Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser],
de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder licht toe dat naar aanleiding van een ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken een eerste pilot, gericht op “consulaire huwelijken” tussen Egyptenaren en met name Hongaarse vrouwen, is opgestart. Hierbij is gebleken dat er veel schijnhuwelijken werden gesloten. Aangezien deze huwelijken uit het aanbod van verweerder gefilterd moesten worden, werd bij diverse van verweerders afdelingen een toename geconstateerd van het aantal aanvragen van derdelanders, waaronder zeer veel Turkse derdelanders, bij vooral Unieburgers van Oost-Europese nationaliteit. Hierbij bleek dat ongeveer een jaar na verlening van een document als bedoeld in artikel 9 Vw, zij een zelfstandige vergunning voor arbeid in loondienst aanvroegen en vervolgens weer in beeld kwamen als verblijfgever voor overkomst van hun Turkse echtgenotes.
- er werden met regelmaat inkomensdiscrepanties waargenomen bij de overgelegde inkomensbescheiden in vergelijking tot bijvoorbeeld gegevens van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV);
- er werd getrouwd bij de allereerste ontmoeting;
- indien het huwelijk plaatsvond in het land van herkomst van de derdelander, dan reisde de burger van de Unie daags voorafgaand aan de huwelijkssluiting weer uit (bliksembezoeken on te trouwen);
- de combinatie van nationaliteiten lag niet voor de hand qua verschillen in taal, cultuur en religie;
- de derdelanders waren in Nederland bekend met een illegaal verleden of waren bekend met een aantal (mislukte) pogingen in Nederland verblijf te krijgen;
- betrokkenheid bij mensenhandel en prostitutie;
- andere individuele indicatoren: leeftijdsverschil, informatie van IND-loketmedewerkers, interne signalen van bijzondere afdelingen van de IND, signalen van ketenpartners en informatie van derden.
- er was sprake van een relatie tussen een derdelander uit Albanië en een burger van de Unie uit Roemenië;
- er bestond een leeftijdsverschil van acht jaren;
- de combinatie van nationaliteit was opvallend, aangezien een gemeenschappelijk taal ontbrak. Tijdens de eerste verblijfsprocedure, op 20 april 2012 bij het IND-loket, communiceerden eiser en referente in gebrekkig Engels met elkaar en kenden zij slechts een paar woordjes van elkaars taal.
Verder zijn er de volgende individuele indicatoren:
- eiser en referente konden niet aantonen dat ze reeds gedurende zes maanden op hetzelfde adres stonden ingeschreven;
- referente was werkzaam in de raamprostitutie en later haar eigen escortbedrijf, hetgeen twijfels deed ontstaan over de deugdelijkheid en duurzaamheid van de gestelde relatie;
- binnen de IND waren er mensenhandelsignalen ambtshalve bekend betreffende Roemeense prostituees met Albanese derdelanders.
De eerste pilot heeft geen raakvlakken met eisers relatie met referente. Eiser en referente hebben andere nationaliteiten, zijn niet gehuwd en het Turkse associatierecht is hier niet van toepassing.
Wat betreft de tweede pilot voert eiser aan dat in geen van de onderzochte zaken er sprake is van Albanese derdelanders of Roemeense burgers van de Unie. Verder is referente niet werkzaam bij een bedrijf dat gelinkt kon worden aan de afkomst van eiser, is er geen sprake van discrepanties in de overgelegde inkomensbescheiden en de gegevens van het UWV en zijn eiser en referente niet gehuwd. Eiser voert aan dat verweerder geen inzage heeft verschaft in de leeftijdsverschillen waar het in de pilot om ging. Een leeftijdsverschil van acht jaar is niet dusdanig groot dat hierom getwijfeld moet worden aan de relatie. Voorts kan eiser verweerder toegeven dat referente tot voor kort in de prostitutie heeft gewerkt, maar van mensenhandel is nimmer sprake geweest. Verweerder heeft ook niet duidelijk gemaakt wat de aard en achtergrond was van de mensenhandelsignalen die bij de IND bekend zijn. Eiser heeft weliswaar eerder gepoogd om rechtmatig verblijf in Nederland te verkrijgen, maar van een verleden van illegaal verblijf is geen sprake. Ten aanzien van de gemeenschappelijke taal merkt eiser op dat zij zich naar elkaar toe prima in het Engels verstaanbaar kunnen maken. Engels is niet hun eerste taal en hun Engels is verre van perfect, maar is voldoende om met elkaar te communiceren. De omstandigheid dat eiser en referente niet zes maanden hebben samengewoond, is geen deugdelijke reden om te twijfelen aan de oprechtheid van de relatie. Deze omstandigheid is ingevolge het beleid van verweerder reden om niet uit te gaan van de duurzaamheid van een relatie, maar staat los van de vraag of al dan niet sprake is van een schijnrelatie.
Ten slotte heeft verweerder geen inzage verschaft over de achtergronden van het op 1 januari 2012 gestarte project.
a. er is sprake van een relatie tussen een derdelander en een burger van de Unie met een Oost-Europese nationaliteit;
b. het leeftijdsverschil van acht jaar;
c. eiser heeft eenmaal zonder resultaat een verblijfsprocedure in Nederland doorlopen; en
d. het arbeidsverleden van referente.
waaromhet leeftijdsverschil van acht jaar misbruik impliceert. Ook in de brief van 2 april 2014 is geen inzicht verschaft in welke mate het leeftijdsverschil tussen de echtgenoten of partners een rol speelde bij de zestien gevallen van misbruik die in de twee pilot zijn geconstateerd en hoe groot het leeftijdsverschil in de onderzochte zaken was. Nu verweerder de door de rechtbank gevraagde gegevens niet heeft verschaft, kan de realiteitswaarde van de indicator “leeftijdsverschil” voor het rechtvaardigen van een vermoeden van misbruik niet worden vastgesteld, zodat verweerder deze niet aan zijn bestreden besluit ten grondslag heeft kunnen leggen.