-bericht naar [medeverdachte]:
Oke is cool maar heb je nou die papieren of wat x van vandaag x.
Op 19 maart 2012 te 14:58 uur stuurt [medeverdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
Ja word zo naar myn toe gebrag maatje.
Op 19 maart 2012 om 17:40 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte] en zijn vriendin [vriendin], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[medeverdachte] zegt dat [betrokkene 1] al honderd duizend keer loopt te bellen en vraagt wat hij moet zeggen.
[vriendin] vraagt op de achtergrond wat [medeverdachte] moet zeggen tegen [betrokkene 1].
Op de achtergrond zegt verdachte (sh) dat [medeverdachte] moet zeggen dat hij geript is en dat hij nu naar de koffieshop moet gaan.
[vriendin] zegt dit vervolgens ook weer tegen [medeverdachte].
[medeverdachte] zegt: Ja, doei.
Op 19 maart 2012 te 17:43 uur stuurt [medeverdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
We zyn nu naar [bedrijf] om geld te galen.
Op 19 maart 2012 te 17:43 uur stuurt [betrokkene 1] een sms-bericht naar [medeverdachte]:
Heb die het dus geaccepteerd broer.
Op 19 maart 2012 te 17:43 uur stuurt [medeverdachte] een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
Op 19 maart 2012 te 17:46 en 17:51 uur stuurt [betrokkene 1] twee sms-berichten naar [medeverdachte]:
Oké kom je dan gelijk na mij hoor je zo maar stoten ze het door ruis of voor hun zelf.
Die ruis gebruiken ze dat voor hun eigen shop of verkopen ze het door? Want jij zegt elke week twintig nodig.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat niet is betaald voor de levering. Verdachte suggereert dat [medeverdachte] tegen [betrokkene 1] moet zeggen dat hij geript is en dat hij nu naar de coffeeshop (de rechtbank begrijpt: [bedrijf]) moet gaan. [medeverdachte] laat [betrokkene 1] weten dat hij naar [bedrijf] gaat om zijn geld te halen. [betrokkene 1] vraagt [medeverdachte] of [bedrijf] het “ruis” voor hun eigen shop (de rechtbank begrijpt: coffeeshop) gebruiken of dat ze het doorverkopen. Uit de combinatie van het “rippen”, hetgeen een term is voor het stelen van drugs, en de vraag over het gebruik door de coffeeshop zelf, leidt de rechtbank af dat wordt gesproken over hennepgruis en dat de levering daaruit bestond.
Op 19 maart 2012 om 17:58 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en een NN-man (0029), waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[betrokkene 2] zegt: Eh ik had net een afspraak met dinge, maar dat is niet helemaal goed gegaan geloof ik.
(…)
[betrokkene 2] zegt: Nou eh wij hebben elkaar wel gezien maar hij is ineens pleite gegaan.
NN-man zegt: Oh bel ik hem wel effe op. Spreek wat af voor je, hierzo.
[betrokkene 2] zegt: Hij staat uit.
NN-man zegt: He?
[betrokkene 2] zegt: Hij staat uit zijn telefoon. Hij is pleitte gegaan en die ander die hebt het spul in de auto. Dus ik heb er nu twee bij mij, die zijn niet helemaal blij.
NN-man: Dan bel ik hem wel effe op Ja?
Op 19 maart 2012 worden tussen 18:04 en 18:24 uur door [medeverdachte] en [betrokkene 1] de volgende sms-berichten uitgewisseld:
[medeverdachte] naar [betrokkene 1]: Maatje kom met spoet naar [bedrijf] [adres 4] delft
[betrokkene 1] naar [medeverdachte]: Waarom waarom ? wat gebeurd broer
[medeverdachte] naar [betrokkene 1]: Die gozer is pleiten maar was voor shop dus we laten nu eigen naar komen en geen geld weg dag voor raad dan
[betrokkene 1] naar [medeverdachte]: Ja dan neuken we ze broer wij werken niet gratis maar waar is die gozer dan welke gozer die het zou nemen toch waar is die handel heb jij die nog in handen of wat ?
Hallo reageer snel is die pleiten met handel of bedoel je pleiten en der is dan geen geld
[medeverdachte] naar [betrokkene 1]: Ja we gingen naar zyn huis geld halen dat was in schiedam dus maar ze hebben hem nu en ze breng hem hier heen maar me tel is ook leeg maatje
[betrokkene 1] naar [medeverdachte]: Praat duidelijk wie brengt hem na jou toe en wat brengen ze na jou toe heb jij die handel nog ja of nee is die vandoor gegaan met die handen ofzo wees duidelijk hij is toch werkzaam in [bedrijf] is toch bekende dan kan die geen kant op dus wat speeld er nou
[medeverdachte] naar [betrokkene 1]:
Kom nu alsjeblief.
Op 19 maart 2012 18:31 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en een NN-man (9946) [betrokkene 4], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
NN-man zegt: Hee wat is er nou joh? Dit is, dit heb je echt verkeerd begrepen [betrokkene 2] jongen. Ik zweer het je. Echt waar. IK wil, ik wou gewoon mee helpen dat jij er ook vanaf was. Echt!
[betrokkene 2] zegt: Ja
NN-man zegt: Moet ik ineens lopen voor mijn leven.
[betrokkene 2] zegt: Nou ja, dat eh.....dat hoefde toch niet?
NN-man zegt: Nee, maar [betrokkene 2] hij komt ineens achter mij aan. Wat is er aan de hand man. Dit heb ik nog nooit meegemaakt man.
[betrokkene 2] zegt: Maar ja, ik ook niet.
NN-man zegt: Echt. Ik heb pistool eh die die ik wil die geld terug geven [betrokkene 2]. Ik eh ik heb het helemaal verkeerd begrepen jongen. Ik heb net [betrokkene 6] aan de lijn, die dacht ook dat het zo was. Die kwam ermee bij mij. Snap je?
[betrokkene 2] zegt: Mh.
NN-man zegt: Ik heb het echt verkeerd begrepen. [betrokkene 6] wou ook anderhalf. Kan jij het alstublieft bij mij op komen halen [betrokkene 2]?
[betrokkene 2] zegt: Eh Ja ik [betrokkene 2] buiten de stad nu.
NN-man zegt: Ja, kunnen wij dat regelen dat wij naar je toe komen rijden of zo of eh ....want dat wil ik gewoon met jou regelen en niet die andere idioot erbij [betrokkene 2]. Daar zit ik helemaal niet op te wachten joh. Dat slaat echt nergens op. Dat had ik ook echt niet verwacht [betrokkene 2]. Ik zweer het echt. Ik probeer jou ermee te helpen. Echt waar. Dat heb je echt honderd procent verkeerd begrepen joh. Je moet echt niet verkeerd over mij denken. Dat vind ik echt vervelend. Dat meen ik echt.
[betrokkene 2] zegt: Ja, Ik vind het ook vervelend hoe eh, wat er net .....want hij is ook ineens pleitte.
(…)
NN-man zegt: ik wil, ik wil het effe met jou afhandelen [betrokkene 2]. Die andere jongens ken ik helemaal niet. Was die andere jouw broer of eh weet ik het wat?
[betrokkene 2] zegt: Ja. Dat is mijn broer.
(…)
NN-man: ik probeer je echt te helpen [betrokkene 2] om er van af te komen. Dat heb ik echt verkeerd begrepen jongen. Ik doe nooit niet dat gruis gebeuren. Echt niet.
[betrokkene 2] zegt: Nou ja. Ik eh bel je zo terug.
NN-man zegt: bel mij zo terug.
[betrokkene 2] zegt: Wacht effe.
NN-man zegt: Ok goed.
Op 19 maart 2012 om 18:39 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en een NN-man (9946) [betrokkene 4], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
NN-man zegt dat hij het wil teruggeven.
[betrokkene 2] zegt dat hij niet zou weten hoe hij daarmee moet komen aanzetten bij hun.
(...)
[betrokkene 2] vraagt waar de man wil afspreken.
NN-man vraagt wat makkelijk is, of ze elkaar bij Ikea zien of zo.
[betrokkene 2] zegt dat het goed is, spreken over 3 kwartier af, niet bij de hoofdingang, maar daarnaast.
De man zegt: wel jij alleen he [betrokkene 2].
[betrokkene 2] zegt dat het goed is.
Op 19 maart 2012 om 18:46 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en verdachte als gebruiker van de telefoon van [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[betrokkene 2] zegt: met wie spreek ik nou dan?
[verdachte] zegt: [verdachte]
[betrokkene 2] zegt: oh he, hij belt me net. Hij is over drie kwartier met die Bolle samen bij de Ikea in Delft
[verdachte] zegt: Over drie kwartier in Delft, Ikea
[betrokkene 2] zegt: Ja en hij wil alleen mij spreken, hij wil jullie niet zien.
[verdachte] zegt: hij wil jou alleen spreken. Gaat hij nou de eisen stellen. Dat zou mooi worden.
[betrokkene 2] zegt: Nee maar
[verdachte] zegt: Oke is goed, wij rijden naar Scheveningen en zien jullie zo.
Op 19 maart 2012 te 18:49 uur stuurt [medeverdachte] (of verdachte) een sms-bericht naar [betrokkene 1]:
Over drie kwarties ikea delft kom je daar heen.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [medeverdachte] met verdachte in de middag naar het huis van [betrokkene 4], een inkoper/werknemer van coffeeshop [bedrijf], in Schiedam is gereden om het geld voor de levering op te halen. Bij de daarna ontstane onenigheid over de prijs is deze [betrokkene 4] (of diens kompaan) met het hennepgruis weggereden. [betrokkene 2] probeert [betrokkene 4] te bellen, maar deze heeft zijn telefoon uitstaan. [betrokkene 2] wordt daarna gebeld door [betrokkene 4] dat hij de boel alleen met [betrokkene 2] wil afhandelen en hij verdachte en [medeverdachte] niet meer wil zien. Er wordt rond half acht afgesproken bij de Ikea in Delft. [medeverdachte] (of verdachte) vraagt aan [betrokkene 1] om ook daarheen te komen.
Op 19 maart 2012 om 19:27 uur wordt waargenomen dat [betrokkene 1] met het voertuig met kenteken [kenteken 2] aankomt bij de Ikea. Het voertuig wordt om 19:33 uur bij de McDonald’s te Delft geparkeerd.
Op 19 maart 2012 om 19:38 uur vindt er een gesprek plaats tussen [medeverdachte] en zijn vriendin [vriendin], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[medeverdachte] zegt: die kankergek loopt te schieten.
[vriendin] zegt: te schieten?
[medeverdachte] zegt: te schieten ja
[vriendin] zegt: rij maar weg dan he
[medeverdachte] zegt: Rij maar weg. Ik zit achter hem.Ja wat denk jij da tik op me laat schieten gek. Ik maak hem dood geloof me nou.
(…)
[vriendin] zegt: [medeverdachte]
Op 19 maart 2012 20:01 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en een NN-man (9946) [betrokkene 4], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
NN-man zegt: [betrokkene 2], jij zou toch alleen komen jongen. Wij zouden gewoon toch effe afhandelen. (…) Probeer je me als een soort ripper uit te laten maken, wil je dat doen? (…) Die spullen komt [betrokkene 6] bij jou terugbrengen.
[betrokkene 2] zegt: Is goed.
Op 19 maart 2012 om 20:16 uur wordt waargenomen dat [betrokkene 1] met het voertuig met kenteken [kenteken 2] stil staat ter hoogte van de [adres 5] te Den Haag. Daar staat [betrokkene 1] te praten met verdachte. Om 20:30 uur neemt [betrokkene 1] plaats als bestuurder in de [kenteken 2], waarop deze vertrekt.
Op 19 maart 2012 om 20:44 uur vindt er een telefoongesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[betrokkene 1] vraagt waar [medeverdachte] is.
[medeverdachte] komt net bij verdachte aan. [medeverdachte] zegt dat ze tot twee keer toe wegrijden. [medeverdachte] zegt: eerst vanmiddag en net weer. [medeverdachte] zegt dat het terug wilde komen brengen.
[betrokkene 1] zegt: hoe kan dat, ik was binnen 10 min bij Ikea.
[medeverdachte] zegt: een stationwagen en hij erachter aan. [medeverdachte] zegt onder bruggetje en toen zo"n dingetje (wapen) gek. [medeverdachte] zegt dat de bedrijfsleider het bij zijn broertje gaat brengen, en dan willen ze overal van af zijn.
[betrokkene 1] zegt: denk je dat het genoeg is als het terug is. [betrokkene 1] vraagt wat derde te maken heeft met de shop.
[medeverdachte] zegt dat hij de inkoper is.
[betrokkene 1] vraagt of [betrokkene 4] de vaste inkoper is.
[medeverdachte] zegt: ja.
[medeverdachte] zegt dat bedrijfsleider, ze noemen hem witte, die komt het terugbrengen. [medeverdachte] zegt dat die ook in de shop is.
[betrokkene 1] zegt dat hij naar hun wil gaan.
[medeverdachte] zegt dat hun denken dat het van zijn broertje is. [medeverdachte] zegt: die kale toch of niet.
[medeverdachte] zegt: ja net was hij binnen.
[medeverdachte] zegt: dat die lange dunne sowieso van de afspraak weet. Die kale dunne noemen ze witte.
[betrokkene 1] zegt dat hij die kankertoko binnengaat.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat [betrokkene 2] niet in zijn eentje naar de afspraak bij de Ikea in Delft is gekomen, maar dat in ieder geval [medeverdachte] bij hem was. [medeverdachte] beweert dat op hem is geschoten. [betrokkene 1] vraagt hoe dat kan zijn gebeurd, omdat hij zelf in de buurt was en – kennelijk – daarvan niets heeft gemerkt. [betrokkene 2] heeft met [betrokkene 4] afgesproken dat [betrokkene 6], de bedrijfsleider van [bedrijf], het hennepgruis terug komt brengen. [betrokkene 1] deelt [medeverdachte] mede dat hij naar de coffeeshop gaat.
Op 19 maart 2012 om 20:50 uur wordt waargenomen dat het voertuig met kenteken [kenteken 2] stil staat voor coffeeshop “[bedrijf]” te Delft en dat deze om 20:54 uur weer vertrekt.
Op 19 maart 2012 om 20:58 uur uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 1] en [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[betrokkene 1] zegt: niet aannemen.
[betrokkene 1] zegt dat die mannetje wil teruggeven, dat hij zei verkeerd 150 euro.
Op 19 maart 2012 om 21:18 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 1] en verdachte als gebruiker van de telefoon van [medeverdachte], waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
[verdachte] zegt: De batterij was leeg.
[betrokkene 1] zegt: Dat begreep ik al. Maar luister dan. Waarom ontkennen ze dan dat hij die inkoper was. Dat weet je 100% toch?
[verdachte] zegt: Ja. Maar daar hebben ze zelf ook bijgestaan toen die dat zei hoor!
[betrokkene 1] zegt: Oh, die lange was er gewoon bij toen je erover ging praten met hun ofzo
[verdachte] zegt: Nee, toen we daar stonden in Schiedam, toen zei die zelf al waar hun ook bij stonden van eh ik koop altijd in voor de gang.
[betrokkene 1] zegt: Oh, maar hun kennen hem wel goed dus he
[verdachte] zegt: Ja ja ja
[betrokkene 1] zegt: Probeert hij jou nog te bellen of zo
[verdachte] zegt: Nee, vanavond krijg ik een telefoontje en dan komen ze naar mijn huis om die spullen te brengen.
[betrokkene 1] zegt: Nee, je moet zeggen op kankeren. Je moet zeggen ik neem die spullen niet aan.
[verdachte] zegt: Oke.
Op 19 maart 2012 om 21:20 uur wordt waargenomen dat het voertuig met kenteken [kenteken 2] wederom stopt voor coffeeshop “[bedrijf]” te Delft. Daarna wordt om 21:21 uur waargenomen dat minimaal drie personen, onder wie [betrokkene 1], een blanke man en een man met een Noord-Afrikaans uiterlijk, ter hoogte van de coffeeshop staan te praten. De blanke man kwam uit de coffeeshop. Om 21:31 uur nemen de mannen afscheid van elkaar.
Op 19 maart 2012 worden tussen 23:00 en 23:20 uur door NN-man [betrokkene 4] (9946) en [betrokkene 1] de volgende sms-berichten uitgewisseld:
NN-man naar [betrokkene 1]: Wat er afgesproken is dat komt goed ik heb nog nooit iemand belazerd die portier had mij verx prijs gezegd
[betrokkene 1] naar NN-man: Wat is er afgesproken welke prijs ?
NN-man naar [betrokkene 1]: Jou prijs
[betrokkene 1] naar NN-man: 1500 de kilo zit daar 17,340
NN-man naar [betrokkene 1]: Was 16.400 komt goed
[betrokkene 1] naar NN-man: Nee dat wat ik zij min die zakken precies 16,690
Niks meer te maken met die [betrokkene 2] of ze broertje ik Kom het zelf halen hoe laat precies morgen en waar ?
NN-man naar [betrokkene 1]: Die jonge is morgen pm 10 uur bij mij dan bel ik je gelijk.
Op 19 maart 2012 om 23:29 uur vindt er een gesprek plaats tussen [betrokkene 2] en een NN-man (0029), waarin onder meer het volgende wordt gezegd:
NN-man zegt: hij was met nog iemand, er komen 2 Marokkanen net hierzo, allemaal redelijke jongens hoor, maar die willen weer geld zien en die spullen willen ze niet en ze willen geld.
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat het hennepgruis bij verdachte zou worden teruggebracht. [betrokkene 1] instrueert [medeverdachte] en verdachte, anders dan zij van plan waren, het hennepgruis niet terug te nemen. [betrokkene 1] gaat daarna samen met een andere man van Marokkaanse afkomst naar de coffeeshop “[bedrijf]” om te vertellen dat ze het hennepgruis niet terug wilden, enkel het geld. [betrokkene 1] laat [betrokkene 4] weten dat hij € 1500 per kilo wil voor de hoeveelheid hennepgruis die hij nog in zijn bezit moet hebben. [betrokkene 1] komt het geld zelf morgen halen, zodat [betrokkene 4] [medeverdachte] en [betrokkene 2] niet meer hoeft te zien.
De rechtbank ziet voor deze interpretatie van de tapgesprekken niet alleen steun in de hiervoor al aangehaalde observaties, die naadloos aansluiten bij de getapte communicatie tussen de verdachten, maar tevens in de verklaring die verdachte bij de politie heeft afgelegd. Zijn verklaring bevestigt wat uit de getapte communicatie en observaties reeds kon worden opgemaakt. Verdachte heeft immers verklaard dat [medeverdachte] een partij handel had en zijn broer [betrokkene 2] deze kwijt kon aan twee jongens. Hij heeft ook verklaard dat het best zou kunnen kloppen dat het gruis was (de rechtbank begrijpt: hennepgruis) en dat hij dacht dat dit wietafval was. Deze handel is op de [adres 7] (de rechtbank begrijpt: in Den Haag, het adres van [betrokkene 2]) in de auto van de twee jongens gezet. Vervolgens zijn zowel verdachte als [betrokkene 2] en [medeverdachte] achter deze jongens aangereden naar Schiedam. Daar deed een van de jongens zijn kofferbak open en toen zag verdachte twee dozen. Toen volgde er een gesprek over de betaling en zou er te weinig betaald worden. Een van de jongens is toen met de dozen nog in zijn auto weggereden.Daarna is er telefonisch contact geweest, waarbij werd gezegd dat zij richting een coffeeshop in Delft moesten gaan. Verdachte is daar toen met [medeverdachte] naar binnen gegaan. [medeverdachte] heeft een gesprek gevoerd met de bedrijfsleider over het geld. [betrokkene 2] en [medeverdachte] hebben daarna een afspraak gemaakt met de jongens bij de Ikea, waarna [medeverdachte] verdachte opbelde dat hij was beschoten.
Dat de betrokkenheid van verdachte bij de handel groter is geweest dan hij zelf doet voorkomen, volgt ook uit sms-berichten die op 18 maart 2012 tussen 20.31 en 20.34 uur zijn uitgewisseld tussen verdachte en [betrokkene 1]:
Verdachte naar [betrokkene 1]: Ja we moeten dat terug geven toch aan [betrokkene 3] als dat ruis op gehaald woort maar zie je morgen toch voor dat we na l gaan of je moet nog toevallig in die buurt zijn bij me
[betrokkene 1] naar verdachte: Ok dan dan kom je die twee duizend halen ok morgen dan haal je op dan breng je het na delft toch
Verdachte naar [betrokkene 1]: Is goed zie je morgen
[betrokkene 1] naar verdachte: Ok
De rechtbank leidt uit deze berichten af - in lijn met de interpretatie van de tapgesprekken van 19 maart 2012 - dat verdachte op 18 maart 2012 ervan op de hoogte was dat er de volgende dag “ruis” (de rechtbank begrijpt: hennepgruis) bij [betrokkene 3] zou worden opgehaald, dat dit bestemd was voor Delft (de rechtbank begrijpt: coffeeshop [bedrijf]) en dat verdachte daarbij aanwezig zou zijn.
In samenhang met de hiervoor al gedane constatering dat het om hennepgruis moet zijn gegaan, kunnen de reacties van de verdachte, [medeverdachte], [betrokkene 2] en [betrokkene 1] en de door hen concreet genoemde aantallen en prijzen tot geen andere conclusie leiden dan dat het “geripte” een substantiële waarde vertegenwoordigde. Het betrof derhalve geen waardeloos hennepafval, zoals de verdediging heeft aangevoerd, maar een flinke hoeveelheid hennepresten over de prijs waarvan flink ruzie wordt gemaakt en waarvoor vanuit Den Haag naar Schiedam en Delft wordt gereden om het geld op te eisen. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte, [medeverdachte], [betrokkene 2] en [betrokkene 1] – nu zij allen op de hoogte waren van en hun rol hadden bij de levering en het terughalen van hennepgruis en/of het corresponderende geldbedrag - tezamen en in vereniging ongeveer 17 kilogram hennepgruis hebben afgeleverd.