Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[curator]
[D],
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 februari 2014 met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties van de curator;
- verlening van verstek jegens [D];
- het tussenvonnis van 2 april 2014;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties;
- de brief d.d. 28 april 2014 met bijlage van de zijde van de curator;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 april 2014.
2.De feiten
Wat betreft de vernietiging van de borgtocht, kom ik helaas na onderzoek tot de conclusie dat de verjaring in beginsel blijft staan en de borgtocht niet meer vernietigd kan worden.”
Wij hebben discussie gehad over de vraag of de toestemming van mevrouw [A] voor bedoelde rechtshandelingen nodig was, en zo niet of de mogelijkheid om zich op de eventuele nietigheid te beroepen op enig moment is verjaard. Cliënte is bereid deze discussie te staken, indien wij kunnen overeenkomen dat het verhaal onder de hypotheek van laatstbedoelde vorderingen zal plaatsvinden tot de helft van het bedrag dat bij verkoop van de woning resteert na aftrek van alle alsdan bestaande verplichtingen uit hoofde van lening 3549.911.238. (…)”
dat terzake van deze levering tussen de ondergetekenden sub 1 en 2 enerzijds (rb: de curator en [D]) en de ondergetekende sub 3 anderzijds (rb: [A]) verschil van mening is gerezen over het aandeel van de ondergetekenden in de verkoopopbrengst.” Een bedrag van € 53.799,62 is wel aan [A] uitbetaald.