ECLI:NL:RBDHA:2014:7670
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M.F. Holtrop
- J.J.P. van Wieringen
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verzegeling van de boedel in faillissementsprocedure
In deze zaak heeft verzoekster, mr. J.A.M. Reuser, een verzoekschrift ingediend tot faillietverklaring van de V.O.F. FIRMA FLEURIJN. In het kader van deze procedure heeft verzoekster op 7 mei 2014 een verzoek ex artikel 7 van de Faillissementswet ingediend, waarin zij verzoekt om verlof tot verzegeling van de boedel. Dit verzoek is behandeld op 15 mei 2014 in raadkamer, waarbij verzoekster en de verweerders niet zijn gehoord. Verzoekster stelt dat de verweerders zich schuldig maken aan verduistering van de boedelbestanddelen en onderbouwt dit met verschillende bewijsstukken, waaronder een pandakte en correspondentie van de adviseur van de verweerders.
De rechtbank overweegt dat het verlenen van verlof tot verzegeling van de boedel bedoeld is om verduistering te voorkomen. Echter, de rechtbank oordeelt dat verzoekster niet voldoende heeft aangetoond dat zij recht of bevoegdheid heeft en een voldoende ernstig belang bij de verzegeling. De pandakte dateert uit 2011 en is pas in 2013 geregistreerd, wat niet voldoende bewijs oplevert voor de stelling dat dit is gedaan met de bedoeling om crediteuren te benadelen. Ook de overige bewijsstukken zijn niet overtuigend genoeg om aan te tonen dat de opbrengsten van de orchideeën niet in de kas van de verweerders vloeien.
De rechtbank concludeert dat verzegeling niet het juiste middel is om te voorkomen dat zaken verdwijnen, vooral omdat dit ook de bedrijfsactiviteiten van de onderneming zou belemmeren. De rechtbank wijst daarom het verzoek tot verlof verlening tot verzegeling van de boedel af. De beslissing is genomen door mr. M.M.F. Holtrop en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 mei 2014, in aanwezigheid van griffier mr. J.J.P. van Wieringen.