Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 december 2013, met 24 producties,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 12 februari 2014, waarbij een comparitie van partijen is bevolen,
- het proces-verbaal van comparitie van 15 april 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
primair€ 85.465,09, dan wel
subsidiair€ 73.640,81, dan wel
meer subsidiaireen vergoeding nader op te maken bij staat, vermeerderd met rente en (buitengerechtelijke) kosten, daaronder begrepen beslagkosten, alsmede nakosten.
4.De beoordeling
primair€ 68.177,74, bestaande uit de gederfde winst van € 11,824,28 (alle resterende leasetermijnen als HWC de leasecontracten volledig was nagekomen) vermeerderd met het verlies van de auto’s, een bedrag van € 56.353,46, waarbij rekening is gehouden met de verkoopopbrengst, en
subsidiair€ 67.208,47, zijnde de werkelijke schade conform de ter comparitie overgelegde schadestaat.
€ 10.791,33, dat als volgt is opgebouwd:
€ 56.294,46. De rechtbank acht mitsdien een bedrag van
in totaal € 67.085,79toewijsbaar.
€ 2.500,-voor de retourvlucht en het verblijf van de heer [C] van Auto Lease in Albanië, nu deze haar redelijk voorkomen.
1.788,00(2,0 punten × tarief € 894,00)