ECLI:NL:RBDHA:2014:7005

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 april 2014
Publicatiedatum
6 juni 2014
Zaaknummer
C-09-444380 - HA ZA 13-650
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegde vertegenwoordiging en schadevergoeding in overeenkomstenrecht tussen ifunds en Dierenambulance

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap IFUNDS (NEDERLAND) B.V. en de stichting STICHTING DIERENHOSPITAAL EN AMBULANCEDIENST 's GRAVENHAGE E.O. over de vraag of er een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen en of de Dierenambulance schadevergoeding verschuldigd is aan ifunds. De rechtbank heeft op 30 april 2014 een tussenvonnis gewezen waarin de feiten van de zaak zijn uiteengezet. De Dierenambulance heeft in 2011 een offerte van ifunds ontvangen voor de implementatie van een softwarepakket, maar heeft uiteindelijk besloten om niet tot ondertekening van de overeenkomst over te gaan. Ifunds vorderde schadevergoeding op grond van wanprestatie, omdat zij meende dat er een overeenkomst was gesloten voor een periode van 60 maanden. De Dierenambulance voerde aan dat de directeur niet bevoegd was om de overeenkomst te ondertekenen, omdat het financiële belang de volmacht overschreed. De rechtbank oordeelde dat er wel degelijk een overeenkomst tot stand was gekomen, ondanks de beperkte volmacht van de directeur van de Dierenambulance. De rechtbank concludeerde dat de Dierenambulance haar verplichtingen uit de overeenkomst had geschonden door niet verder te onderhandelen over de nadere overeenkomst en dat zij daarom schadevergoeding aan ifunds moest betalen. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling van de schadevergoeding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/444380 / HA ZA 13-650
Vonnis van 30 april 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IFUNDS (NEDERLAND) B.V.,
gevestigd te Huizen, kantoorhoudende te Amersfoort,
eiseres,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Barendrecht,
tegen
de stichting
STICHTING DIERENHOSPITAAL EN AMBULANCEDIENST ’s GRAVENHAGE E.O.,
gevestigd te Wassenaar, kantoorhoudende te Den Haag,
gedaagde,
advocaat mr. T.M. van Dijk te Den Haag.
Partijen worden aangeduid als ifunds en de Dierenambulance.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 31 mei 2013, met 11 producties;
- de conclusie van antwoord, met 4 producties;
- het tussenvonnis van 21 augustus 2013, waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de bij brief d.d. 22 oktober 2013 zijdens ifunds in het geding gebrachte producties 12 tot en met 20;
- het proces-verbaal van comparitie van partijen gehouden op 7 november 2013;
- de brief d.d. 27 november 2013 zijdens ifunds;
- de brief d.d. 29 november 2013 zijdens de Dierenambulance.
1.2.
De rechtbank leest het proces-verbaal met inachtneming van de aanvullingen daarop bij brieven van 27 en 29 november 2013 van ifunds, respectievelijk de Dierenambulance.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Dierenambulance is een stichting met als kernactiviteit het vervoer en de opvang van zieke, gewonde en gevonden dieren in de regio Den Haag. Daarnaast geeft de Dierenambulance voorlichting over dierenhulp en -welzijn. De Dierenambulance is voor de realisatie van haar activiteiten voornamelijk afhankelijk van donateurs.
2.2.
Ifunds houdt zich bezig met de verkoop, ontwikkeling, implementatie en het beheer van software voor goede doelen- en ledenorganisaties.
2.3.
In 2011 is de Dierenambulance met het oog op een efficiënte administratie van donateurs, ambulanceritten en opgevangen dieren de aanschaf en installatie van een nieuw softwarepakket gaan onderzoeken. Op dat moment waren er drie programma’s, van verschillende producenten/leveranciers, in ontwikkeling, waaronder dat van ifunds.
2.4.
Bij e-mailbericht van 5 juli 2011 is de heer [A], werkzaam bij ifunds, door mevrouw [B], Projectmanager en Coördinator Communicatie van de Dierenambulance, uitgenodigd voor een gesprek over de mogelijkheden van het leveren van een softwarepakket. Ifunds heeft in september 2011 een offerte uitgebracht met betrekking tot het pakket “manyware online”. Mevrouw [B] heeft de heer [A] bij e-mailbericht van 2 september 2011 bericht: “
Dank je wel voor de offerte, Momenteel ben ik bezig met de notitie voor het bestuur. Ik ga de offertes vergelijken, en als ik er niet uitkom, dan neem ik contact op als dat goed is.” Bij e-mailbericht van 11 oktober 2011 heeft de heer [A] aan mevrouw [B] bericht: “
Succes met je presentatie vanavond voor het bestuur. Ik ben erg benieuwd wat de uitkomst is.”, waarop de heer [B] na de presentatie heeft geantwoord “
Dank, is prima verlopen (…) …. Ook voor jullie … morgen hoor je het officieel…
2.5.
Nadat een zogenoemde “postcodedatabase” aan de offerte is toegevoegd en de offerte is aangepast met betrekking tot het aantal personen dat zou worden opgeleid, is de offerte van ifunds op 25 oktober 2011 op iedere pagina geparafeerd en ondertekend door heer [C] (hierna: [C]) namens de Dierenambulance. Onder deze handtekening is - voor zover relevant - het volgende vermeld:
“Hiermee bevestigen wij dat wij akkoord gaan met bovenstaande offerte, de pagina’s zijn afzonderlijk geparafeerd en deze pagina is ondertekend door een daartoe tekeningbevoegde persoon.
Opdrachtgever heeft kennis genomen van en gaat akkoord met de voorwaarden zoals die genoemd zijn in de algemene bepalingen in het hoofdstuk “Nadere bepalingen”.”
2.6.
Blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel is [C] directeur van de Dierenambulance en heeft hij een beperkte volmacht voor het verrichten van rechtshandelingen tot een bedrag van € 20.000,-.
2.7.
In de offerte is onder meer een korte beschrijving van manyware opgenomen. Volgens de offerte is manyware beschikbaar in de varianten “inhouse”, “online” en “outsourcing”. Tevens is in de offerte een beschrijving van de kenmerken van manyware online opgenomen en een korte beschrijving van de aanvullende producten en diensten. De offerte behelst voorts hoofdstukken over onder meer de implementatie aanpak, de service organisatie en online fondsenwerving en bevat een kostenoverzicht.
2.8.
De kosten van de software bestaan, zo is in onderdeel 12.1 van de offerte bepaald, uit een eenmalige vergoeding van € 6.944,00 (exclusief btw) voor de implementatie van de software en de opleidingen ten behoeve van de toekomstige gebruikers ervan, en uit een maandelijkse vergoeding van € 330,00 (exclusief btw) voor het gebruik en onderhoud van de software zelf. Eén en ander is weergegeven in onderstaand schema:
2.9.
Voorts is in artikel 12.2, 12.3 en in artikel 13 van de offerte bepaald:
“12.2 Contract
De afspraken tussen Dierenambulance Den Haag en ifunds zullen worden vastgelegd in nader op te stellen contract. De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van 60 maanden en zal na het verstrijken van die periode telkens stilzwijgend worden verlengd voor een periode van 12 maanden, tenzij de overeenkomst uiterlijk (3) maanden voor het einde van de periode wordt opgezegd.
12.3
Condities

De genoemde bedragen zijn exclusief BTW en reiskosten a € 59,00 per reisuur.

Facturering zal als volgt plaatsvinden: 50% bij opdracht, 50% bij oplevering.

De éénmalige vaste (project)kosten worden bij acceptatie van de offerte gefactureerd.

De periodieke kosten worden aan het begin van elk kwartaal vooraf in rekening gebracht.

Nacalculatorische posten worden per maand achteraf op basis van de bestede uren in rekening gebracht,

De geldigheid van deze offerte is 30 dagen.

Alle genoemde prijzen en tarieven zijn conform prijspeil 2011.
(…)
13. Nadere bepalingen, vóór contractfase
Indien opdrachtnemer de diensten en daarmee samenhangende werkzaamheden verricht, zonder dat tussen partijen een schriftelijke overeenkomst is opgesteld en ondertekend, worden deze diensten en daarmee samenhangende werkzaamheden voor rekening en risico van opdrachtgever uitgevoerd op basis van best effort en zonder dat de opdrachtgever aanspraak kan maken op enige vorm van resultaat dan wel het niet nakomen ervan.
(…)
Aan het samenstellen en uitbrengen van deze offerte zijn voor opdrachtgever geen kosten verbonden, ongeacht of de verdere onderhandelingen tot het sluiten van een overeenkomst zullen leiden, tenzij opdrachtgever vooraf schriftelijk heeft verklaard bepaalde kosten voor zijn rekening te zullen nemen.
(…)
De algemene afspraken tussen opdrachtgever en ifunds zullen worden vastgelegd in de mantelovereenkomst tussen opdrachtgever en ifunds. De afspraken behorende bij deze opdracht zoals de aanvangsdatum en de contactpersonen worden in de nadere overeenkomst vastgesteld.”
2.10.
Ten behoeve van de implementatie van de software zijn partijen een plan van aanpak overeengekomen. Het plan van aanpak is op 24 november 2011 op de laatste pagina ondertekend door [C] namens de Dierenambulance.
2.11.
In het plan van aanpak staat op pagina 4, voor zover hier relevant, het volgende:
“Dierenambulance Den Haag heeft besloten, op basis van de offerte, manyware online en manyware portal af te nemen.
Dit document betreft alleen de Implementatiefase van manyware online en niet de aansluitende fase van Optimalisatie.
Geplande startdatum: 22 november 2011
Geplande einddatum: 1 februari 2012”
2.12.
Op 24 november 2011 heeft ook te Rotterdam de Vakdag-Fondsenwerving plaatsgevonden. De Dierenambulance en ifunds zijn vertegenwoordigd geweest (door respectievelijk [C] en [A]).
2.13.
Bij e-mailbericht van 7 december 2011 heeft [A] de in artikel 12.2 van de offerte genoemde (nadere) overeenkomst voor ondertekening gezonden naar mevrouw [B]:

Beste [B],
(…)
Zoals je weet moet er nog een officiële overeenkomst getekend worden. Deze tref je met de bijlage in de bijlage. (…)
2.14.
De implementatiefase en de daarop aansluitende acceptatietest, die heeft plaatsgevonden op 20 januari 2012, is door ifunds voltooid. Zodoende was de software klaar voor gebruik (de zogenaamde live datum).
2.15.
Op 24, 25 en 31 januari 2012 zijn gebruiksmeldingen geregistreerd van de Dierenambulance bij de servicedesk van ifunds. De melding van 31 januari 2012 is op 7 februari 2012 door de Dierenambulance geannuleerd.
2.16.
De Dierenambulance heeft de opleiding van medewerkers in verband met het gebruik van manyware online, gepland voor 8 februari 2012, afgezegd.
2.17.
Bij brief van 19 maart 2012 heeft de heer [D] (hierna: [D]), voorzitter en tevens één van de vijf bestuurders van de Dierenambulance, ifunds - voor zover relevant - het volgende medegedeeld:
“Hierbij bericht ik u dat onze Stichting niet zal overgaan tot toetreding/tot ondertekening van de overeenkomst inzake Manyware Online, zoals door u op 28 februari jl. aan de Dierenambulance is toegezonden.
De reden hiervoor is dat inmiddels is gebleken dat ervoor onze Stichting qua functionaliteit en prijs-/prestatieverhoudingen betere alternatieven voorliggen.”
2.18.
Bij brief van 14 augustus 2012 heeft [D] deze mededeling (voor zover hier relevant) herhaald:
“De heer [C], feitelijk - niet statutair - directeur van de Dierenambulance, informeerde mij over de laatste contacten die hij met u heeft gehad en over de ontvangen betalingsherinneringen.
De facturen en betalingsherinneringen voor manyware online, zijn onjuist, omdat de Dierenambulance nimmer met u terzake een overeenkomst is aangegaan; ik schreef u daar reeds eerder over.”
2.19.
Op 30 oktober 2012 heeft ifunds de Dierenambulance een betalingsherinnering gestuurd, waarop door de Dierenambulance niet is gereageerd.
2.20.
Vervolgens heeft (de advocaat van) ifunds bij brief d.d. 20 februari 2013 de Dierenambulance verzocht en gesommeerd de achterstallige bedragen te vermeerderen met btw (in totaal € 7.685,78) te voldoen en toe te zeggen dat de overeengekomen vervolgtermijnen tijdig en zonder meer zullen worden voldaan. Voorts heeft (de advocaat van) ifunds in die brief de overeenkomst ontbonden voor het geval de Dierenambulance niet overgaat aan beide sommaties zou voldoen en is aanspraak gemaakt op een schadevergoeding ad € 18.367,80, zijnde het restant van de periodieke vergoeding tot en met 25 oktober 2016.
2.21.
In reactie op de brief van ifunds van 20 februari 2013 heeft de Dierenambulance bij brief van 27 maart 2013 ifunds bericht dat er geen overeenkomst is gesloten tussen partijen uit hoofde waarvan de Dierenambulance ifunds een bedrag verschuldigd zou zijn.
2.22.
De Dierenambulance heeft de eerste 50% van de implementatiekosten, 50 % van de opleidingskosten en een factuur van ifunds met nummer 12110044 van eind december 2011 tijdig voldaan. Op 30 juli 2013 is een bedrag van € 2.191,98 voldaan.
3. Het geschil
3.1.
Ifunds heeft - zakelijk weergegeven - gevorderd dat de rechtbank de Dierenambulance bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeelt tot betaling van:
- een bedrag van € 26.033,87 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de vervaldatum c.q. 20 maart 2013 (datum ontbinding) tot de dag der algehele voldoening;
- de buitengerechtelijk incassokosten ad € 1.190,00 (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- de proces- en nakosten.
3.2.
Ifunds baseert haar vorderingen, wat betreft de gevorderde hoofdsom, op het bepaalde in de artikelen 6:265 BW jo 6:277 BW en, wat betreft de gevorderde buitengerechtelijke kosten, op het bepaalde in artikel 6:96c BW.
3.3.
Ifunds heeft ter onderbouwing van haar vorderingen - samengevat en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
- Met de ondertekening van de offerte is tussen partijen een overeenkomst voor de duur van 60 maanden tot stand gekomen.
- De Dierenambulance is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit die overeenkomst.
- Ifunds heeft de Dierenambulance in gebreke gesteld waardoor zij thans in verzuim verkeert, zodat ifunds de overeenkomst buitengerechtelijk mocht ontbinden.
- De Dierenambulance is verplicht tot vergoeding van de door ifunds geleden schade, bestaande uit het onbetaalde deel van de éénmalige vergoeding, de reeds vervallen termijnen van de periodieke vergoeding en de toekomstige termijnen van de periodieke vergoeding, welke vergoedingen ifunds bij deugdelijke nakoming van de overeenkomst zou hebben ontvangen.
3.4.
De Dierenambulance heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij betrekt in dit verband de volgende stellingen.
- De offerte heeft betrekking op het traject van implementatie van manyware online. Voor de periode na ‘live datum’, de periode van gebruik van het softwarepakket, zou een afzonderlijke duurovereenkomst worden gesloten. Het aanbod van ifunds om deze nadere overeenkomst aan te gaan, is niet door de Dierenambulance aanvaard.
- De directeur van de Dierenambulance is niet bevoegd tot het aangaan van de duurovereenkomst na de live datum, nu het geldelijk belang het bedrag van
€ 20.000,- overstijgt. Ifunds had dit kunnen weten. Ook daarom is geen nadere overeenkomst tot stand gekomen.
- De Dierenambulance heeft tijdig voor de inwerkingtreding van het systeem aangegeven niet verder te willen met ifunds. Van verzuim is geen sprake. Het implementatietraject is afgerond en betaald. De ontbinding sorteert geen effect.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Overeenkomst betreffende implementatie én gebruik manyware online?

4.1.
In geschil is of met het ondertekenen van de offerte tussen partijen een overeenkomst voor de duur van 60 maanden tot stand is gekomen. Niet in geschil is dat met de offerte een overeenkomst tot stand is gekomen voor de implementatiefase van manyware online. Punt van discussie is of mede sprake is van een overeenkomst betreffende het gebruik van de software en of het de Dierenambulance vrij stond af te zien van dat gebruik en om die reden de nadere overeenkomst die ifunds op 7 december 2011 aan de Dierenambulance heeft doen toekomen niet te ondertekenen.
4.2.
Aan de orde is naar het oordeel van de rechtbank de situatie waarin ifunds en de Dierenambulance blijkens hun afspraken in de offerte met betrekking tot het gebruik van manyware online voor de periode na de implementatiefase (na de live datum) een rompovereenkomst hebben gesloten. Dat wil zeggen: een overeenkomst waarin een enkel, ondergeschikt punt nog ongeregeld is, maar waarbij de punten die nog niet geregeld zijn, zodanig irrelevant zijn ten opzichte van hetgeen partijen al wel geregeld hebben, dat dit er niet aan in de weg staat dat partijen al wel wilsovereenstemming hebben bereikt op grond van artikel 6:217 BW. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.3.
De rechtbank stelt vast dat de offerte - voor zover hier relevant - afspraken met betrekking tot zowel de implementatiefase als de gebruiksfase van het product manyware online behelst. Blijkens de offerte zijn afspraken gemaakt over de door de Dierenambulance af te nemen variant van manyware (manyware online met de daarbij behorende portal), de door ifunds te leveren aanvullende producten en diensten, waaronder hosting en onderhoud, de mogelijkheid om online fondsen te werven via de module online giving en het uitvoeren van marketing campagnes via de module manyware digital media en de kosten die daarmee gemoeid zijn. Voorts bevat de offerte een kostenoverzicht met betrekking tot de kosten voor implementatie en het gebruik van de software, alsmede een overzicht van de opleidingskosten en variabele kosten.
4.4.
Voormelde onderwerpen raken de kern van de prestaties van partijen over en weer: de verplichting van ifunds tot het installeren en onderhouden van het pakket manyware online tegenover de verplichting van de Dierenambulance tot het afnemen van het pakket en het betalen van de overeengekomen prijs voor installatie en onderhoud. Aldus bestond overeenstemming over de essentialia van de overeenkomst en is zodanig aan de bepaalbaarheidseis van artikel 6:227 BW voldaan dat de leemten die de overeenkomst op details vertoont, kunnen worden opgevuld met behulp van de wet, de gewoonte en de redelijkheid en billijkheid als bedoeld in art. 6:248 BW.
4.5.
Aan het vorenstaande doet niet af dat na de aanvaarding van de offerte sprake zou zijn van vastlegging van de gemaakte afspraken in een nader op te stellen contract zoals in artikel 12.2 van de offerte is bepaald. Dit geldt ook voor het bepaalde in artikel 13 van de offerte, waarin onder meer bepaald is dat aan het samenstellen en uitbrengen van de offerte geen kosten zijn verbonden, ongeacht of de verdere onderhandelingen tot het sluiten van een overeenkomst zullen leiden. De Dierenambulance heeft tegenover de gemotiveerde stelling van ifunds dat de nadere overeenkomst die nog tussen partijen diende te worden gesloten betrekking heeft op de uitwerking van de in de offerte gemaakte afspraken op detailniveau, geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat na aanvaarding van de offerte sprake zou zijn van onderhandelingen waarvan de uitkomst bepalend zou zijn voor de afname en daarmee de ingebruikname van het product. Blijkens het verhandelde ter comparitie is in de bestuursvergadering van 11 oktober 2011 na weging van een drietal potentiële leveranciers positief beslist ten aanzien van het softwarepakket van ifunds. Ter comparitie van partijen heeft de Dierenambulance het volgende geciteerd uit de notulen van die vergadering:
“we kiezen voor ifunds. [B] [[B], rb] zal dat starten”en
“zal per 1 februari 2012 operationeel worden”. Hier komt bij dat de aard van de overeenkomst (een it-contract) meebrengt dat de implementatie en het gebruik van het softwarepakket onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, zodat ook daarom moet worden aangenomen dat een rompovereenkomst betreffende zowel de implementatie als het gebruik tot stand is gekomen. Dat de nadere overeenkomst een “dik boekwerk” betrof, zoals de Dierenambulance stelt, acht de rechtbank niet van belang, nu de daarin geregelde onderwerpen niet wezenlijk verschillen van die in de offerte. Evenmin acht de rechtbank van belang dat het plan van aanpak alleen betrekking heeft op de implementatiefase. Het onderscheid tussen de implementatiefase en de gebruiksfase betreft de uitvoering van de overeenkomst en laat onverlet dat de afspraken zoals gemaakt in de offerte betrekking hebben op zowel de implementatie als het gebruik van manyware online.
4.6.
Een en ander leidt tot de conclusie dat op de Dierenambulance op grond van de afspraken zoals gemaakt in de offerte een contractuele verplichting rustte tot (door)onderhandelen over de bij e-mailbericht van 7 december 2011 ontvangen (concept)nadere overeenkomst. Blijkens de stukken van het geding en het verhandelde ter comparitie heeft de Dierenambulance afgezien van ondertekening van die overeenkomst omdat een beter alternatief voorhanden bleek te zijn. Gedurende de implementatiefase van manyware online is bekend geworden dat het softwarepakket waarmee de Federatie Dierenambulance Nederland wilde werken sneller dan verwacht beschikbaar kwam en dat dit softwarepakket de Dierenambulance diverse voordelen bood ten opzichte van manyware online. Tegen deze achtergrond is gekozen voor het federatiepakket en is niet overgegaan tot ondertekening van de nadere overeenkomst. Ook indien ervan wordt uitgegaan dat de keuze van de Dierenambulance voor het landelijke softwarepakket op zichzelf gerechtvaardigd is, legitimeert het sneller dan verwacht beschikbaar komen van het pakket waarmee landelijk zou worden gewerkt naar het oordeel van de rechtbank niet het afbreken van de onderhandelingen met ifunds over de nadere overeenkomst, althans niet zonder vergoeding van de daardoor door ifunds geleden schade. De Dierenambulance heeft op basis van gewijzigde inzichten afgezien van ondertekening, terwijl niet gesteld of gebleken is dat ifunds kenbaar was of had moeten zijn dat het al dan niet beschikbaar komen van een landelijk pakket voor de Dierenambulance een wezenlijk punt vormde voor het aangaan van die nadere overeenkomst. Weliswaar heeft de Dierenambulance gesteld dat [C] op 24 november 2011 op de Vakbeurs al aan [A] heeft laten weten dat niet zeker was dat de Dierenambulance met ifunds zou doorgaan, die mededeling op dat moment (die overigens door ifunds wordt betwist) doet naar het oordeel van de rechtbank niet ter zake. Toen waren immers al, in de offerte van 25 oktober 2011, afspraken gemaakt over de afname van manyware online, waaronder het gebruik van dit pakket, door de Dierenambulance. Bovendien is vervolgens het plan van aanpak betreffende de implementatie van manyware ook uitgevoerd en was het pakket na de ‘live datum’ van 20 januari 2012 klaar voor gebruik.
4.7.
Gelet op het vorenstaande moet worden geconcludeerd dat de Dierenambulance door af te zien van ondertekening van de in artikel 12.2 van de overeenkomst genoemde nadere overeenkomst de op haar rustende contractuele verplichting tot (door)onderhandelen op basis van de offerte heeft geschonden en tot schadevergoeding jegens ifunds is gehouden.
4.8.
Anders dan ifunds heeft betoogd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gezegd dat met de offerte reeds een duurovereenkomst van 60 maanden tot stand was gekomen op grond waarvan de Dierenambulance verplicht is tot vergoeding van de voor die periode in de offerte overeengekomen prijs tot het moment van ontbinding van die overeenkomst door ifunds bij brief van 20 februari 2013. Ifunds gaat er aan voorbij dat reeds in februari 2012, toen de opleiding van de medewerkers is afgezegd en het gebruik van de software feitelijk is beëindigd, en in ieder geval in maart 2012, na ontvangst van de brief van 19 maart 2012 van de Dierenambulance, duidelijk was dat de Dierenambulance niet tot ondertekening van de nadere overeenkomst zou overgaan. Een perfecte overeenkomst in vervolg op de rompovereenkomst die partijen blijkens de afspraken in de offerte zijn aangegaan, is niet tot stand gekomen.
Onbevoegde vertegenwoordiging?
4.9.
Het verweer van de Dierenambulance dat geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen omdat [C] de offerte heeft ondertekend en hij niet bevoegd was tot ondertekening van overeenkomsten met een belang groter dan
€ 20.000,-, slaagt niet.
4.10.
Gelet op de afspraken die partijen blijkens het vorenstaande in de offerte hebben gemaakt en het daarmee gemoeide financiële belang, moet ervan worden uitgegaan dat de volmacht van [C] als directeur van de dierenambulance blijkens het handelsregister niet toereikend was om de Dierenambulance te vertegenwoordigen bij het aangaan van de overeenkomst zoals neergelegd in de offerte.
4.11.
Op grond van het bepaalde in artikel 3:61 lid 2 BW kan op de onjuistheid van de veronderstelling van ifunds dat Smits bevoegd was de Dierenambulance te vertegenwoordigen geen beroep worden gedaan, indien ifunds op grond van een verklaring of gedraging(en) van [C] en/of de Dierenambulance heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend. Verder geldt op grond van het bepaalde artikel 3:69 lid 1 BW dat wanneer iemand zonder daartoe bevoegd te zijn als gevolmachtigde in naam van een ander heeft gehandeld, die ander de rechtshandeling kan bekrachtigen, waardoor, kort gezegd de onbevoegd in zijn naam verrichte rechtshandeling geldig wordt.
4.12.
Gelet op de e-mailwisseling tussen [B] en [A] voorafgaand aan ondertekening van de offerte, de presentatie van de offerte van ifunds door [B] in het bestuur en de mededeling van [B] dat die presentatie voor ifunds positief is uitgepakt, waarna de offerte met de ondertekening door [C] is aanvaard, heeft de Dierenambulance er naar het oordeel van de rechtbank gerechtvaardigd op kunnen en mogen vertrouwen dat het bestuur instemde met de offerte en zich bij de ondertekening rechtsgeldig heeft laten vertegenwoordigen door [C]. Gelet op de gewekte schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid met voormelde gang van zaken voorafgaand aan de totstandkoming van de afspraken in de offerte, is niet van belang dat ifunds op de hoogte had kunnen zijn van de beperkte volmacht die [C] was verleend blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Afgezien hiervan is na de ondertekening overgegaan tot implementatie en in januari tot ingebruikname van het sofwarepakket, waarmee ook uitvoering is gegeven aan de gemaakte afspraken (namelijk, zoals in de bestuursvergadering besproken, dat het pakket per 1 februari 2012 operationeel zou worden), zodat er in ieder geval van moet worden uitgegaan dat het bestuur de overeenkomst zoals neergelegd in de offerte heeft bekrachtigd in de zin van artikel 3:69 lid 1 BW.
Schadevergoeding op grond van wanprestatie
4.13.
De rechtbank stelt voorop dat nu geen perfecte overeenkomst in vervolg op de rompovereenkomst tot stand is gekomen, de buitengerechtelijke ontbinding bij brief van 20 februari 2013 op grond van schending door de Dierenambulance van haar verplichting tot betaling van de overeengekomen periodieke vergoedingen geen effect sorteert.
4.14.
Een en ander laat onverlet dat de Dierenambulance verplicht is tot vergoeding van de door ifunds geleden schade wegens het afbreken van de onderhandelingen over de nadere overeenkomst. Nu die verplichting berust op de in de offerte gemaakte afspraken is sprake van een verplichting tot schadevergoeding op grond van het bepaalde in artikel 6:74 BW.
4.15.
Bij het vaststellen van de omvang van de schadevergoedingsverplichting van de Dierenambulance geldt dat ifunds gelet op het vorenstaande in de positie dient te worden gebracht als ware geen sprake van tekortschieten van de Dierenambulance, derhalve als ware een perfecte overeenkomst tot stand zou zijn gekomen die behoorlijk zou zijn nagekomen. Het gaat hier om vergoeding van het zogenoemde positieve contractsbelang.
4.16.
Ifunds stelt schade te hebben geleden, allereerst bestaande uit het restant éénmalige vergoeding (implementatie- en opleidingskosten) en de reeds vervallen termijnen van de periodieke vergoeding tot en met het eerste kwartaal van 2013, beide te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de vervaldatum van de facturen die voor deze vergoedingen aan de Dierenambulance zijn verstuurd, alsmede uit de contante waarde van de toekomstige termijnen van de periodieke vergoeding over de periode april 2013 tot en met oktober 2016, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2013. De rechtbank is van oordeel, zoals de Dierenambulance bij wijze van verweer heeft aangevoerd, dat ifunds de door haar gestelde schade aldus ten onrechte - kennelijk - baseert op vergoeding van het volledige contractsbelang, terwijl aan de orde is een vergoeding van (slechts) het positief contractsbelang. Bij het vaststellen van de door ifunds geleden schade dient in ieder geval mede rekening te worden gehouden met de kosten die ifunds zou hebben gemaakt bij totstandkoming en behoorlijke nakoming van een perfecte overeenkomst, waaronder kosten van beheer en de inzet van personeel, welke kosten zij thans heeft bespaard. Mede in dit licht overweegt de rechtbank als volgt met betrekking tot de door ifunds gestelde afzonderlijke schadeposten.
4.17.
Naar het oordeel van de rechtbank is de Dierenambulance verplicht - bij wege van schadevergoeding - de volledige kosten in verband met de implementatie van manyware online zoals vermeld in de offerte te voldoen. Niet in geschil is dat die kosten in totaal € 5.664,00 ex btw, € 2.832,00 inclusief 19 % btw belopen en dat de Dierenambulance, vóórdat zij in verzuim is geraakt, 50% van het op basis van de offerte verschuldigde bedrag heeft voldaan, zijnde (€ 5.664,00 gedeeld door 2 =)
€ 2.832,00 (€ 3.370,08 inclusief btw). De Dierenambulance heeft aangevoerd dat deze kosten volledig zijn betaald doordat de andere 50% (deels) is verrekend met de eerste kwartaaltermijn van de periodieke vergoedingen die zij stelt abusievelijk te hebben voldaan. Op 30 juli 2013 - na het uitbrengen van de dagvaarding - heeft de Dierenambulance het restant van (€ 3.370,08 minus het factuurbedrag van
€ 1.178,10 =) € 2.191,98 (inclusief btw) voldaan. Nu de Dierenambulance geen vordering heeft op ifunds die beantwoord aan haar schuld aan ifunds, verwerpt de rechtbank het beroep van de Dierenambulance op verrekening. Naar het oordeel van de rechtbank strekt voormelde betaling van de Dierenambulance in mindering op (het totaal van) de door de Dierenambulance te vergoeden schade als gevolg van haar tekortschieten, een en ander met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:44 BW.
4.18.
Vaststaat dat de opleidingskosten in totaal € 1.280,00 inclusief btw bedragen en dat de Dierenambulance de helft van dit bedrag heeft voldaan. Tevens staat vast dat de opleiding van de medewerkers van de Dierenambulance, gepland voor 8 februari 2012, is afgezegd, zodat er in beginsel van moet worden uitgegaan dat ifunds ook kosten heeft bespaard. Ifunds dient de door haar gestelde schade op dit punt te onderbouwen en aannemelijk te maken, bij gebreke waarvan de rechtbank als vaststaand aanneemt dat zij geen schade heeft geleden bestaande uit kosten in verband met de opleiding van medewerkers.
4.19.
Met betrekking tot de gevorderde kosten voor periodieke vergoedingen die de Dierenambulance verschuldigd zou zijn geweest bij totstandkoming van een perfecte overeenkomst, overweegt de rechtbank dat ifunds ter terechtzitting heeft gesteld dat zij de kosten die zij maakt tijdens de implementatiefase, in belangrijke mate terugverdient gedurende de looptijd van de overeenkomst door middel van de periodieke vergoedingen en dat haar omzet na implementatie in feite winst is, waarbij misschien sprake is van een variabele component van 5%. Zonder schriftelijke onderbouwing, die ontbreekt, acht de rechtbank die mededelingen ter terechtzitting, gelet op de betwisting door de Dierenambulance, onvoldoende om de schade van Ifunds bestaande uit het niet-ontvangen van de genoemde periodieke vergoedingen vast te stellen.
4.20.
De rechtbank overweegt voorts dat voor vergoeding van de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW rechtens geen grondslag bestaat. Deze rente heeft uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit handelsovereenkomsten. Een verplichting tot vergoeding van schade kan daartoe niet worden gerekend. Voor zover de vorderingen van ifunds mede een vergoeding van die rente omvatten, acht de rechtbank die vorderingen niet vatbaar voor toewijzing.
4.21.
Gelet op de inhoud van de brief van 19 maart 2012 van de Dierenambulance, waaruit blijkt dat van nakoming door de Dierenambulance van (eventueel) op haar rustende contractuele verplichtingen jegens ifunds uit hoofde van de nadere overeenkomst geen sprake zal zijn, is de Dierenambulance vanaf die datum in verzuim. Nu ifunds aanspraak maakt op de vergoeding van vertragingsschade, bestaande uit wettelijke rente vanaf 20 maart 2013, zal de vordering van ifunds wat betreft de gevorderde wettelijke rente vanaf die datum tot aan de dag der algehele voldoening worden toegewezen.
4.22.
Ifunds zal gelet op het vorenstaande in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uit te laten over de omvang van het positief contractsbelang aan de hand van de door haar gestelde schadeposten en die schade met schriftelijke bescheiden te onderbouwen, een en ander met inachtneming van hetgeen hiervoor is overwogen. De Dierenambulance wordt in de gelegenheid gesteld een antwoordakte in te dienen. De rechtbank zal aldus beslissen en houdt iedere verdere beslissing aan.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 28 mei 2014 voor akte aan de zijde van ifunds als bedoeld in rechtsoverweging 4.22;
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Ritsema van Eck-van Drempt en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2014. [1]

Voetnoten

1.type: