ECLI:NL:RBDHA:2014:80
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over indicatiebesluit AWBZ en zorgbehoefte van eiseres met longaandoening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2014 een tussenuitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een vrouw met een longaandoening, en de raad van bestuur van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een indicatiebesluit dat haar zorg voor persoonlijke verzorging in klasse 3 toekende voor de periode van 15 januari 2013 tot en met 14 januari 2028. Na een herbeoordeling door het CIZ werd dit besluit gewijzigd, waarbij eiseres voor een kortere periode in klasse 3 en daarna in klasse 2 werd geïndiceerd. Eiseres was van mening dat zij recht had op meer uren zorg en dat de motivering van het CIZ ondeugdelijk was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het CIZ zich op een zorgvuldige wijze een beeld heeft gevormd van de medische situatie van eiseres, maar dat de vertaling van het medisch advies naar de benodigde zorg niet correct was. De rechtbank oordeelde dat de berekening van de benodigde zorg onjuist was en dat eiseres in aanmerking kwam voor 3 uur en 44 minuten zorg in plaats van 3 uur en 26 minuten. De rechtbank concludeerde dat de indicatieklasse niet veranderde, maar dat de motivering van het CIZ niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb en verweerder de gelegenheid gegeven om binnen vier weken een aanvullende motivering te geven of een wijzigingsbesluit te nemen. De rechtbank heeft benadrukt dat de gestelde termijn fataal is en dat tegen deze tussenuitspraak geen rechtsmiddel openstaat. De uitspraak is openbaar gedaan en de rechtbank heeft de verdere beslissingen aangehouden in afwachting van de uitkomst van de bestuurlijke lus.