3.4De beoordeling van de tenlastelegging
Ten aanzien van feit 1 (ontucht met [minderjarige A.], al dan niet met misbruik van zijn gezag)
[minderjarige A.] (geboren op [geboortedag] 1997) heeft verklaard dat het contact met verdachte in het tweede leerjaar (het schooljaar 2010/2011) is begonnen. Zij kreeg toen als leerling drie uur in de week les van hem. Aan het einde van dat leerjaar en in de daarop volgende zomervakantie van 2011 werd het contact vriendschappelijk, aldus [minderjarige A.]. In oktober 2011, zij was toen nog 13 jaar oud, is verdachte als begeleider meegegaan bij een schoolreis naar Parijs. Tijdens die reis was, aldus [minderjarige A.], sprake van meer dan een normale leraar-leerling verhouding. Zij waren naar elkaar toegegroeid. Volgens [minderjarige A.] is het in het jaar 2012, in het midden van de derde klas, pas echt begonnen. Zij ging vanaf dat moment ook bij hem op bezoek. Als ze bij hem was, zo verklaart zij ten slotte, knuffelden zij alleen.
Verdachte heeft zelf verklaard dat hij [minderjarige A.] tijdens de schoolreis naar Parijs op de mond heeft gekust.Daarna is er weinig contact geweest, tot het voorjaar van 2012. “Hun datum” was 25 april 2012, aldus verdachte. Ook verdachte geeft aan dat hun relatie platonisch van aard was, in die zin dat geen sprake was van echte seks. Er werd wel geknuffeld en zij hebben elkaar gekust waarbij ook sprake was van tongzoenen. Voorts hebben zij, zo heeft verdachte verklaard, een “soort van seks gehad” wat erop neer kwam dat hij zichzelf bevredigde terwijl zij via Whatsapp met elkaar contact hadden.
Hebben de ten laste gelegde feitelijke handelingen plaatsgevonden?
Gelet op de hiervoor weergegeven verklaringen die op elkaar aansluiten en voor wat betreft de “soort van seks” wordt ondersteund door het chatgesprek dat zich in het dossier bevindt, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van knuffelen, vasthouden, (tong)zoenen en het hebben van een soort van seks met een meisje dat op dat moment de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt. Het dossier bevat geen bewijs dat het contact ook heeft bestaan uit het strelen of betasten van blote lichaamsdelen of het naakt tegen elkaar aanliggen, zodat in zoverre vrijspraak dient te volgen.
Kunnen deze handelingen als ontuchtig worden gekwalificeerd?
Als uitgangspunt heeft te gelden dat het bij ontucht gaat om handelingen gericht op contact van seksuele aard die indruisen tegen de sociaal-ethische norm. Artikel 247 Sr (en daarmee ook artikel 249 Sr als lex specialis daarvan) strekt in dat kader tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die daartoe, gelet op hun jeugdige leeftijd, in het algemeen geacht worden niet of onvoldoende in staat te zijn. Onder bijzondere omstandigheden kan aan deze handelingen het ontuchtig karakter ontbreken, bijvoorbeeld wanneer die handelingen vrijwillig plaatsvinden tussen personen die slechts in geringe mate van leeftijd verschillen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de bewezen geachte handelingen aan te merken als handelingen van seksuele aard die in strijd zijn met de sociaal-ethische norm. De enkele omstandigheid dat tussen [minderjarige A.] en verdachte sprake was van een (ontluikende) liefdesrelatie en dat er sprake is van vrijwilligheid van de kant van [minderjarige A.], maakt niet dat het ontuchtige karakter aan deze handelingen komt te ontvallen. De beoogde bescherming van minderjarigen is immers mede daarop gebaseerd dat zij voor wat betreft relaties als de onderhavige in het algemeen niet of onvoldoende in staat zijn om de draagwijdte van hun handelen te overzien en hun wil dienaangaande in vrijheid te bepalen en dat zij in zoverre tegen een ongewenste beïnvloeding van hun wil moeten worden beschermd. Tussen verdachte en [minderjarige A.] was sprake van een groot leeftijdsverschil (bijna 13 jaar) en juist dit leeftijdsverschil weegt voor de rechtbank zwaar mee, gelet op de levensfase waarin [minderjarige A.] als jong-adolescent verkeerde. Zij was immers nog maar 13 jaar toen verdachte haar voor het eerst kuste.
Was [minderjarige A.] aan de zorg, opleiding of waakzaamheid van verdachte toevertrouwd?
Artikel 249 Sr beoogt minderjarigen te beschermen tegen ontuchtige initiatieven van hen die daarbij misbruik maken van een uit de feitelijke verhouding voortvloeiend overwicht waardoor de minderjarige aan die dader minder weerstand kan bieden dan aan anderen. De wetgever heeft daarbij ook gedoeld op de situatie dat sprake is van een verhouding leraar-leerling, nu uitdrukkelijk ontucht met een “aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige” strafbaar is gesteld. Of van een dergelijke hoedanigheid sprake is, hangt vervolgens af van alle omstandigheden van het geval.
Vast staat dat verdachte leraar was op de school van [minderjarige A.]. Naar het oordeel van de rechtbank is dit gegeven op zichzelf echter onvoldoende om te kunnen oordelen dat sprake was van voormelde hoedanigheid. Vast staat voorts dat verdachte in de periode waarin de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden, geen les aan haar gaf. Uit het dossier blijkt verder dat hij in die periode werkzaam was op de locatie aan de Klaverstraat terwijl [minderjarige A.] les kreeg op de locatie op de Goudsbloemlaan. Los van de schoolreis naar Parijs – waarover hierna meer – is niet gebleken dat tussen hen in die periode contacten zijn geweest die voortvloeien uit of zijn terug te voeren op de relatie leraar-leerling.
Tijdens de schoolreis naar Parijs was verdachte uit hoofde van zijn functie begeleider van de leerlingen. Op de dag dat hij [minderjarige A.] kuste, was hij zelfs specifiek de begeleider van haar, haar vriendin en een jongen uit haar klas. Onder deze omstandigheden was naar het oordeel van de rechtbank toen sprake van een situatie waarin [minderjarige A.] “aan zijn zorg en opleiding was toevertrouwd”.
Het plegen van deze ontuchtige handeling wordt verdachte echter niet verweten, nu in de tenlastelegging uitsluitend Den Haag als pleegplaats wordt vermeld.
Gelet op het voorgaande dient ten aanzien van dit verwijt daarom vrijspraak te volgen.
Ten aanzien van feit 2:
Was [minderjarige B.] aan de zorg, opleiding of waakzaamheid van verdachte toevertrouwd?
Ten aanzien van [minderjarige B.] staat vast dat verdachte haar nooit les heeft gegeven. Uit het dossier blijkt verder niet dat hij haar heeft begeleid of dat er op enig moment contacten zijn geweest die pasten bij of terug te voeren zijn op de relatie leraar-leerling. Gelet op hetgeen hiervoor als is overwogen, dient verdachte ook van dit verwijt vrijgesproken te worden.
Op zichzelf bevat het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte ook met [minderjarige B.] buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd (tongzoenen) terwijl zij de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt. Dit verwijt wordt verdachte echter niet gemaakt nu het element “buiten echt” in de tenlastelegging ontbreekt.
Zoals reeds vastgesteld is op de mobiele telefoon van verdachte een filmpje aangetroffen. Op dit filmpje met een duur van 32 seconden, is [minderjarige A.] te zien die in haar kamer op haar rug op bed ligt. Ze draagt een rode bh en is voor de rest geheel naakt. Zij filmt zichzelf vanaf haar rode bh naar beneden over haar blote buik, navel, vagina naar haar benen. Haar linkerbeen heeft zij opgetrokken, haar rechterbeen is gestrekt.Verdachte heeft verklaard dat [minderjarige A.] dat filmpje van zichzelf heeft gemaakt en hem dat filmpje vervolgens heeft ge-sms’t.
Kan het filmpje gekwalificeerd worden als kinderporno in de zin van artikel 240b Sr?
Het bezitten van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand is betrokken die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is strafbaar. Het kan daarbij ook gaan om een afbeelding van een handeling die op zichzelf niet expliciet seksueel van aard is, maar die gelet op de wijze waarop de afbeelding tot stand is gekomen in het concrete geval onmiskenbaar strekt tot het opwekken van seksuele prikkeling. Gelet op hetgeen op het filmpje is te zien, heeft dat filmpje naar het oordeel van de rechtbank de bedoeling een seksuele prikkeling op te wekken. Hierbij past dat verdachte heeft verklaard dat hij het filmpje inderdaad erotisch vond.